You are here: Home > Voorbereidingen > Op bezoek bij Albert Schweitzer in Lambarene

Op bezoek bij Albert Schweitzer in Lambarene

Kilometers moesten we maken, kilometers hebben we inmiddels gemaakt. Van Abuja in Nigeria door Kameroen tot Lambarene in Gabon. De evenaar zijn we inmiddels gepasseerd en de zon staat nagenoeg loodrecht boven ons. Nog een goede dagetappe en we staan aan de grens van Congo, Brazzaville. Maar nu loop ik vooruit op de zaken. Eerst nog maar eens terugkijken naar wat er in de afgelopen weken is gebeurd.

 

Geen commentaar

 

Om het vorige verhaal op het internet te krijgen, ben ik voor het eerst ook een beetje aan het hacken geslagen. In het Sheraton in Abuja, wagen ze het om 5 euro voor 20 minuten Wi-Fi te vragen. Als je bezig bent om je verhaal op het web te krijgen en wat foto’s te uploaden, dan is 20 minuten natuurlijk helemaal niks. Omdat de code, die je na betaling ontvangt, nogal simpel was, kon ik met een eenvoudige try and error de volgende beschikbare code vinden voor weer eens 20 minuten. Dat heb ik zo een aantal malen gedaan, zo vaak als nodig was. Het zal de dagen erna ongetwijfeld tot een aantal boze klanten hebben geleid, die betaald hebben, maar tot de ontdekking komen, dat hun sessie al verlopen is. Maar daar kan ik niet echt mee zitten. Jazeker, het is diefstal, maar ik vind zo veel geld vragen voor een service, die je ook gratis kunt aanbieden, ook diefstal.

 

En dat zat in de band

Voordat we Abuja verlieten, gingen we eerst nog uitgebreid inkopen doen, bij een hele grote Spar-supermarkt. De auto kon uitstekend geparkeerd worden langs het trottoir voor de winkel. Uiteraard komen mensen dan dichterbij om ons Mannetje te bewonderen. Terug van het boodschappen doen en druk met het inladen, kwam er een knul naar mij toe om op het linker achterwiel te wijzen. De eerste gedachte die door mij heen flitste was: “Pas op voor de Zuid Europese truc!” Je afleiden en ondertussen je spullen uit de auto pikken. Maar nee hoor, in dit geval niet. Ze hadden de auto tijdens onze afwezigheid zo goed bekeken, dat ze ook een enorme bout (M6? M8?) ontdekt hadden, die helemaal in het rubber van de band verdwenen was. Alleen de kop stak er nog bovenuit en was zelfs al afgesleten. Waarschijnlijk had hij daar dus al een tijdje gezeten. Alleen met een sleutel heb ik hem er uit weten te draaien, waarbij bij iedere slag mijn verbazing toenam. Ongelooflijk! Ongelooflijk, dat zo’n bout überhaupt zo naar binnen kan dringen, ongelooflijk, dat de band niet lek gestoken was. Vele dagen later, we stonden toen al aan het strand in Kameroen, stond hij op een ochtend toch leeg. Omdat het diezelfde band was, denk je meteen, dat hij alsnog lek geraakt is, hoewel het wel vreemd blijft, na zoveel dagen. Dus een reservewiel laten zakken. Maar voordat ik echt aan het wisselen geslagen ben, toch nog maar eerst eens opgepompt. En jawel hoor, die lucht zit er nog steeds in. De enige mogelijke verklaring is, dat het ventiel heeft gelekt, nadat ik de spanning van alle vier de banden de dag ervoor gecontroleerd had. Kortom, die band doet het nog steeds. En ik heb een keer kunnen oefenen om een reserveband uit het rek te takelen en weer terug op zijn plaats te zetten, wat ook nooit weg is.

