You are here: Home > Tussendoortje: Indonesië > Druk, druk, druk

Druk, druk, druk

En dan bedoelen we niet, dat we zo druk met allerhande bezigheden zijn, nee, dan hebben we het vooral over de mensenmassa hier. Druk is toch wel de eerste impressie die je bijblijft als je nog maar korte tijd op Java verblijft. Dat begint al als je van de luchthaven van Jakarta naar Bogor rijdt, onze eerste overnachtingsplaats. Je bent een paar uur onderweg zonder dat de bebouwing ook maar een ogenblik ophoudt. In

Botanische tuin met paleis in Buitenzorg

Botanische tuin met paleis in Buitenzorg

alle reisbrochures wordt het voormalige Buitenzorg beschreven als een plaats om tot rust te komen, hoger in de bergen gelegen met daardoor een aangenaam klimaat. Natuurlijk, die beschrijvingen refereren aan vroeger, aan de koloniale tijd, maar toch is daar nog iets van blijven hangen in de hedendaagse reisbrochures. Wij zien echter alleen maar een stad met heel mensen, waarvan het gros ook nog eens op een motor rijdt of zich in zo’n minibusje laat verplaatsen. Ze noemen Bogor de stad van de 1.000 minibusjes. Doordat ze vaak langzaam rijden om klanten op te pikken, zich niet aan de regels houden, vormen ze een voortdurende “pain in the ass” van iedere chauffeur. Ook van mij als we in Afrika hetzelfde fenomeen tegenkwamen. Op onze vraag of Bogor een grote stad is reageert onze gids met een: “Nee hoor, ze hebben “maar” 5 miljoen inwoners”. Inderdaad, vergeleken met Jakarta en nog een paar andere echt grote steden, valt het wel mee: die tellen 10 miljoen of meer inwoners. Kun je nagaan: alleen in de regio Jakarta-Bogor wonen meer mensen dan in heel Nederland! In het licht van die sterke urbanisatie is het eigenlijk wonderbaarlijk dat de Botanische tuinen, waar Bogor beroemd om is, nog steeds vrijwel onaangetast zijn gebleven. Vooral ook als je kennis neemt van de frustratie van onze gids/chauffeur Ostik. Hij heeft stadsplanning gestudeerd aan de Universiteit van Bandung, maar toen hij het geleerde bij de overheid in de praktijk wilde brengen, bleek dat investeerders met een zak geld het vaak wonnen van goede weloverwogen plannen. Het is nog niet zo lang geleden, dat Indonesië nummer 1 stond op de lijst van meest corrupte landen in de wereld!
Waar we ook weer ontzettend aan moesten wennen, wat heet, het went nooit, is aan die luidruchtige volgelingen van Mohammed. Nu schijnt die ooit gezegd te hebben, maar zelfs dat waag ik te betwijfelen, dat de Iman midden in de nacht, zijn gemeente vanaf de minaret moet oproepen voor het ochtendgebed. We hebben van de gids inmiddels geleerd, dat je voor het bidden ook al het voorgeschreven wasritueel moet hebben voltooid. Heb je seks gehad, dan moet je zelfs eerst je hele lichaam reinigen. Dus als ze ’s morgens vroeg onder de douche staan …… Dit alles, inclusief het gebed moet afgerond zijn voor de zon opkomt, dus beginnen de Imans om circa 4.00 uur (jazeker, je leest het goed, soms zelfs nog vroeger) met hun oproep. Maar wat die goede Mohammed natuurlijk nooit heeft kunnen bevroeden, waren de uitvindingen, die in de eeuwen daarna plaatsvonden en al helemaal niet, dat zijn volgelingen die zouden gaan misbruiken om de heilige boodschap met 1.000 watt versterkt over zijn discipelen uit te storten. Ongelooflijk, wat een kabaal. Wat het nog erger maakt is, dat de diverse moskeeën tegen elkaar opbieden en elkaar letterlijk proberen te overschreeuwen. Voor het eerst in al die jaren gebruik ik oordoppen om al die herrie buiten te sluiten! En warempel, het werkt!

