You are here: Home > Tussendoortje: Indonesië > De Gordel van Smaragd

De Gordel van Smaragd

Dankzij Multatuli kennen we allemaal de bijnaam van Indonesië: de gordel van smaragd. Met de gordel zal hij de langgerekte aard van deze eilandenarchipel wel tot uitdrukking hebben willen brengen, zoals die zich rond de evenaar slingert. Met “smaragd” doelde de schrijver ongetwijfeld op de schoonheid van het landschap, waar de vele groenschakeringen overheersen.

Het landschap verveelt nooit

Het landschap verveelt nooit

Hoewel wij maar een heel klein deel van de in totaal 17.508 eilanden hebben gezien, menen we dit wel te kunnen beamen; het landschap verveelt nooit. Dat komt ook omdat Indonesië zich in de zogenaamde “Ring van Vuur” bevindt met zijn meer dan 150 actieve vulkanen. Bijna altijd zie je er wel een aan de horizon. Ze hebben in het verleden al voor onnoemelijk veel slachtoffers gezorgd en ook in de toekomst zullen er weer dergelijke rampen plaatsvinden. Had ik het in mijn vorige verslag over een aardbeving, een paar dagen geleden is Sumatra ook weer getroffen. Waren de gevolgen van “mijn aardbeving” te verwaarlozen, in Atjeh daarentegen vielen meer dan 100 doden te betreuren en duizenden daklozen. Dat al die eilanden, uitgestrekt over een oppervlakte van 1.904.569 km2 (Wikipedia) ook voor behoorlijke verschillen onder de bevolking zorgen, is ook niet meer dan logisch. Behalve de afstanden, hebben de belangrijkste religies in de wereld hier mede aan ten grondslag gelegen. Animisme werd

Ring van vuur

Ring van vuur

achtereenvolgens opgevolgd door hindoeïsme en later boeddhisme. Toen de Arabieren zaken begonnen te doen op de verschillende eilanden, werd de islam geïntroduceerd. De lokale vorstenhuizen besloten vaak ter meerdere eer en glorie van zichzelf, om over te stappen naar die nieuwe godsdienst en hun onderdanen hadden maar te volgen, goedschiks of kwaadschiks. In de laatste weken van onze rondreis hebben we in Bali en Flores kunnen vaststellen hoe verschillend die culturen kunnen zijn.

Ceremonie

Ceremonie

Bali heeft voor veel mensen een magische klank. Dat zal ongetwijfeld wel verklaard kunnen worden uit het verleden en uit de totaal andere religieuze beleving dan op Java en Sumatra: het hindoeïsme. Deze godsdienst met zijn verering van al die verschillende goden heeft in onze ogen altijd iets frivools over zich. Het lijkt wel of niets hoeft en alles mag. Dat zal ook wel weer niet zo zijn, want ze hebben vele vaste rituelen om hun goden gunstig te stemmen. Vooral die gelegenheden waarbij bijvoorbeeld de voorouders geëerd worden zijn in de ogen van Westerlingen bijna feeëriek. Gekleed in witte sarongs met traditionele tulbanden voor de mannen, waarbij de vrouwen manden op hun hoofd dragen gevuld met bloemen, fruit en rijst, hebben inderdaad iets feestelijks. Je ziet ook niet echt droevige gezichten. Dat soort processies kom je vaker tegen. Zo herinnerde ik het mij ook van zo’n 25 jaar geleden, toen ik voor het eerst op Bali was. Toen had men er geen bezwaar tegen, dat je met ze meeliep de tempel in om de plechtigheid van nabij mee te maken. Dat is nu niet meer het geval. Terecht denk ik, want Bali is inmiddels overspoeld door toeristen; uit Europa maar vooral ook uit Australië. Dat heeft er voor gezorgd, dat men nu veel

Op iedere hoek van de straat

Op iedere hoek van de straat

Balinezen ontmoet, die alleen maar dollartekens in hun ogen hebben. Als je bij een tempel stopt voor een bezichtiging wordt je belaagd door verkopers. Ook moet je overal entree betalen en een sarong huren. Die opdringerigheid heeft er tot tweemaal toe geleid, dat we besloten om helemaal niet naar binnen te gaan. Er zal bewust of onbewust ook meegespeeld hebben, dat we wat tempel moe geworden waren. Al die offerandes zorgen er trouwens ook voor dat het overal een rommeltje is, vooral nu in de regentijd, want van opruimen schijnen ze nog nooit gehoord te hebben. Dat is ook meteen een groot verschil met Java: ondanks de hoge bevolkingsdichtheid op dat eiland, was het er behoorlijk schoon. Als je onderweg ergens naar een toilet ging, was het opgeruimd. Weliswaar heel nat omdat men veel water gebruikt, maar schoon. Dat is in Bali duidelijk anders.

