You are here: Home > Canada & Alaska > Trans Canada Highway nr. 1

Trans Canada Highway nr. 1

In 1991 (waar blijft de tijd?) was ik voor het eerst in het westen van Canada. Samen met een vriend, Wim Thomasson, hadden we een dikke Buick gehuurd om daarmee van Seattle via Vancouver en de Rocky Mountains van Canada af te zakken naar Los Angeles. Regelmatig zaten we die eerste week op de Trans Canada Highway nr. 1.

5.000 kilometer

5.000 kilometer

Op de een of andere manier riep dat toen al een vaag verlangen op om eens heel Canada te doorkruisen via deze weg. Het stond niet erg hoog genoteerd op mijn bucket list, een lijst zoals iedereen die tegenwoordig schijnt te hebben, maar toch. Waarschijnlijk was het er ook nooit van gekomen, als we door de Amerikaanse overheid (importbeperking op auto van maximaal 1 jaar) onze plannen vorig jaar niet ineens moesten wijzigen, waardoor Alaska in beeld kwam (veel hoger op diezelfde lijst) en dus ook het westen van Canada. In 1991 had ik de indruk gekregen, en dat leek mij ook heel logisch, dat de Trans Canada Highway de hele afstand van oost naar west, het nummer 1 zou hebben. Nu hebben we meer dan 5.000 kilometer afgelegd op deze highway en het bleek helemaal niet overal de 1 te zijn. Sterker nog, een belangrijk deel van de weg was niet eens een vierbaansweg. Niet dat het voor onze snelheid iets uitmaakte: die 80 km per uur haalden we ook op deze weg toch wel. In de provincie Ontario werd het pas de snelweg met het nummer zoals ik het voor ogen had, daarvoor was het vooral nr. 17.

Maar goed, voordat we met “de vlam in de pijp” westwaarts konden trekken, moesten we eerst nog door een paar zure appels bijten. Had de boot al de nodige vertraging opgelopen, vlak voordat we in het vliegtuig stapten, bleken er nog meer dagen bijgekomen te zijn. Eerst op dinsdag 25 april konden we over onze auto beschikken, bijna een week later dan oorspronkelijk was gepland. Dat was goed balen en betekende noodgedwongen een langer verblijf in Halifax. Meteen bij aankomst daarom het contract met de huurauto verlengd, zodat we in ieder geval mobiel waren. Die extra dagen gaven ons wel de gelegenheid om op ons gemak wat aankopen te doen en uit te zoeken waar we later moesten zijn voor de afhandeling van de formaliteiten.

In Halifax hebben ze een paar bruggen waar je tol voor moet betalen. Als ik voor het eerst in een land met een tolstation wordt geconfronteerd, kies ik altijd voor een bemand loket, waar je cash moet betalen. Dat geeft je de gelegenheid even de kat uit de boom te kijken hoe het allemaal werkt. Zo nu dus ook gedaan. Meteen met een biljet van 20 dollar betaald zodat je gelijk weer wat wisselgeld hebt. De man in het tolstation vroeg vrijwel meteen of we Nederlanders waren. Nadat we zijn vraag bevestigend hadden beantwoord, begon hij in goed Nederlands een heel verhaal af te steken. Zijn ouders waren zo’n 35 jaar geleden naar Canada geëmigreerd en thuis spraken ze nog steeds Nederlands. Dat kon hij nu met ons in de praktijk brengen en hij was niet te stoppen. Ondertussen zag ik in mijn spiegel, dat er zich achter ons een aardige rij begon te vormen. Ik had de indruk dat het mij nerveuzer maakte, dan hem. Als ik gewild had, hadden we het aantal wachtenden nog wel kunnen verdubbelen. Het betalen van de tol was overigens heel simpel: je gooit een dollar (moet je natuurlijk wel hebben) in een grote bak en de slagboom gaat open.