Onze overnachtingen leveren ook nog wel eens stof tot praten op. Wil heeft een voorkeur voor het overnachten bij benzinestations ontwikkeld. Zelf zoek ik het liever wat meer buitenaf, maar  als compromis vind ik het OK. Zo stonden we een avond bij een mooi station, maar wel met een bar aan de overkant. Of misschien was het gewoon een winkeltje, dat luidsprekers verkoopt. Hoe dan ook, de muziek klonk luid en duidelijk, daar zijn ze hier niet kinderachtig in, want alleen snoeihard is goed. Dus hielden we ons hart wel een beetje vast voor de nacht. Maar gelukkig, om tien uur ging de geluidsinstallatie uit en werd het aangenaam rustig. Wie schetst echter onze verbazing, toen ineens midden in de nacht complete preken en geestelijke liederen uit de luidsprekers van het benzinestation zelf klonken? En dat ook op standje 10! Kennelijk hadden we te maken met een nachtwaker, die een beetje bang in het donker was en de hulp van de hogere machten inriep. Het repertoire was bovendien zeer beperkt, waardoor dezelfde CD keer op keer herhaald werd. We hebben al eens gezegd, dat in Nigeria een zekere godsdienstverdwazing heerst, maar dit sloeg toch echt alles van wat we er tot nu toe zelf van mee hebben gekregen.

Niet alleen in Nigeria, maar ook in Kameroen en Gabon, bedient de bemanning van een checkpoint zich van latten met daarin grote spijkers. Die ligt dwars over de weg en is dus heel effectief om je als automobilist te laten stoppen. Alleen in Nigeria lopen van die jongens rond, ik noem ze tegenwoordig  al “spijkerjongens”, die in groepen opereren en gauw hun latten op de weg leggen als je er aan komt rijden. Ze staan daar niet speciaal voor de toeristen, want dan zou het weinig opleveren. Tenslotte kun je het aantal toeristen, dat hier dagelijks passeert wel op de vingers van één hand tellen. Dat kan ook een verklaring zijn voor de onzekerheid, die ze bekruipt, als je luid toeterend (en we hebben een serieuze toeter aan boord) op ze af rijdt, je armen in vertwijfeling omhoog steekt, maar ondertussen natuurlijk wel je snelheid zodanig in de gaten houdt, dat je nog kunt stoppen. Hun onzekerheid is zo groot over wat die rare buitenlander gaat doen, dat ze eieren voor hun geld kiezen en hun latten terugtrekken. Dit succes sterkte me nog meer in mijn overtuiging om meteen, bij iedere checkpoint,  zelf in de aanval te gaan. Gelukkig was dat in Kameroen al bijna niet meer nodig en in Gabon mogen we vrijwel meteen doorrijden, du moment dat men ziet dat wij buitenlanders zijn.

 

Slechter dan dit was het niet

Dan is het grote moment aangebroken, dat we Kameroen binnenrijden. De weg van Ekok naar Mamfé, een afstand van circa 70 kilometer, is berucht bij overlanders, want het staat bekend als het meest stukje slechte weg in dit deel van Afrika. Vooral in het regenseizoen kan deze weg zelfs totaal onbegaanbaar worden. Wil je zien, hoe die weg er dan uitziet, dan raden we je aan om de website van travel2survive.com te bezoeken en de filmpjes die daarop staan te bekijken. Met het moeilijke traject op weg naar Abuja nog vers in ons geheugen, zagen we toch best wel op, tegen deze nieuwe uitdaging. Maar hoe anders kan het in het droge seizoen zijn! Het is dat we zelf die filmpjes ook bekeken hebben en het verhaal meerdere malen gelezen hebben, anders zouden we het niet geloofd hebben. Een wereld van verschil, nu de modder opgedroogd is. Dan blijkt de weg zelfs beter te berijden, dan de weg in Nigeria, die we hiervoor al gememoreerd hebben. Om circa 11.30 uur hadden we alle grensformaliteiten achter de rug en konden we aan de weg beginnen. Nog geen vijf uur later, waren we al zo’n 60 kilometer voorbij Mamfé. En dan te bedenken, dat men er soms drie dagen over doet om van de grens in Mamfé te komen! Overigens zal deze tot de verbeelding sprekende piste binnen afzienbare tijd alleen nog in de verhalen voortleven, want er wordt onder leiding van Chinezen, met man en macht gewerkt, aan een geheel nieuwe weg. Die wordt dan net zo fraai, ook landschappelijk gezien, als het verdere traject na Mamfé.