Regen regen regen bij Pak Biet

Regen regen regen bij Pak Biet

Nou vooruit dan, om deze klaagzang te voltooien meteen nog maar een. De kop van dit verhaaltje had ook kunnen luiden: “Regen, regen, regen”. Nu wisten we natuurlijk al voordat we vertrokken, dat deze tijd van het jaar de regentijd is. Misschien wel tegen beter weten in, hoopten we, dat het bij af en toe een heftige tropische bui zou blijven. Dat zegt iedereen toch immers, vooral de mensen die er nog nooit geweest zijn, dat de regenval in de Tropen “heel anders” is? Een forse bui en dan schijnt de zon weer. Nou, vergeet het maar, een hardnekkig misverstand. Het enige wat klopt, is dat het inderdaad meestal begint met een geweldige plensbui. Maar dat het daarna nog uren door kan blijven regenen, vermeldt het verhaal niet, maar dat is wel de praktijk van het regenseizoen. Kortom, ’s morgens schijnt (soms) de zon en rond het middaguur heeft de atmosfeer zich voldoende opgeladen voor de eerste onweersbui. Tot in de loop van de avond blijft het vervolgens regenen. Nu was dat in ieder geval de praktijk van de afgelopen weken in de bergen. We zijn nu in Pagandaran, dat aan de kust is gelegen. Misschien is het daar anders. Hopen we.
Genoeg gezeurd, tijd om over wat vrolijkere, luchthartige zaken te vertellen. Voor de eerste vrolijke noot zorgde mijn betere helft. In Sukabumi waren we te gast bij meneer Pak Biet, een voormalige ambtenaar van het Ministerie van Toerisme, die hier een klein paradijsje heeft gecreëerd waar het goed toeven is. Bij aankomst zouden we een rondleiding krijgen door de nabijgelegen kampong. Dat is, zo hebben we gemerkt, niet alleen een bezienswaardigheid voor de buitenlandse toerist, maar ook voor de verstedelijkte Javaner. Omdat het bij aankomst pijpenstelen regende werd de excursie uitgesteld tot de volgende morgen. Onder een mooi zonnetje begonnen we opgewekt aan de wandeling. Aanvankelijk leidde die over verhardde paden, maar na een kort bezoek aan de lokale lagere school, namen we de landschappelijk veel mooiere route door de rijstvelden. Nu heeft iedereen waarschijnlijk al wel eens een foto van de sawa’s gezien en

Ostik was als eerste aan de beurt.

Ostik was als eerste aan de beurt.

kan zich de mooie, terrasvormige rijstaanplantingen herinneren. Rijst heeft veel water nodig, daarom worden dijkjes gemaakt, waarbinnen het veldje bevloeid wordt. Die dijkjes, nauwelijks twee voeten naast elkaar breed, vormen dan tevens de paden tussen de velden. Zelfs in droge tijden lopen we hier al enigszins verkramp overheen, bang als we zijn om ons evenwicht te verliezen, maar als het de dag ervoor uren geregend heeft en de vette klei glibberig is geworden van al die nattigheid, ja dan moet het wel een keer misgaan. Zelf ontsnapte ik maar ternauwernood omdat die soppige dijkjes al helemaal niet berekend zijn op 100+ figuren zoals ik; ze zakken spontaan onder je voeten ineen. Ostik ging als eerste onderuit, wat natuurlijk al tot grote hilariteit leidde, maar Wil verzorgde de grootste bron van vermaak. We moesten een klein slootje oversteken en Wil dacht dat ook even te doen. Manmoedig stak ze haar ene been naar voren, maar vergat alles wat daar boven zit van de nodige snelheid te voorzien. Gevolg: toen ze ongeveer midden boven het slootje hing, won de zwaartekracht het onverbiddelijk van de voorwaartse snelheid en viel ze weer terug. De kant waar het andere been nog vaste grond dacht te hebben, brokkelde af en zo gleed ze de sloot in. Het was nog niet eens eenvoudig om haar tegen de glibberige kant weer op het droge te krijgen. Aan het eind van de wandeling was de score: 2x Ostik, 2x Wil, 0 x Pak Biet, 0 x ondergetekende. En met dat laatste was ik heel blij, moet ik zeggen. Niet omdat ik bang ben een nat pak op te lopen, nat wordt ik toch wel van mijn eigen zweet, maar wel omdat ik zoals altijd, de fototas aan mijn schouder had hangen; die wil je niet in het water hebben. Als het heel spannend werd, hield ik de tas maar zo vast, dat als ik zou vallen, de tas boven water zou blijven.

