You are here: Home > Colombia > Colombia

Colombia

“Colombia, is dat wel veilig?” is een vraag, die we vooraf regelmatig te horen kregen. Zelfs nu we er zijn klinkt dat in sommige opmerkingen door.

Uiteraard hebben we die vraag wel vaker gehad als we weer eens besloten een land op te zoeken, dat in het collectieve geheugen van de Nederlanders als onveilig te boek

De eerste week hebben we ons laten verwennen

staat. Vrijwel altijd is dat gebaseerd op een politiek instabiele situatie, al of niet met het nodige bloedvergieten, uit het recente verleden. Zoiets blijft lang hangen. In het geval van Colombia is die vraag ook zeer terecht, want als er een land in de wereld is, wier geschiedenis  gelardeerd is met geweld, dan is het Colombia wel. Dat begon eeuwen geleden al met de komst van de Spanjaarden. Die begonnen met het leegroven van het land. Toen de Spaanse kroon een beetje te hebberig werd en ook nog eens belastingen invoerde en die regelmatig verhoogde, kwam de geest uit de fles en begon de onafhankelijkheidsstrijd onder leiding van Simon Bolivar. Overal in dit deel van de wereld kom je zijn standbeeld tegen. Colombia bestond toen uit het huidige Panama, Venezuela, Bolivië en Ecuador. Bolivar wilde een soort Verenigde Staten van Zuid-Amerika stichten, maar helaas heeft hij zijn zin niet gekregen, want anderen grepen lokaal de macht, meestal met veel geweld en bloedvergieten. Uiteindelijk leidde dat tot de onafhankelijke landen zoals we ze nu kennen. Het bleef echter altijd rommelen tussen de verschillende stromingen. Omdat andere partijen op een gegeven moment helemaal uitgesloten werden, ontstond de voedingsbodem voor het FARC, een beruchte organisatie, waar ook de Nederlandse Tanja Nijmeijer een rol in speelde. Door losgeld, verkregen uit ontvoeringen, kwamen zij aan hun middelen om wapens te kopen. Dat leidde er toe dat het voor (rijke) buitenlanders een gevaarlijk oord werd. De vrede die slechts enkele jaren geleden, na jarenlange onderhandelingen in Havana tot stand is gekomen plus het feit, dat in Medellin en omgeving de macht van de drugsbaronnen, waarvan Pablo Escobar de bekendste was, met hulp van de VS werd gebroken, maken dat Colombia een van zijn rustigste periodes uit de geschiedenis kent. De economie floreert mede dankzij natuurlijke hulpbronnen. Ze doen het beter dan de meeste andere Zuid-Amerikaanse landen. Dit gevoegd bij de constatering, dat Colombianen van huis uit hele vriendelijke mensen zijn, maken dat het reizen door Colombia momenteel meer dan verantwoord is.

De vorige keer verlieten we jullie al met wat het begin van een lofzang op de stad Cartagena moest worden. Onze ervaring was toen nog maar gestoeld op een paar dagen. Omdat het met de invoer van de auto niet helemaal  meezat, konden we een week later alleen maar beamen wat we in die eerste dagen al hadden vastgesteld: wat een stad!

Zo dik zijn die muren

Ik zal niet al te diep op de geschiedenis ingaan, maar een klein beetje informatie over het ontstaan is nuttig voor de beeldvorming en de sfeer. Omdat de Spanjaarden enorm veel rijkdommen weghaalden bij de oorspronkelijke bewoners (goud) kwamen er veel kapers op de kust, letterlijk. Niet alleen kapers, ook andere landen, zoals Engeland deden meerdere pogingen om de Spanjaarden te verdrijven.  Aan het eind van de 16e eeuw besloot de Spaanse koning daarom de stad te ommuren. Die werkzaamheden hebben in totaal 200 jaar geduurd en resulteerden in 13 kilometer lange, dikke muren, die nog steeds overeind staan. Dat die muren nog vrijwel intact zijn mag je verbazen, wat ons nog het meest verraste was de staat waarin de oude stad verkeerde. Schreef ik de vorige keer in mijn argeloosheid, dat het aan Havana deed denken, dan moet ik mij nu haasten om te zeggen, dat er eerst nog heel veel water door de Rijn moet vloeien (en dat gaat met zomers als die van 2018 ook steeds langer duren) voordat Havana zich echt kan meten. Ondanks dus de zeer bloedige geschiedenis en ondanks dat Colombia niet als meest welvarendste land bekend staat, lijken door de eeuwen heen kosten noch moeite gespaard te zijn om deze oude stad in zijn oude glorie te behouden voor het nageslacht. Het heeft er inmiddels wel toe geleid, dat hier minstens zoveel toeristen rondlopen dan in bijvoorbeeld Barcelona om maar eens een dwarsstraat te noemen. Het is dat Cartegena voor de meeste Europeanen een beetje uit de buurt ligt, maar anders …. Misschien is dat maar goed ook, want nog drukker hoeft het hier eigenlijk ook niet te worden.