 

Barriere de la pluie

Niet lang zou het echter meer duren, voordat wij onze eerste regentijd ervaring zouden krijgen. Op weg van Kriby aan de kust in Kameroen naar Gabon hebben we 170 kilometer piste gereden, die door de enorme onweersbuien van de nachten ervoor veranderd was, van een harde gravelweg in een glibberige massa, waarop je uiterst behoedzaam moet manoeuvreren om niet onverhoeds van de weg te glijden. “Onweersbuien?” hoor ik daar iemand opmerken. Jazeker, sinds we in Kameroen zijn, hebben we bijna dagelijks een bui gehad. Bij bui moet je denken, aan die ene onweersbui, die we zomers in Nederland hebben, waarbij dakgoten overlopen, putten het niet meer aan kunnen, tunnels blank komen te staan en De Telegraaf de volgende dag een halve voorpagina nodig heeft om met een foto duidelijk te maken hoe erg het was. Nou, zo’n bui dus, en dat dagelijks. Tenslotte valt in deze contreien jaarlijks zo’n 10 meter(!) water uit de hemel. Daar steekt onze Nederlandse 75 centimeter heel schril bij af. De huidige periode noemen ze hier de kleine regentijd. Niet dat we er achteraf spijt van hebben, maar hadden we van te voren geweten, wat ons te wachten stond, dan hadden we waarschijnlijk een andere weg gekozen. Op de kaart stond de weg als mooie rode hoofdroute aangegeven. Van andere reizigers hadden we niets over deze weg gehoord, waarschijnlijk omdat die allemaal via de hoofdstad Yaoundé reizen. Dus toen de GPS ons een onverharde piste opleidde, dachten we eerst nog te maken te hebben met een kortere verbinding naar de hoofdweg. Totdat we door een echte slagboom over de weg werden tegengehouden. Iemand kwam op ons af en maakte ons duidelijk, dat de weg in verband met de overvloedige regenval gesloten was. Dat zou nog minimaal vier uur duren. Nog steeds in de veronderstelling, dat we misschien wel op de verkeerde weg zaten, liet ik de man de wegenkaart zien. Hij bevestigde wat de GPS ook al de hele tijd aangaf: ja, dit is de weg die je moet hebben. Er is geen andere. We hadden inderdaad wel eens ergens gelezen, dat ze een weg afsluiten om te voorkomen, dat die kapot wordt gereden. Dus zat er niets anders op, dan te wachten. Inmiddels waren er ook nog een paar andere mannen bij gekomen en een daarvan kreeg kennelijk medelijden met ons onwetende buitenlanders en deed de slagboom open en gebaarde, dat we door konden rijden. Bij de volgende slagboom werd ons pas duidelijk, wat er aan de hand was. Het zijn inderdaad slagbomen, die netjes aangekondigd worden met een bord dat “barrière de la pluie” vermeldt; of zoiets. Of ze standaard dicht zitten weten we natuurlijk niet, vandaag was er duidelijk wel een geldige reden. De meeste waren zelfs met een hangslot afgesloten. De mannen bij de volgende slagboom waren echter meteen duidelijk: betalen en je mag doorrijden. Dus hebben we alle andere slagbomen maar als een soort tolpoort gezien, die ze hier tenslotte ook overal hebben. Bij een van de laatste kwam niemand opdagen. Dus is Wil uitgestapt om te kijken of ze hem zelf niet kon openen. Ze beurde de slagboom wat op en meteen stortte de hele installatie in elkaar. Een vrouwtje in een naburig huisje, die het allemaal had zien gebeuren, moest er hartelijk om lachen. Wij ook en zo zijn we maar gewoon doorgereden. Nu moeten we voor een goed begrip vermelden, dat we ongeveer de enige auto waren, die die dag deze route genomen heeft. Als we door dorpjes reden, werd er duidelijk blijk gegeven van afkeuring, dat we daar met onze grote Michelins XZL’s reden. De route op zich bleek ondanks de handicap van de glibberige blubber prima te rijden en voerde ons dwars door het regenwoud. Nergens vind je hier een vlak stuk land, waardoor de weg zich dus steeds omhoog, dan weer omlaag, voortdurend slingerend door het landschap uitstrekt. Na vrijwel non stop zes uur te hebben gereden kwamen we in Ebolowa weer op de hoofdroute van Yaoundé naar Gabon, alwaar we al snel een mooie overnachtingsplek vonden op een verlaten fabrieksterrein in een lege fabriekshal. Eigenlijk meer een heel groot en hoog afdak. Een prettige bijkomstigheid als ’s avonds zich weer zo’n enorme bui ontlaadt. Hoeven we in iedere geval de luiken niet dicht te doen.