Restant koloniale tijd

Restant koloniale tijd

Een bezoek aan Bandung leverde bijna een klein rampje op. Net als Bogor is dit ook een stad waar in de reisbrochures vooral aan het koloniale verleden gerefereerd wordt. Ook wij vinden het best wel leuk als we ergens op de wereld iets terugzien van wat onze voorvaderen hebben opgebouwd. In Bandung is dat maar bar weinig, zijn wij van mening. Een paar gebouwen met een Nederlands opschrift op de gevel, dat is het wel zo’n beetje. Als het dan ook al voor het middaguur begint te gieten ben je gauw klaar met de sightseeing. Onze gids leidde ons voor de lunch naar een restaurant, dat kennelijk zeer populair is bij ex-pats en toeristen. Dat er hamburgers en clubsandwiches op het menu staan, zal daar wel niet vreemd aan zijn. Hoewel het Indonesische voedsel ons nog geenszins tegenstaat, hebben we toch ook maar een sandwich genomen. Terug in de auto ontdek ik, dat ik mijn portemonnee kwijt ben. Ik krijg het Spaans benauwd want ik ben er eigenlijk meteen van overtuigd, dat die ergens op straat is terecht gekomen. Waarom zul je vragen? Omdat dat komt door de constructie van die tas. Het vak waarin ik altijd mijn geldbuidel bewaar, wordt afgesloten met een rits. Om voor mij onduidelijke redenen (versteviging wellicht) zit er nog een flap omheen. Die is zowel aan de boven- als onderkant open. Je moet dus altijd goed opletten, dat je de portemonnee wel in de goede “gleuf” stopt. Samen met Ostik loop ik snel weer terug naar het restaurant, maar eigenlijk al beseffend, dat ik hem gewoon kwijt ben. Als we langs een stalletje met wajangpoppen lopen, wordt Ostik aangeroepen door de eigenaar van het stalletje. Ik loop al verder maar wordt teruggeroepen. Meteen als ik mij omdraai zie ik mijn portemonnee in de handen van de man. Gauw de inhoud gecontroleerd en warempel, alles lijkt er nog in te zitten. Ik geef de man spontaan een briefje van 100.000 (7 euro). Hij mompelt wat waaruit ik ten  opmaak, ten onrechte zo blijkt later, dat hij dat wat weinig vindt. Dus geef ik hem nog zo’n briefje, want ik moet er niet aan denken, dat ik al mijn pasjes had moeten blokkeren. Later vertelt Ostik mij, dat hij die eerste 100.000 al erg veel vond; dat was wat hij mompelde. Ook bleef hij herhaaldelijk zeggen, dat hij hem niet gestolen had, iets wat bij mij geen moment was opgekomen. Maar ’s avonds zette het me wel een beetje aan het denken, mede door hetgeen hij Ostik verteld had. Hij had de portemonnee zien vallen, maar we zouden te hard gelopen hebben, zodat hij ons niet meer kon terugroepen. Dat klinkt een beetje ongeloofwaardig omdat wij vanwege de warmte nooit hard lopen. Maar ach wat geeft het, op het moment dat het er op aankwam sprak in ieder geval zijn geweten en was ik heel blij en opgelucht. Een klein rampje was afgewend. En als het kalf verdronken is, in het onderhavige geval dus nog net niet, dan wordt de put gedempt. Dus zoeken we nu een schoenmaker, die de flap kan vastzetten, waardoor die vergissing niet meer gemaakt kan worden.
Tijdens deze reis zullen we een aantal vulkanen gaan bezoeken. Twee hebben we er inmiddels afgewerkt. De eerste was de Tangkuban Perahu. Dat is zeker niet de meest indrukwekkende. De vorm