 

Detlef en Rosi

De laatste avond in Cartagena hebben we doorgebracht op ons favoriete terras, samen met Detlef en Rosemarie (Rosi), een Duits stel in dezelfde leeftijdscategorie als de

Ons favoriete terras

onze. Via hen waren we aan een hotelletje vlakbij de oude stad gekomen, met een beperkte kampeerfaciliteit. Daar hebben wij ook gebruik van gemaakt om e.e.a. in de auto te organiseren. Nu ben ik van plan om nog een keer een kort verhaaltje te schrijven over “Overlanders” waarin zij ook weer ten tonele zullen verschijnen, maar voor een deel van mijn verhaal is het wel belangrijk, dat ik ze nu al wat nader introduceer. Rijden wij met een in sommige ogen rond in een monster op wielen, ons Mannetje dus, zij doen het met met een min of meer normale, niet eens zo grote camper op basis van een VW. Hiermee hebben ze al hele lange reizen gemaakt onder andere naar en door China. Deden ze dat eerst nog in groepsverband, daarna trokken ze er alleen op uit. Maar wat maakt hen in onze ogen zo bijzonder? Dat is, dat ze hartje winter zowel door Siberië als door Alaska zijn gereisd! Ook heel bijzonder: ze zijn al twee keer met de camper de Beringstraat overgestoken. (Dus Jan T., als je dit leest, wat let je nog? Piece of cake!) OK, wij verzuchten bij 35 graden plus wel eens, dat het eigenlijk te warm is, maar dan weet je, dat wanneer de avond valt, het aangenaam wordt. Reis je bij 40-50 graden onder nul, dan blijft het het hele etmaal koud. Als echte overwinteraars is dit wel een heel erg verre van ons bed show. En wat als je verwarming het begeeft? Hebben ze daar in Siberië enige ervaring mee? Je moet er niet aan denken. Vriezen we dood, dan vriezen we dood wordt dan wel erg letterlijk. Panama-Colombia hadden ze ook al eens gedaan, maar dan in omgekeerde richting. Deze reis gaan ze vrij snel door Colombia omdat ze in Ecuador de boot moeten halen naar de Galapagos Eilanden. In april volgend jaar willen ze dan vanuit Montevideo oversteken naar Zuid-Afrika. Op dat punt konden wij hen van dienst zijn door over onze reizen door Afrika te vertellen. Al pratende werden we zelf ook weer enthousiast en een paar dagen hebben we in de overtuiging geleefd, dat we dezelfde boot zouden nemen, met de bedoeling ons Mannetje op een bekend en vertrouwd adres te parkeren, zodat we af en toe daar de winter konden ontvluchten. Maar nu we weer enkele weken verder zijn, hebben we definitief (die) knoop doorgehakt. Dat gaan we niet doen, dat zou gaan lijken op een stationair tweede huis en dat willen we niet. Tegelijkertijd hebben we ons bezonnen over de toekomst, met name over 2019 en daarna. Gaan we nog naar Ushaia, het uiterste zuiden van Amerika om de reis als “overlander” compleet te maken? Nee, dat gaan we definitief niet doen. Tenslotte hebben we in het pre-Mannetje tijdperk in totaal al zo’n 5-6 maanden door Peru, Chili en Argentinië gereisd. Het zou nog meer herhaling worden. Nu hoeft herhaling helemaal niet vervelend te zijn, kijk maar wat wij van de Nationale Parken van de VS zeggen, maar in dit geval zou het relatief ook veel tijd kosten. En tijd is een kostbaar iets, zo realiseren wij ons steeds sterker. Hoewel de geschiedenis leert, dat onze plannen nogal eens wijzigen, zeggen we op dit moment: we maken nog af waar we nu mee bezig zijn te weten Colombia-Ecuador-Peru, Bolivië, Paraguay en Uruguay, maar daarna stopt ons “From here to …?” avontuur. Medio april volgend jaar gaat de auto dan op de boot terug naar Europa, waar we hem vervolgens in de etalage zetten. Dus mocht je interesse hebben in een goed ingereden reistruck of iemand weten met belangstelling, laat het weten en zeg het voort. Snelle beslissers hebben het voordeel, dat ze meteen in Zuid-Amerika kunnen beginnen. Scheelt alweer een hoop gedoe!