Zoals al eerder gezegd, besteden we deze weken niet veel tijd aan sightseeing, wat best wel jammer is, want het zijn werkelijk hele mooie landen, waar we nu doorheen rijden. We genieten volop van de enorme schakering aan bomen en planten, waarmee de weg omzoomd wordt. Door de behoorlijke hoogteverschillen, heb je af en toe een fantastisch uitzicht over het dichte regenwoud. Niettemin hebben we wel een omweg gemaakt naar Mt Cameroon, met zijn 4.500 meter een van de hoogste bergen van Afrika. We hadden ons echter de moeite kunnen besparen, want de twee dagen, dat we in de buurt gestaan hebben, was de berg in wolken gehuld. Maar hadden we die omweg niet gemaakt, dan hadden we

Iris en Wolfram

Iris en Wolfram (www.wegaufzeit.de) niet ontmoet. Zij kwamen een dag na ons bij het Sema Beach Hotel aan, net toen wij besloten hadden, daar nog een dag te blijven. Vanaf de eerste minuut was het heel gezellig en de dag is al pratende, zwemmende, drinkende en etende voorbij gevlogen. Helaas zijn zij, na twee jaar onderweg te zijn, op weg naar huis anders hadden we een paar goede reisgezellen gehad. Nu moesten we het doen met hun enthousiaste verhalen over Namibië, Zuid Afrika, Botswana et cetera. Kortom de landen, die wij al kennen en die we graag opnieuw, maar nu met ons Mannetje, willen bereizen. Van Mt Cameroon zijn we langs de kust afgezakt naar Kriby waar we de auto bij het Tara Beach Hotel konden parkeren; weer een prachtige plek pal aan het strand. Hier troffen we ook weer die grote bus van Oasis aan, die we eerder bij Chez Alice gezien hadden. Uiteraard hebben we weer even met onze Belgische jongeman gesproken en met Daniëlle, de enthousiaste Nederlandse vrouw, die deze reis nog heel veel van plan is: een bungee jump maken bij de Victoria Falls, een duik ergens voor de kust van Mozambique, met een ballon over de piramides, alsof het allemaal niets is. Het laatste zelfs ondanks de sms die ze net van haar vriend gekregen had, met het nieuws wat er tijdens zo’n ballonvaart mis kan gaan. Zo’n 14 toeristen waren net omgekomen! De volgende dag vertrokken ze voor het vervolg van hun reis. Ons verblijf in Tara Beach heeft langer geduurd dan gepland omdat eerst schrijver dezes en vervolgens zijn betere helft last kregen van wat ingewand stoornissen. Wel hebben we nog een bezoek gebracht aan een lokale pygmeeën familie en de waterval, die zo mooi in zee eindigt. Bij zo’n bezoek aan de pygmeeën hebben we altijd wat duale gevoelens. Het is zo’n echt “toeristending” maar je wilt het toch ook niet missen. En voor de lijdende voorwerpen levert het tenslotte inkomsten op, want ze laten zich wel betalen. De boottocht met de kano dieper het oerwoud in, is mooi. Terwijl de rivier hier links en rechts omzoomd wordt door een muur van groen, zie je toch af en toe mensen. Een visser die bezig is met zijn netten. Of kinderen die aan het spelen zijn in het water. Dan realiseer je je, dat de mensen die hier wonen in omstandigheden leven, die heel ver van ons bed staan. Maar de kinderen hebben net zoveel lol als bij ons, aan hun schaterlachen te horen. Ook die pygmeeën leven zoals ze altijd gedaan hebben. De mannen zijn overdag bezig met jagen en vissen, de vrouwen zorgen voor de kinderen en het eten. De woningen bestaan uit afdakjes, die zo te zien amper voldoende zijn, om beschutting tegen de regen te geven. De chief zal wel chief zijn, omdat hij de kleinste van allemaal was. Daarbij vergeleken zijn wij inderdaad reuzen en dat legt iedereen vast voor het nageslacht; wij dus ook.