Op aanraden van de manager van ons hotel besloten we de wachttijd in te vullen door een paar dagen door Nova Scotia te rijden. De weg volgt de kust bijna letterlijk en was beslist de moeite

Een winterse verrassing

Een winterse verrassing

waard. Het weer was ook alleszins redelijk. Tenminste, totdat we op zondagmorgen de gordijnen van ons hotel openden. Toen bleek het te sneeuwen en niet zo zuinig ook. Het was al aardig wit en het zag er niet naar uit, dat het spoedig zou ophouden. Dat was in de plaats Sydney. Inderdaad, als je niet beter weet, waan je je met dit soort plaatsnamen in een ander werelddeel. Zo was bijvoorbeeld Glasgow onze volgende bestemming. Ons primaire doel van deze ingelaste trip was het Cape Breton National Park in het uiterste noordoosten, maar met deze wegcondities, zou dat wel eens een brug te ver kunnen zijn, waarop we ons plan hebben aangepast. Later had ik er toch wel een beetje spijt van, want na een uurtje hield het op met sneeuwen en waren de wegen goed begaanbaar. Ook klaarde de lucht weer op. Het landschap hier deed ons sterk denken aan New Hampshire, waar we bijna twee jaar in Nashua hebben gewoond. Ook de wijze waarop de houten huizen gebouwd zijn versterkten die indruk.

Ze was best aardig en behulpzaam

Ze was best aardig en behulpzaam

Terug in ons hotel in Halifax, kwam Wil er achter dat ze een mooie sjaal kwijt was. Inmiddels was ze hele goede maatjes geworden met de juffrouw van de receptie, die de eerste dag nogal excentriek overkwam, maar wel heel aardig en behulpzaam bleek te zijn. Deze mevrouw ging het voor haar uitzoeken en warempel, iemand van housekeeping had hem gevonden en kwam hem persoonlijk vanaf haar huisadres terugbrengen. Kennelijk mogen ze hem houden als de klant er niet op terugkomt. Toch wel een beetje vreemd, want daardoor doen ze mijns inziens niet erg hun best om je te achterhalen. In ons geval was het nog vreemder, omdat men wist dat we weer terug zouden komen.

De formaliteiten op dinsdagmorgen verliepen zeer voorspoedig. Alleen de juffrouw van de douane, in vol ornaat gekleed, deed een beetje zoals we dat van Amerikaanse geüniformeerden kennen. Kennelijk hebben Canadezen daar ook last van. Voor mensen die nu niet weten wat ik bedoel: als je een Amerikaan een uniform aantrekt, dondert niet voor welke club, dan gaan ze ineens heel machinaal reageren en is er absoluut geen ruimte voor een persoonlijke noot. En owee, als je een beetje tegengas geeft. Probeer ook niet leuk te zijn, want dat leidt alleen maar tot irritatie. En-passant werd ons ook nog gemeld, dat we alleen met ontheffing zonder auto het land mochten verlaten. Als we hem achterlieten dan was die “onbeheerd” en verviel hij aan de “Kroon”. Echt waar, zo zei ze het. Soms kun je maar beter van niks weten.

Overpakken

Overpakken

Als je de auto ophaalt wordt je gevraagd om te kijken of die onbeschadigd is en dat er niets ontbreekt. Dus lopen we rond de auto, open de deuren en stellen vast, dat alles OK is. Dan teken je en je rijdt weg. Meteen buiten de poort is een groot parkeerterrein, waar we eerst al onze bagage gaan overhevelen. Omdat het prima weer is, ga ik ook meteen het dak op, om de lier weer te monteren. Die demonteer ik voor de verscheping omdat die 30 cm boven de auto uitsteekt en tot extra kosten van transport zou leiden. Je betaalt namelijk op basis van kubieke meters, waarbij alle uitsteeksels meetellen. Op het dak van de auto aangekomen zie ik tot mijn schrik, dat een dakluik compleet aan diggelen is; de gloednieuwe nog wel! De boel is ook helemaal ontzet. Tot mijn verbazing blijkt het bed niet nat terwijl het afgelopen weekend in Halifax behoorlijk geregend schijnt te hebben. Vreemd. Er blijken nog meer vreemde dingen aan de hand te zijn, maar daar kom ik nog op terug. Gezien de temperaturen die we de komende maanden kunnen verwachten, zullen we het luik niet erg missen voor de ventilatie, dus heb ik het helemaal dicht getapet. Nu maar hopen, dat het blijft zitten en waterdicht is. Tot nu toe lijkt dat gelukt.