Nog een paar dagen strand

Nadat we afscheid hebben genomen van Rosie en Detlef zijn wij op een dagreis afstand van Cartagena aan het strand gaan staan. Een perfecte plaats om de rest van de noodzakelijke werkzaamheden te verrichten. Zo werkte de lier, waarmee ik in geval van een lekke band, het reservewiel omlaag moet takelen, niet meer. Daar kwam ik achter toen ik de lier weer moest monteren. Voor het transport per boot wordt het tarief bepaald door het aantal kubieke meters. Alle uitsteeksels tellen daarbij mee. Omdat de lier minstens 20 centimeter boven alles uitsteekt, is het de moeite waard, die te demonteren. Te weinig gebruikt (gelukkig) en te veel vocht betekende, dat er geen beweging in zat. Met behulp van heel veel van het wondermiddel WD40 en wat forse klappen met de hamer, kwam de boel weer in beweging. Dat was een pak van mijn hart, want hoewel we over nieuwe banden beschikten toen we aan Amerika begonnen, kan een scherp voorwerp altijd roet in het eten gooien. Gelukkig heb ik nog wel de beschikking over de handlier, waarmee de vorige eigenaars het gedaan hebben, maar die heb ik nog nooit uitgeprobeerd. Tegelijk ook de lier aan de voorkant getest en nog wat andere vitale zaken zoals de verwarming. Ja, je leest het goed, de verwarming. Omdat we ook op grote hoogtes gaan komen, is het wel nuttig om te weten of die het nog doet.

Van het strand bij Santa Martha wilden we verder naar het uiterste noordoosten van Colombia, dichtbij de grens met Venezuela. Dat is een uniek gebied waar de oorspronkelijke bewoners, de indianen dus, de dienst nog uitmaken. Daar is niet veel van terecht gekomen, want aangekomen in Uribia, met nog 80 kilometer te gaan naar de voorgenomen overnachtingsplaats, houdt het asfalt op en werd de weg abominabel. Op onze reis door Afrika moest je wel om van A naar B te komen, maar nu hebben we al snel zoiets van: “Dit is geen fun, dit doen we niet”. Bovendien zouden we dan nooit voor het vallen van de avond op de plaats van bestemming zijn. We besloten in Uribia te blijven en een plaats voor de nacht te zoeken. Een heel nieuw gebouw (een station?) met een grote parkeerplaats leek ons wel wat. Als we de toegangsweg inrijden, komen meteen een paar gewapende soldaten op ons af. Als we duidelijk maken, dat we daar willen overnachten wordt de commandant erbij gehaald. Die ziet er geen probleem in en wij prijzen ons al heel gelukkig. Wat wil je nog meer, een heel peloton soldaten om ons te bewaken als wij de slaap der onschuldigen slapen? Nog maar nauwelijks hebben we ons geïnstalleerd en zitten we aan ons eerste biertje, wordt ons duidelijk gemaakt, dat het leger zich ’s nachts terugtrekt in de kazerne! Huh? Geen bewaking? Vreemd, overdag een gebouw bewaken om het ’s nachts onbewaakt achter te laten? Maar de pelotonscommandant heeft al wel de politie verwittigd dat wij daar staan, zodat die een oogje in het zeil kan houden. Meneer agent komt even later op zijn motor aangereden en vindt het bij nader inzien helemaal geen goed idee, dat we daar blijven staan. Inmiddels is het donker geworden als hij ons verzoekt hem te volgen. En zo rijden we, voorafgegaan door de agent op zijn motor met blauw zwaailicht (hebben ze hier altijd aan!), terug naar de stad en worden we ergens op een binnenplaats van een garage afgeleverd. Daar brengen we de nacht door. Omdat we toch in een garage zijn, spreken we tegelijk een olie verversen en doorsmeerbeurt af. Wat daar is fout gegaan weten we niet, maar als we ’s morgens voor ons doen heel vroeg uit bed zijn gekomen, wachten we tevergeefs op de dingen die komen gaan. Veel bedrijvigheid om ons heen, maar niets dat op het betere garagewerk duidt. Dan besluiten we gewoon te vertrekken en niemand die iets zegt of iets van ons wil hebben!