Reuzen uit Nederland

 

Peggy, zo luidde de naam van de mannelijke manager van Tara Beach, is een hele aardige en behulpzame man. We hebben veel met hem gepraat. Zijn mening over de Afrikanen en hun werkmoraal komt aardig overeen met de onze. Zijn grote familie, die naast zijn moeder bestaat uit  een twaalftal broers en zusters, worden door hem gevoed en van kleding voorzien. Hij is de gek van de familie, die ’s morgens al vroeg zijn bed uitkomt om naar zijn werk te gaan. De rest blijft gewoon liggen en dreigt hem zelfs te vermoorden, als hij ze wat weigert te geven. Ze komen niet eens op de gedachte, dat ze dan hun kip met de gouden eieren slachten. Hopelijk komt zijn toekomstverwachting wat betreft Kameroen niet uit, want dan ziet het er somber uit. Hij is er namelijk van overtuigd dat dit land een burgeroorlog te wachten staat op het moment, dat de nu 87-jarige president overlijdt. Iedereen in dit land zucht onder de enorme corruptie, waar iedere overheidsdienaar zich hier schuldig aan maakt. Volgens Peggy is het onvermijdelijk, dat een grote afrekening gaat plaatsvinden, als de huidige machthebbers niet meer beschermd worden door de president. Voor de vriendelijke mensen in dit land is het te hopen, dat het nooit zo ver komt.

Aangekomen in Ebolowa hebben we besloten om voordat we verder te rijden, eerst de imperiaal te laten maken. Al een hele tijd was er tijdens het rijden een geluid in de cabine waar te nemen alsof er iets tegenaan klapperde.

Het leek zo stevig…

Met name ook tijdens zo’n piste van Tara Beach naar Ebolowa verging ons horen en zien. Je werd er bijkans hoorndol van. Diverse keren had ik al geprobeerd om te achterhalen, waar dat lawaai vandaan kwam, maar iedere keer tevergeefs. Er was eigenlijk maar één mogelijke boosdoener: de imperiaal. Niettemin duurde het nog een hele tijd, voordat ik er achter kwam, wat er werkelijk aan de hand was. Door het voortdurende schudden van de auto had het plaatwerk, waar de imperiaal op bevestigd is, het begeven. Door roestvorming werden de scheuren zichtbaar, die inmiddels ontstaan waren. Als je zo’n constructie ziet, denk je, dat het er stevig uitziet. Dat moeten de bedenkers van de constructie ook gedacht hebben, toen ze voor deze oplossing kozen, maar de praktijk blijkt toch weer weerbarstiger; het rijden over Afrikaanse wegen vraagt duidelijk om meer. Via een mannetje, dat bij ons kwam buurten, kwamen we bij een bedrijfje terecht, die voor omgerekend 45 euro de klus wel wilde klaren. De hele dag, want zo lang duurde het, waren we getuige van Afrikaanse werkwijzen en arbeidsomstandigheden. Geen idee hoe vaak iemand hier overlijdt door elektrocutie, maar als je ziet hoe hier de stroomdraden aan elkaar geknoopt worden, zou het ons niet verbazen, dat het regelmatig gebeurd. Een eenvoudig haspeltje schijnt al een zeldzaamheid te zijn. Als er tussen lasapparaat en slijptol gewisseld moet worden, dan moeten eerst de draden weer opnieuw geknoopt worden. Dat doet de jongste bediende. Als er gelast wordt, zie je op diverse plekken de rook uit de slechte verbindingen komen, zo heet worden de draden. De hele dag hebben de paar werkers niet te klagen over toeschouwers. Niettemin zitten er aan het eind van de dag extra platen op de cabine gelast, waar de steunen van de imperiaal hopelijk weer een tijd op kunnen rusten. Een en ander wordt zelfs afgewerkt met een likje blauwe verf. Weliswaar niet helemaal de kleur van de cabine, maar een kniesoor, die daar op let. Na deze behandeling ziet ons Mannetje er onmiskenbaar Afrikaanser uit, dan ervoor.