De eerste vulkaan deze reis

De eerste vulkaan deze reis

van de krater is vergelijkbaar met die van de Vesuvius, wel wat meer zichtbare vulkanische activiteit, maar daar heb je het dan wel mee gehad. Het circus eromheen was wel typisch Aziatisch. Rondom de krater allemaal souvenirstalletjes, terwijl je ook frequent aangesproken wordt door straatverkopers. En dat dan terwijl het geen hoogseizoen is en ook geen weekend. Als je de omvang van de parkeerplaatsen ziet, dan kun je je ook een voorstelling maken hoe druk het kan zijn. Het regenseizoen heeft toch ook wel zijn positieve kant!

Wandeling van 7 kilometer

Wandeling van 7 kilometer

De tweede vulkaan was de Papandayan. Mijn Facebook-vrienden hebben middels wat foto’s en zelfs een filmpje al gezien, hoezeer dit een “echte” vulkaan is, de meest actieve van West Java, die regelmatig gesloten wordt vanwege explosiegevaar. In 1772 vond hier een enorme uitbarsting plaats, die aan meer dan 3.000 mensen het leven kostte. In 2002 moesten duizenden mensen hun huizen verlaten, omdat een nieuwe uitbarsting plaatsvond. Gelukkig vielen er toen geen slachtoffers.
Wil liet verstek gaan omdat ze aan een eerdere wandeling van 7 kilometer (ja, ja, jullie lezen het goed!) een paar ontvelde tenen had overgehouden. Al dat water bij Pak Biet is de schoenen kennelijk niet goed bekomen. Een klauterpartij van een paar uur zoals, die ons was voorgeschoteld om bij de krater van de Papandayan te komen, zag ze even niet zitten. Een gids gaat

Grapje van de gids

Grapje van de gids

met je mee naar boven en leidt je rond. De krater van deze vulkaan bestaat niet uit één groot gat, maar uit een vlakte, met overal openingen. Uit de een spuit de stoom sissend naar buiten, op andere plekken stroomt er kokend water uit. Hier en daar bubbelt een modderpoel. Daar waar de gaten klein zijn en de hete lucht naar buiten geperst wordt, ontstaan bijna koraalachtige afzettingen van zwavel, meestal geel van kleur; een fantastisch gezicht. Als ik me helemaal aan het uitleven ben met mijn camera’s, blijken de accu’s voortijdig leeg. Wat nog erger is: de reserve exemplaren liggen beneden, want om gemakkelijker te kunnen lopen, had ik de toestellen in een rugzak meegenomen. Tot mijn stomme verbazing, biedt de gids aan om “even” terug” te lopen om ze op te halen. Te verbouwereerd om echt te protesteren is hij al weg. En daar zit ik dan, moederziel alleen tussen al dat geborrel en gesis. Opnieuw realiseer ik mij, dat het regen=laagseizoen een belangrijk voordeel heeft: weliswaar geen blauwe lucht maar wel helemaal alleen tussen dit natuurgeweld. Als de gids na drie kwartier(!) terug is, hij is de eerste om toe te geven, dat het toch wel tegenviel, kunnen we weer verder gaan met onze rondgang. Al met al zijn we wel zo’n vier uur boven geweest, een magnifieke ervaring! De afdaling was daarna een fluitje van een cent.
Er valt best nog wel meer te vertellen over deze eerste twee weken, maar dat doen we dan een andere keer misschien nog wel. We streven tenslotte niet naar volledigheid. Tot een volgende keer.