Welkom? Hoezo?

Welkom? Hoezo?

In tegenstelling tot de Hindoes elders op de wereld worden op Bali de overledenen begraven. Behalve dan in Trunyan aan het meer van Batun, in een traditioneel Aga
dorp. De Aga’s zijn de oerbewoners van Bali. We hebben in de loop van de jaren al heel wat gezien op het gebied van de laatste eer bewijzen. Zo hebben we de praalgraven mogen bewonderen in Buenos Aires, waar de graven gewoon kunstwerken zijn en waar je zelfs een kopie van de Piëta van Michelangelo op ware grootte aantreft. Of de grafstenen met gegraveerde, levensechte portretten van de overledenen in landen als Kirgizië en Oezbekistan. De overtreffende trap wat betreft grafmonumenten voor zover wij die gezien hebben, vind je in Manilla, de hoofdstad van de Filipijnen, waar de rijke Chinezen echt een huis laten neerzetten, waar menigeen in Afrika blij mee zou zijn als woning. Het schijnt oorspronkelijk begonnen te zijn met een afdakje als beschutting tegen de elementen, maar uiteindelijk resulterend in huisjes met stromend water, elektriciteit en een keukentje. Eveneens op de Filipijnen zagen we hoe overledenen in hun kist hoog aan een rotswand worden bevestigd of ergens weggestopt in een grot. Bij Hindoes denken we natuurlijk aan de lijkverbrandingen in Varanasi, het vroegere Benares, aan de Ganges in India. Of bij de Pashuapatinath tempel aan de rivier de Bagmati in Nepal. In laatstgenoemde plaats kun je als toeschouwer plaatsnemen op een soort tribune aan de andere  kant van het water. Dan leer je ook dat de Hindoes weinig is gelegen aan een dood lichaam. Het wordt zonder al te veel plichtplegingen afgeleverd bij de crematieplaats en nadat het lijk is overgedragen aan degene die de daadwerkelijke

Hier liggen ze dan

Hier liggen ze dan

verbranding uitvoert, is het goed en verdwijnt men weer. Alleen voor belangrijke mensen wordt wat meer tijd voor ceremoniële rituelen uitgetrokken. Dat allemaal meegemaakt hebbend, stonden we toch wel versteld van de wijze waarop men in Trunyan met zijn doden omgaat. Met een bootje wordt het in doeken gewikkelde lijk naar een plek gebracht, waar je alleen over water kunt komen. Daar wordt het lichaam gewoon in de open lucht neergelegd. Er wordt slechts met bamboe een soort kooi gemaakt om dieren op afstand te houden. Dat er geen onaangename geur hangt wordt toegeschreven aan een grote, naburige sandelhoutboom. Zoals gebruikelijk bij de Hindoes wordt van alles en nog wat meegegeven. Vonden we deze wijze van lijkbezorging al vreemd, het meest bizarre in het verhaal moest nog komen. Als op enig moment de “begraafplaats” vol is, wordt er geruimd. Vind ik dat zelfs voor onze graven al een nare kreet, op deze plek krijgt het wel een hele bijzondere lading: de

Beenderen op de afvalhoop

Beenderen op de afvalhoop

overblijfselen worden gewoon op een afvalhoop geveegd. Dus kun je tussen de plastic teenslippers, de borden waar de offerandes op gelegen hebben en andere dingen, die nog niet vergaan zijn, ook nog beenderen aantreffen. De schedel wordt bijgezet op een richel tegen de rotswand. Bij het laatste kon ik mij niet aan de indruk onttrekken, dat dit vooral ook diende om het voor de toeristen die deze plek bezoeken, extra macaber te maken. Waarom lagen er anders twee schedels bij de toegangspoort? Dat deze wijze van “begraven” heel uniek is mag ook wel blijken uit het feit, dat het een Unesco predicaat heeft gekregen. Ostik, onze mohammedaanse gids, had toch al niet veel op met Balinezen en deze ervaring heeft hem zeker niet nader tot zijn buren gebracht. Een hoogtepunt van onze reis zou ik het niet willen noemen, maar bizar was het wel.