Van de Caribische kust gaat het zuidwaarts, ongeveer evenwijdig met de grens van Venezuela. Over Venezuela gesproken: tot nu toe hebben we nog niets gemerkt van het probleem, dat veel bewoners van dat land hun heil in Colombia zoeken. Wel zijn we een paar keer aangesproken door iemand, die eerst vraagt waar wij vandaan komen om dan vervolgens te melden, dat ze zelf uit Venezuela komen. Er klinkt op zo’n moment iets van blijheid door in hun stem en lichaamstaal. Vooral de eerste dagen rijden we regelmatig op vierbaanswegen, dus dat schiet goed op, maar of het nu een goede of slechte weg is: overal moeten we tol betalen. Kennelijk kent men hier geen wegenbelasting. Gaandeweg wordt het landschap steeds bergachtiger en gaat ons tempo drastisch omlaag. Ons Mannetje en bergen zullen nooit vrienden worden. Er is geen helling zo steil of hij komt er wel, maar vraag niet in welk tempo. Gelukkig is er meestal nog wel een vrachtwagen, die nog trager omhoog kruipt. Daar kunnen we ons dan achter verschuilen, want hoewel we in principe wat sneller zijn hebben we te weinig vermogen over om hem in te halen. Voor de goede orde: ook elders hebben we wel eens hellingen gereden, maar meestal op hele rustige wegen. Hier is geen enkele weg rustig, altijd druk!

Barichara

Twee bekende `must see` plaatsen doen we aan, voordat we in Bogota zijn. Het eerste stadje heet Barichara en ligt tegen een berghelling aan. De smalle straatjes

Veel bekijkd op mooieplek in Barichara

zijn geplaveid met een soort zwerfkeien waar Vlaamse kasseien iel bij afsteken. Allemaal nog origineel uit de tijd van de Spanjaarden. De tijd heeft er als het ware stilgestaan en waar stilstand normaliter achteruitgang betekent, levert het nu een nieuwe bron van inkomsten op: toerisme. En denk nu niet, dat het hier druk is met Europeanen of Amerikanen, nee, het zijn vooral de Columbianen zelf, die hier komen. We stonden daar op een hele mooie plek met prachtig uitzicht op het dal en de omringende bergen, helemaal voor niets en volgens de politie helemaal veilig. Heel toevallig hoorden we van Duitsers, dat er vlakbij ook een nieuwe camping was, gerund door Nederlanders. Hadden we even over het hoofd gezien. Omdat we af en toe toch ook eens wat moeten wassen, strekt het hebben van een wasmachine dan sterk tot de aanbeveling. En zo hebben we kennisgemaakt met Joep en Juul, twee gedreven Nederlanders, die hun finca, reeds acht jaar in hun bezit, sinds kort openstellen aan kampeerders. Zoals ze zelf zeggen, beleven ze daar heel veel plezier aan. We zijn er twee nachten gebleven.