 

KRAK!!

Na het laswerk was er nog wat tijd over. Omdat ons Mannetje na die natte piste behoorlijk onder de rode modder (lateriet) zat, besloten we hem te laten afspuiten. Op aanwijzing van een van de monteurs reden we naar een openlucht wasplaats. Helaas bleken ze geen hogedrukspuit te hebben, wat eigenlijk toch wel een eerste vereiste is. Toen daarna het afmaken van een prijs ook nog een probleem bleek te zijn, besloten we maar weg te gaan. Wil stond op de weg om mij achteruit de rijweg op te leiden. Om van de weg op de wasplaats te komen, moesten we over een afwateringskanaal rijden, afgedekt met betonplaten. De eerste keer was het goed gegaan, bij het achteruit rijden was het echter ineens “KRAK” en braken de twee platen waar de auto op rustte doormidden. Schrik jezelf enorm en denk je ook aan de schade die je hebt aangericht, de Afrikaan zit er helemaal niet mee. Gewoon gas geven en doorrijden. En warempel, even voor de zekerheid in de lage gearing, gas geven, en de achterwielen staan weer op de weg. Voorwielen dwars om over de nog goede platen te rijden en klaar is kees. Helaas hebben we geen foto van het moment, dat we “in de put zaten”. Nog even uitgestapt om de schade op te nemen, maar men haalt alleen maar de schouders op. Dat hebben wij ook maar gedaan en hebben de auto vervolgens weer op ons stekje onder het afdak gezet.

De grensovergang tussen Kame(g)roen en Gabon verliep Afrikaans bureaucratisch, maar verder heel gladjes. En dat was een enorme opluchting. We hadden namelijk rekening gehouden met een mogelijk probleem. Het visum vermeldde een geldigheidsdatum “vanaf” van 15 maart. Stel je voor dat ze ons zouden weigeren omdat we te vroeg op de deur klopten om binnengelaten te worden? Kameroen inmiddels uit, maar geen toegang krijgen tot Gabon! Gelukkig bleken we ons onnodig ongerust gemaakt te hebben en konden we daarna kilometers maken, ruim 300 per dag. Zo staan we nu op het terrein van het Albert Schweitzer Hospitaal in Lambarene. Voor mij is Albert Schweitzer, die wat geheimzinnige man uit mijn prille jeugd, die past in het rijtje Stanley en Livingston. Dat was die dokter met die lange grijze haren en die grote snor, die daar ver weg, in het donkere Afrika allemaal goede dingen deed voor die arme zwarte mensen, die zelfs nog zonder kleren rondliepen. Dat was die dokter waar we op school zilverpapier van melkdoppen voor spaarden. Ja, ja, ik geef meteen toe, dat ik mijzelf nu genadeloos dateer, maar het zij zo. Jazeker, vroeger werden melkflessen (Zat melk in flessen dan???) afgesloten met een dop van zilverpapier. Die spaarden we, want ons was wijsgemaakt, dat men er daarna nog iets nuttigs mee kon doen, dus dat het geld waard was. Eenmaal in de zoveel tijd kwam er dan een man op school om het op te halen. Nou, bij die bijna mythologische dokter, zijn wij nu op bezoek; althans, dat wat nog herinnert aan zijn verblijf hier. En ook al stelt het verder niets voor: voor ons hebben Albert Schweitzer en Lambarene een magische klank en we vinden het best bijzonder, dat we hier nu zijn. Het oorspronkelijke hospitaal is nu ingericht als museum. Het is zo levensecht, dat je bijna gaat denken, dat hij elk moment zelf kan binnenkomen en je op hem afloopt en vraagt: “Docter Albert Schweitzer, I presume?”.