4 Responses to “Druk, druk, druk”

  1. First Lady schreef:

    My President & Wil,

    How do, how do. Gaat het weer met de tenen van Wil?

    Volgens je beschrijving maakte ze letterlijk een elegante spagaat om vervolgens in het water terecht te komen. Haar en al nat en onder het glibberige spul ? Of viel dat mee??? Ik neem aan, dat ze niet anders kon, dan een tijd met haar natte kleren rond te lopen. Heb je stiekem wel een paar foto’s van haar genomen????????????

    En ben je vergeten, dat de haan ook al vanaf 4 uur begint te kraaien, dus geen gekke gedachte, dat de tropische Imans hun volgelingen ook omstreeks die tijd oproepen. Toch wel een vorm van kastijding. Goed spul hoor die oordoppen.

    En………….wat een geluk, dat je je portemonnee terug gevonden hebt. Zowel voor jou als de vinder is dit: unforgettable en moet ik denken aan het romantisch liedje van Nat King Cole: unforgetable en dat voor maar 14 euro.

    Leuk verhaal weer my pres en een paar schitterende foto’s van de natuur. Druk, druk, druk en nat, nat nat en in je kikkerlandje wordt het koud, koud, koud met wat regen en wind.

    Blijf genieten en ik ga mijn hoofd breken hoeveel 1 + 5 is, zodat jullie mijn bericht kunnen ontvangen.
    Greetz fstldy

  2. Desiree Rootinck schreef:

    Wat een prachtig verhaal Gerard. Nog steeds denk ik dat jij reisboeken moet gaan uitgeven. Dit zijn de beste verhalen. Iedereen weet nu dat je extra kleding moet hebben als je de sawa’s wilt bekijken van heel dichtbij. En ja , oordoppen is niet alleen handig tegen het geluid van schreeuwende imams. Ik hoor wel eens andere geluiden en dan zijn ze ook handig.

    Hier in Winterswijk mis je NIETS. Jij klaagt over regen. Nou hier hebben we ook te maken met een regenweek. Maar dan ook nog koude erbij.
    Mijn vader haal ik morgen op uit het ziekenhuis. Hij was opgenomen met benauwdheid en een hartslag van 200.
    Maar gelukkig hebben ze het bijna onder controle en mag hij thuis rustig aansterken. Met de nadruk op rustig! Ik ben benieuwd.

    We wensen jullie heel veel plezier en ik verheug me op het vlvd verhaal

  3. Han Hagen schreef:

    Dag Gerard en Wil,

    Mooi verhaal weer. Ik kan me de opkomende warmte voorstellen toen je merkte dat je je portemonnee kwijt was. Ik heb het in Spanje een keer gehad. Meteen terug naar de plaats waar ik het verloren zou kunnen zijn, maar daar was het natuurlijk niet meer. Tegen beter weten in toch maar naar het politiebureau gegaan en zowaar daar was hij naar toegebracht. Alle pasjes zaten er nog in, maar het geld was door de vinder (of door de politie) verwijderd. Het was iets van € 100,–, zodat de schade meeviel.

    Ik was ook op Java bij die vulkanen. De fosforgeur overheerst daar hè. Prachtig land. We maakten een treinreis van Jakarta naar Bandung dwars door de jungle.

    Mooie reis verder.

    Han

  4. dick schreef:

    Hoi, Wil ontvelde tenen? Toch niet van haar pumps hoop ik?!
    Weer een leuk verhaal, we kijken uit naar de volgende,
    Groetjes
    Dick en Jacq

Laat een berichten achter aan Desiree Rootinck