Een “must” tijdens een reis door Bali is een bezoek aan Ubud. Hoe zoiets groeit weet ik niet, maar het is een soort Valkenburg in het binnenland van Bali geworden. Veel van het vakantievermaak op Bali vindt plaats aan de kust, maar dit plaatsje ligt in de heuvels te midden van rijstterrassen en talloze tempels. Voor veel bezoekers aan Bali is deze plek kennelijk een ideaal uitgangspunt voor andere trips op dit eiland. Wij hebben ons 3-daags verblijf hier vooral gebruikt om niks te doen. Hoewel, noem winkelen maar niks doen! Vooral voor Wil was het na zoveel weken cultuur en natuur weer een eldorado. Onze samenwerkingsformule heeft in de praktijk weer bewezen te werken: ondergetekende neemt ergens op een terras plaats voorzien van een al of niet alcoholische versnapering en Wil gaat daarna winkel in winkel uit. Hadden we gedurende onze reis door Java amper blanken gezien, in dit plaatsje struikel je erover. En dan te bedenken (alweer) dat het laagseizoen is. Zelfs in dit jaargetijde kwam ik al ogen te kort om naar al die verschillende uitgaven van het

Balinese dansvoorstelling

Balinese dansvoorstelling

menselijke ras te kijken en hoe die zich kunnen uitdossen. Vooral ook omdat iedereen hier kennelijk al zijn schroom van zich afgooit en heel veel bloot laat zien. Ook bloot, dat beter bedekt had kunnen blijven. Maar ja, laten we wel zijn: hoe zou je anders je tattoos kunnen showen?

Het hotel waar we verbleven verzorgde in het bijbehorende restaurant iedere avond een Balinese dans tijdens het diner. Dat hebben we drie avonden gedaan, zodat we kunnen zeggen, dat we ook aan dat deel van de Balinese cultuur hebben geroken.

Twee uur vliegen naar het oosten levert weer een heel andere cultuur op. Op Flores zijn de mensen duidelijk meer negroïde en overheerst het Katholicisme. Dit eiland lag kennelijk ver genoeg verwijderd van Sumatra en Java of was niet interessant genoeg voor de handel van de Arabieren om ook “bekeerd” te worden. Het was een Nederlandse ontdekkingsreiziger, die het eiland zijn naam gaf, maar het waren de Portugezen, die het christelijke geloof hier brachten. Dat heeft zo goed wortel geschoten, dat nu nog meer dan 80% van de bevolking katholiek is. Voor het bezoeken van een kerk, hoef je dus niet op zoek, zoals op Java, want ieder dorp heeft er minimaal een. De hoogtepunten van Flores waren voor ons de bezoeken aan de Kelimutu vulkaan, het traditionele dorp Belaraghi en het Komodo Nationale Park.

Prachtige lucht

Prachtige lucht

Voor eerstgenoemde moesten we weer vroeg het bed uit om de zonsopkomst te kunnen zien. De vulkaan is vooral bekend om zijn drie kratermeren, die elk een andere kleur hebben, die bovendien in de loop van jaren ook nog weer eens kunnen veranderen. Dit zal ongetwijfeld te maken hebben met de mate van de vulkanische activiteit. Zo varieert de temperatuur van het water eveneens behoorlijk. Ook hier was natuurlijk weer de vraag waarom zo vroeg en ook nu hebben we daar geen duidelijk antwoord op, want om de kleuren te kunnen onderscheiden, zal het toch eerst licht moeten worden. Het gebeurt niet vaak, maar we hebben deze keer wel genoten van ons vroege opstaan. Dat kwam omdat er een enorme onweerswolk in het oosten hing, juist ja, op de plek waar de zon dus opkomt, een zon die de wolk prachtig van achteren uitlichtte. Het weerlichten en de bliksemschichten maakten er helemaal een visueel feest van. Helaas heb ik de bliksem dit keer niet kunnen vangen met mijn fototoestel, maar de wolkenformaties staan er prachtig op. Volgens de lokale gids, die je moet inhuren (waarom eigenlijk, er was maar één pad?) hadden we echt geluk omdat het helder was. Volgens hem was de dag ervoor niets te zien geweest vanwege de laaghangende bewolking. Je hoort dat soort verhalen altijd met enige scepsis aan onder het motto: “Het zal wel”, maar toen we na ons ontbijt weer op weg gingen, was de vulkaan volledig in de wolken verdwenen. Het zou dus dit keer zomaar waar geweest kunnen zijn.