De grootste hobbel die nog voor ons ligt is de passage van de beide Congo’s. Hebben we nog even geaarzeld of we toch niet de hoofdweg via Brazzaville en Kinshasa zouden nemen, nadat we Iris en Wolfram gesproken hadden wisten we het zeker: we nemen de kortere maar moeilijkere binnendoor route. Zij hebben 12 dagen moeten wachten voordat zij de rivier de Congo zijn overgezet. Bovendien waren ze toen ruim 700 US dollar armer en een beschadigde auto rijker. De auto moet namelijk op een ponton getakeld worden, die vervolgens naar de overkant wordt gesleept, waar de procedure zich in omgekeerde volgorde herhaalt. De binnendoor route heeft als voordeel een eenvoudige en goedkope ferry in Luozi ($ 25) en een kleine grensovergang tussen Congo Brazzaville en DRC Congo, waardoor problemen met het afgegeven visum ook minder waarschijnlijk zijn. Dit alles volgens onze zegslieden Jan en Mariska. De keerzijde is, dat het een hele slechte piste is, waarvan het eerste deel zelfs niet in de GPS voorkomt. Van het consulaat in Rotterdam hebben we nu een schriftelijke bevestiging met vermelding van dossiernummers, dat ons visum voor Angola in Matadi op ons ligt te wachten. Je zou zeggen, dat dat niet meer mis kan gaan. . Maar dat zijn de ingrediënten voor ons volgende verslag.

Rest ons alleen nog te vermelden, dat we op 20 februari jl. weer oma en opa zijn geworden van een kleindochter genaamd Meeke. Het is de tweede dochter van Niek en Bregje en het belooft weer een mooi meisje te worden.

 

3 Responses to “Op bezoek bij Albert Schweitzer in Lambarene”

  1. Han Hagen schreef:

    Beste Gerard en Wil,

    Het moet echt een boek worden!
    Ik vraag me af wat jullie zoal eten. Lokaal spul of toch de ingeblikte gehaktballen en een mud aardappels? Is voor Wil de witte wijn wel op temperatuur te houden? Zijn de hopmiddelen voor jouw dorstige keel voldoende verkrijgbaar en op de juiste temperatuur te houden?

    Mooi verslag weer!

    Vr. gr.

    Han

  2. william van Gool schreef:

    Hallo Wil en Gerard,

    De kans dat we elkaar tegen gaan komen wordt steeds groter. We zijn nu in Pretoria en wachten op een visum voor Angola en DRC. Als dit lukt rijden we naar boven via de westkust. Agnes en Pim vliegen vanuit Luanda terug en ik wil alleen verder naar Nederland rijden.
    Als alles lukt willen we ergens eind maart de grens van Angola overgaan.
    We houden jullie op de hoogte,

    William

  3. Annie Huijskes schreef:

    Hallo Gerard en Wil
    Wat een lang lang fantstisch verhaal weer.Wij wensen jullie nog heel veel reisplezier
    En zullen tzt je boek gaan lezen want dat wordt een dikke pil met al je ervaringen.
    Het is een late reactie en dat komt omdat ik met de griep bezig was.
    De lente moet nu toch echt wel komen.
    Groetjes Annie en harry

Laat een reactie achter