Villa de Leyva

Villa de Leyva is zo´n soortgelijk oud-koloniaal plaatsje, alleen bezit dit stadje een enorm centraal plein, de altijd aanwezige Plaza Mayor met afmetingen van 120 x 120 meter en is daarmee een van de grootste in Amerika. Aan zo’n plein ligt natuurlijk ook de kathedraal van respectabele afmetingen. Hadden we

Fondue!

ons tot dan gelukkig geprezen met het mooie weer, hier kregen we voor het eerst te maken met een regenachtige dag. Omdat we ook nog eens op een hoogte van 2.140 meter zaten, moesten ook voor het eerst de lange broek en het vest weer tevoorschijn komen. De dag eindigde wel leuk met een echte vleesfondue in een niet zo origineel Zwitsers restaurant. Wat smaakte die uiensoep vooraf trouwens ook lekker!

Het letterlijke hoogtepunt, maar zeker niet het figuurlijke, wordt gevormd door ons bezoek aan Bogota, een stad van naar schatting 12 miljoen inwoners, die daar op een hoogte van 2.600 meter leven. Die hoogte zorgde ervoor, dat we op slechts 5 graden verwijderd van de evenaar de dekbedden weer tevoorschijn moesten halen! Twaalf miljoen inwoners is natuurlijk voor Nederlandse begrippen een onvoorstelbare hoeveelheid, maar als iedere dag een klein deel van die bevolking besluit een uitstapje te maken, dan merk je pas hoeveel het er werkelijk zijn. Een hoogtepunt van een bezoek aan Bogota moet een ritje met de kabelbaan of gondel zijn naar een beroemd uitzichtpunt over de stad. Dus stond dat ook hoog genoteerd op ons lijstje van te bezoeken bezienswaardigheden. Maar de

Chaos

chaos die wij bij het basisstation aantroffen, deed ons de moed alras in de schoenen zakken. Ongelooflijk zulke lange rijen wachtenden, die allemaal die dag nog omhoog

Alleen van afstand

wilden. De Efteling op een top zomerdag was er niets bij. Wachten is toch al niet onze sterkste kant, maar als het uren gaat duren is de beslissing gauw genomen: “Dat gaan we niet doen!” Op dat moment dachten we nog, dat het waarschijnlijk zo druk was vanwege de vrije zondag. Maar niks hoor; toen we het de volgende dag, op maandagmorgen dus, weer probeerden, was het wel een iets minder groot gekkenhuis, maar nog altijd veel te druk naar onze smaak. Dus die attractie blijft onafgevinkt op ons lijstje staan.

De voor toeristen meest interessante wijk van Bogota heet de Candelaria met centraal de enorme kathedraal, de Iglesia de San Francisco gelegen aan de Plaza de Bolivar. Waren we nog helemaal onder de indruk van de kermis bij de gondelbaan, dit sloeg werkelijk alles. Het hele plein was omgebouwd tot één groot volksfeest compleet met kinderspelen. We keken onze ogen uit. Een deel van het plein was zelfs bekleed met kunstgras, waar mensen zaten of lagen alsof ze ergens op een mooi gazon vertoefden. Gelukkig kwamen de meeste mensen voor het volkse vermaak, waardoor het binnen in de kathedraal relatief rustig

Volksfeest

was. De Iglesia de San Francisca is niet de enige kerk die we die dag bezocht hebben; op bijna iedere hoek van de straat staat er wel een met allemaal hun eigen, weelderige

aankleding. Als je zo in een kerkbank hebt plaatsgenomen en je gedachten wat laat verwijlen, hoe dit “moois” allemaal tot stand is gekomen, dan vraag je je toch echt af,

Op ’n knieën

wat die Spanjaarden bezield heeft. Zoveel kerken zo dicht bij elkaar. Concurrentie tussen de verschillende orden? Of tussen wijken? Geen idee, maar dat het veel geld, bloed, zweet en tranen heeft gekost, is wel duidelijk. In een van die kerken waren we getuige van een ritueel dat we al kenden van Mexico. Een jongeman, geflankeerd door zijn ouders met in zijn handen een brandende kaars, schuifelt op zijn knieën het hele gangpad door tot bij het altaar. Het deed me weer denken aan prostrerende boeddhisten in Tibet, die zich ook zo als opperste boetedoening of om Boeddha te worden, voortbewegen. Die maken het trouwens nog gekker: die gaan languit liggen, staan op, doen een paar passen en gaan weer liggen. Ik kijk er altijd met zeer gemengde gevoelens naar.