Een bezoek aan een traditioneel dorp is alsof je een openluchtmuseum bezoekt, maar dan wel met bewoners. Nadat we wat minder geslaagde voorbeelden hadden meegemaakt, was die van de

Traditioneel dorp

Traditioneel dorp

Belaraghi clan een positieve verrassing. Echt mooie oude huizen in Ngadanese stijl, voorzien van veel houtsnijwerk, rond een centraal plein. De lokale gids had hier duidelijk wel veel toegevoegde waarde omdat hij de achterliggende gebruiken en gewoontes kon uitleggen. Dan kijk je met andere ogen tegen de dingen die je ziet aan. Op het oog achteloos geplaatste stukken steen krijgen dan wel betekenis. In deze gemeenschappen staat de clan centraal met hele ingewikkelde, voor mij niet reproduceerbare regels van overerving e.d. Overdag worden deze dorpen alleen bewoond door kinderen en vrouwen, vooral oude. De mannen zijn op het land aan het werk. De oude dames maken zich nuttig, door ook nog op een klassieke manier te weven, uiteraard met de bedoeling, de producten aan de man te brengen.

Een belangrijke reden, zo niet de belangrijkste om Flores in ons reisprogramma op te nemen, was een bezoek aan het Komodo Nationaal Park met zijn bloeddorstige varanen. Bloeddorstig? Valt eigenlijk wel mee. In natuurfilms komen ze vaak zo over omdat ze rücksichtslos en eendrachtig een complete buffel binnen een half uur kunnen verslinden. Maar ja, die beesten moeten ook eten en toevallig zijn het geen planteneters. Bovendien kunnen ze na een zo’n maaltijd weer weken vooruit. Kom daar bij de homo sapiens eens om!

Ja, wij durven wel!

Ja, wij durven wel!

Uitgerekend op de ochtend dat we de dagtrip naar het eiland Rinca, onderdeel van het Nationale Park, zouden maken, regende het pijpenstelen. Nog niet één morgen had het geregend en juist nu wel. En hoe! Het is de hele dag niet meer droog geworden. Toen we aan de haven stonden om in te schepen op zo’n gammel bootje (volgens Wil), was het zicht amper 100 meter. Omdat we de volgende ochtend ook nog wel tijd hadden alvorens we voor een paar dagen naar een “bounty island” zouden vertrekken, besloten we de trip naar Rinca voor die dag af te blazen. “Pas, wacht op beter” om in zwiktermen te spreken. Helaas, er kwam voor ons geen beter. Sterker nog, het regende ’s nachts en ook de volgende ochtend. Bomen waren zelfs ontworteld. Toen we om zes uur al klaar stonden, stortregende het nog steeds. En voor de verandering waaide het ook nog eens hard. Dan krijg je als schrale troost te horen, dat het vorig jaar in november en december helemaal niet geregend heeft!  Natter dan nat kun je niet worden, dus zijn we in arren moede maar vertrokken. Wil had nog een pil tegen zeeziekte gebietst en die had ze hard nodig. Op Rinca aangekomen nam Pluvius even een korte adempauze, waardoor we toch nog zonder onze plastic capes de wandeling konden maken. Het pad had veel weg van een beekje en wadend en soppend door het water kwamen we bij de ingang van het park aan. Na de formaliteiten afgehandeld te hebben, gaf de toegewezen gids/bewaker aan, dat we uit drie rondjes konden kiezen variërend van een uur tot drie uur, maar toen ik wat stond te aarzelen tussen een uur en 1,5 uur, duwde hij mij duidelijk richting de kortste. Niet zo gek natuurlijk als je weet, dat zijn beloning er niet anders van wordt. Vlakbij de verblijven van de rangers zien we de eerste exemplaren. Best wel indrukwekkend, maar ook weer niet zoveel anders, dan sommige krokodillen soorten in Afrika. En daar hebben ze toch best wel enige verwantschap mee, in ieder geval uiterlijk. Gelukkig zijn er nog wel een paar actief, want anders zou het best een slaperig stelletje zijn. En dat doet

Zijn buik is lekker rond

Zijn buik is lekker rond

weer denken aan leeuwen, die als ze hun buikje rond hebben ook dagen nauwelijks van hun plaats komen. Net als een slang schrokken ze hele stukken van hun prooi naar binnen. Alleen de kop van een buffel laten ze liggen, omdat die horens toch wel een beetje lastig zijn. De verdikking in hun lichaam, waar de buit zit, is duidelijk te zien. Daaraan valt dus ook af te leiden of ze pas nog gegeten hebben. De gids maakt een leuke foto van ons met een enorme varaan op de voorgrond. Hij heeft dat vaker gedaan, want door het standpunt wat hij kiest, ziet het resultaat er best dramatisch uit. En dat was natuurlijk ook de bedoeling: kijk ons eens! Dat was ook meteen het enige goede wat hij gedaan heeft. Daarna begint hij eerst een toneelstukje op te voeren, waaruit moet blijken, dat hij totaal verrast is, dat we zelfs het kortste rondje niet kunnen lopen, want door de enorme regenval is een slootje een echte sloot geworden. Jeetje, hoe is het mogelijk, dat ik dat nou niet eerder heb bedacht? Wat een verrassing! Ook een verrassing voor ons is, dat nog nooit iemand op het idee is gekomen om een simpele brug van bamboe te maken. Daar zijn ze in deze contreien best handig in, maar niet in dit nationale park. “We hebben hier geen bamboe” zei hij ook nog. Tja, dan houdt iedere discussie op. Zonder dat we verder ook maar iets gezien hebben, zijn we weer teruggelopen. Was hij ook nog verbaasd, dat er voor hem geen fooi inzat.

Bounty Island

Bounty Island

Na een kort verblijf op een paradijselijk eiland, niet ver uit de kust bij Labuanbajo, waar ik heerlijk gesnorkeld heb, (wat blijft die onderwaterwereld toch mooi) zijn we weer teruggevlogen naar Bali. Daar zijn we in

Fascinerende onderwaterwereld

Fascinerende onderwaterwereld

de bekendste plaats van Bali neergestreken: Kuta. Ook als je hier nog nooit geweest bent gaat er misschien toch een klein belletje rinkelen, komt de plaats je toch misschien ergens vaag bekend voor. Als dat zo is, dan is dat omdat hier in 2002 en later nog een keer in 2005 bomaanslagen hebben plaatsgevonden, waarbij veel toeristen, vooral Australiërs omkwamen. Heel lang gold er ook een negatief reisverbod voor dit deel van Bali.  De rust is weergekeerd en de toeristen weten deze plaats weer te vinden. Hier vind je accommodaties in alle prijsklassen, van simpel tot heel luxe en een grote keuze aan restaurants. Heel lang hebben we bij het boeken geaarzeld tussen de wat luxere, stillere omgevingen die Bali ook kent, of deze kermis. Maar na drie dagen op een “onbewoond eiland in de Stille Oceaan” leek ons een beetje vertier wel leuk.

In Kuta slijten we dus nu de laatste dagen van deze reis in ledigheid. Hadden we met de kennis van nu de reis opnieuw moeten plannen, dan zouden we het ongetwijfeld anders gedaan hebben. Dan waren we dichter bij mijn oorspronkelijke idee gebleven en hadden we meer variatie aangebracht door bijvoorbeeld vaker per vliegtuig te reizen en je dan alleen op de echte hoogtepunten te richten. Zo is het westen van Java wat ons betreft nauwelijks een bezoek waard. Het gevoel, dat we met name veel te lang op Java zijn geweest, overheerst bij ons beiden, zonder daarmee te zeggen, dat we ons niet vermaakt hebben. Zeker niet, het is meer bedoeld als advies aan onze lezers, die er hun voordeel mee  kunnen doen.