Veel vertier

De rest van de zondag hebben we ons vermaakt door over de volle wandelpromenades te lopen, waarbij na iedere 20 meter weer een andere straatartiest zijn kunsten vertoonde. Kennelijk hebben ze hier een permanente “living statue” competitie. Waarom ik permanent zeg? Omdat ze er de volgende dag allemaal weer stonden! Wat we ook gemist hebben? Het goudmuseum, het mooiste van Zuid-Amerika! Op maandag gesloten. Grrr. Dat Colombia nog niet helemaal los is van zijn verleden, blijkt ook wel uit de vele militairen rondom de regeringsgebouwen. Het wordt je zelfs verboden om over het trottoir te lopen, dat langs de tuin van het presidentiële paleis leidt. Op maandag is zelfs de hele omgeving van de Plaza de Bolivar om voor ons onduidelijke redenen hermetisch afgesloten. Leuk als je met een rondreis net die dag in Bogota bent!

Inmiddels zijn we op weg naar Medellín, berucht vanwege zijn narcotica verleden maar sinds kort in Nederland razend populair (ja toch?) door het programma “Wie is de Mol?”. We bevinden ons weer op laagland niveau met bijbehorende temperaturen. De tijd vliegt voorbij waardoor Lima als terugvlieghaven op 8 december een brug te ver is geworden. Het vliegschema is ondertussen aangepast op Quito, de hoofdstad van Ecuador. Hoe dat verder gaat, lezen jullie de volgende keer wel weer.

Uw scribent aan het werk

5 Responses to “Colombia”

  1. joost & marlien schreef:

    Gerard, “lo que no diremos”. foto met Wil. Wat is dat? Groet, Joost

  2. Saskia schreef:

    Ha Gerard en Wil,

    Wat ziet het er allemaal vervelend uit daar;) Prachtige foto’s en belevenissen weer, inclusief een beetje geschiedenisles. En met de te verwachten Nederlandse temperaturen zijn jullie iig aan het overwinteren daar. Geniet lekker verder samen!

    Groetjes,
    Henk en Saskia

  3. Han Hagen schreef:

    Dag Gerard en Wil,

    Wat een kabbelende reis. Meer aandacht voor de geschiedenis dan kommer en kwel. Houdt dat vol!

    Vr. gr.

    Han

  4. Rik schreef:

    Hoi Wil en Gerard,

    Schitterend verslag weer. Een hoop wijzer geworden over de geschiedenis en veel aantrekkelijker verpakt dan op de RSG destijds!

    Geluukig voor jullie is de ontwikkelaar van WD40 niet gestopt bij poging 39. Naar het schijnt deed dit goedje zijn werk pas echt goed bij de 40e poging vwb de samenstelling.. Het dankt er wel zijn naam aan. Water Detergent nr 40; WD40 dus.

    Goede en plezierige reis verder!

    Grtn uut Wenters

  5. Tim Hovenier schreef:

    Hoi Wil en Gerard,

    zoals jullie mij kennen komt mijn reactie altijd wat later, omdat ik meestal in een weekenddag s’morgens met wakker worden jullie verslag in bed lees met een kopje koffie erbij, maar woensdag is mijn vaste vrije dag vandaar deze keer nu
    die gondel rit ging die evt naar dat grote beeld op de berg? Staat daar niet een soort van kopie in Lissabon? Daar was ik vorig jaar in november
    hoeveel reis verslagen met het mannetje komen er nog? Jammer om te lezen dat jullie de beslissing hebben genomen om te stoppen , had Wil daar de doorslag gevende faktor in?
    tuurlijk ik begrijp het ook wel, straks verder leven vanuit jullie mooie thuis in Winterswijk
    bedankt weer voor het mooie verslag, en alvast goede terugreis op rond 8 december
    warme groet Tim

Laat een reactie achter