Omdat we vanaf augustus nauwelijks thuis zijn geweest en er voor 2017 ook alweer het een en ander op de planning staat, hebben we besloten de rest van de winter niet meer weg te gaan. Dat zal wel afzien worden, juist nu we nu een historisch koude winter tegemoet gaan met een echte Elfstedentocht. Ja toch, het moet toch wel een keer weer gaan vriezen? Zul je zien, net in de winter, dat wij thuis zijn! Hebben wij weer!

Op 1 april 2017 gaat ons opgefriste Mannetje en op nieuw schoeisel per boot een reisje maken naar Halifax in Canada. De passage is reeds geboekt. Een paar dagen na de Pasen vliegen wij hem achterna en gaat onze volgende aflevering van “From here to …?” van start. De planning is, dat we dan het westen van Canada en Alaska met een bezoek gaan vereren. We houden jullie uiteraard op de hoogte.

Voor nu wensen we jullie allemaal Fijne Feestdagen en een heel voorspoedig 2017!

wenskaart

6 Responses to “De Gordel van Smaragd”

  1. Henk en Gyonne schreef:

    Lieve luitjes,
    Wat een geweldige ervaringen hebben jullie weer opgedaan en wat heb je het mooi verwoord Gerard! Ondanks jullie vele reiservaringen worden jullie ook nog steeds verrast door nieuwe belevenissen en inzichten! Gewoon volhouden en op deze manier door blijven gaan in 2017 lijkt ons!
    Lieve groeten,
    Henk en Gyonne

  2. Rinus Sinke schreef:

    Mooi verhaal Gerard. Ik heb weer van alles opgestoken over de Gordel van Smaragd.
    In ieder geval de Beste Wensen voor 2017.
    Groet,
    Rinus

  3. Han Hagen schreef:

    Dag Gerard,

    Een mooi reisverhaal van dit deel va de wereld. Ik kan de geur nog terughalen. Het is een mix van de eigen cultuur en de onze. Dat maakt het zo herkenbaar en bijzonder.

    Zondag gaan we weer op de Hollandse toer met Dick, Jacqueline en Fleur. Tot dan.

    Vr. gr.

    Han

  4. Tim Hovenier ook allias Menno Menno schreef:

    Hoi hoi

    Wederom bedankt voor dit reisverslag
    Als ik nog met marcel was geweest, had die de verhalen van overlijden en begraven zeker intressant gevonden
    Ja ja Nederland is ook mooi, daar hebben jullie zo ruim de aankomende 3 maanden de tijd voor
    Ik beloof niets, maar wel voornemens om in januari naar Winterswijk te komen
    Vanuit Ede wens ik jullie goede kerstdagen toe en een goed nieuw (reis)jaar
    Warme gluhwein groet Tim

  5. First Lady schreef:

    My President & Wil,

    Jullie durven zeg. Een close encounter met een komodo varaan en on top een prima foto met z’n drietjes, ook al wilde de varaan niet recht in de camera kijken. Dat is iets anders dan de onschuldige baby schildpadjes.

    En weer interessante verhalen my pres over de gordel van smaragd. Moest wel nadenken wat Animisme ook weer was en hoe de geschiedenis verloopt. Een paar mooie foto’s van de vulkaan zèg. De foto’s van de jonge getinte meisjes lijken enorm op Colombiaanse meisjes van indiaanse afkomst. Dan lijkt de wereld erg klein.

    Inmiddels home sweet home en dromen van een strenge winter met een Elfstede tocht !!!!!!!!! Velen dromen hiervan.

    Morgen 19 december vertrek ik naar Aruba en ben daar 3 weken onder de pannen. Graag wens ik jullie “warme feestdagen” en een bruisend 2017. En laten we maar onze zegeningen tellen, want dan kunnen we niet alleen goed tegen de kou, maar ook tegen de buitengewoon droevige dingen die er om ons heen plaats vinden.

    Greetz from Diemen.
    Fstldy

  6. dick schreef:

    kIJK DA’S EEN LEUKE VERRASSING! Vind ik bij het opruimen van de mailbox nog zo’n pareltje geschiedschrijving! Had niet eerder tijd te lezen en zodra hij van de 1e pagina af is heb je er geen erg meer in datie er was. tot volgende week!
    Groet dick en jacq

Laat een berichten achter aan First Lady