Naast het doen van nog wat aan bederf onderhevige boodschappen, restte nog slechts één  belangrijk ding en dat was het kopen van een gasfles met aansluiting. Die gasfles hadden we zo, maar de drukregelaar met aansluiting had wat meer voeten in de aarde. Maar het moet gezegd worden: men is hier zeer behulpzaam. We werden naar het juiste adres gestuurd, waar ze binnen de kortste keren met wat maatwerk het geregeld hadden. Kon Wil eindelijk weer zelf koken en daar waren we best wel blij mee, want de eetcultuur is hier zo mogelijk nog slechter dan die we al van de States kenden. Eigenlijk mag je het woord cultuur niet eens gebruiken, want het is gewoon eetbare waren naar binnen schuiven om in leven te blijven. En dat ook nog in grote hoeveelheden. Aan de omvang van de mensen is die gewoonte ook wel af te zien.

Na een overnachting op een parkeerplaats bij de Wal-Mart zijn we meteen de volgende dag op weg gegaan om de ruim 5.000 kilometer te overbruggen die ons scheiden van Banff in de Rocky

Overnachten tussen de truckers

Overnachten tussen de truckers

Mountains. Niet lang nadat we onderweg waren, viel het Wil op, dat de meter van de reservetank op nul stond. Dat was vreemd, want die hadden we in Halifax nog helemaal gevuld. Tot mijn schrik bleek, dat de pomp, die de diesel van de reserve- naar de hoofdtank overpompt, nog aan stond. Met een ook al volle hoofdtank, betekent het normaliter, dat de brandstof naar buiten wordt geperst en daar een enorme puinhoop veroorzaakt. Daar waren we door schade en schande al eens achter gekomen. En Ronald in Kameelfontein ook, toen hij dacht, dat die rode knop de alarmlichten bediende en hij die uittrok om een kennis te begroeten en vervolgens 80 liter op straat achterliet. Wie schetst echter onze verbazing, toen er niets van dat alles aan de hand was. Dat impliceerde, dat de 95 liter, die ik in Halifax getankt had in de hoofdtank verdwenen was, terwijl die in Antwerpen helemaal vol was! Ra, ra, hoe kan dat. Omdat het onze gedachten aardig bezig hield ook meteen maar ergens gestopt om te tanken. En jawel hoor, er gingen vlotjes een paar honderd liter in. Dan kon maar een ding betekenen: tussen Antwerpen en Halifax zijn een paar honderd liter diesel “verdwenen”.

De wegen saai maar het weer mooier

De wegen saai maar het weer mooier

Qua landschap waren de eerste paar duizend kilometer verreweg het mooist, maar hier hadden we ook het slechtste weer. We hebben deze dagen al meer de ruitenwissers aan gehad dan in vijf jaar Afrika. Zelfs dikke mist bleef ons niet bespaard, een mist die vooral veroorzaakt werd door de grote hoeveelheden sneeuw, die overal liggen te dooien. Het deed ons beide denken aan het zuiden van Duitsland, als je laat in het winterseizoen op weg naar Oostenrijk bent: grauw, triest en naar. Ons Mannetje vindt het ook maar niets al die kou. ’s Morgens komt hij zwaar puffend tot leven, wat gepaard gaat met enorm grote, zwarte rookwolken. Als het ’s

Banff badend in de zon

Banff badend in de zon

nachts een keer flink gevroren heeft en bij ons binnen de temperatuur ook gedaald is tot slechts vijf graden boven nul, begint ook dit mannetje zich af te vragen of wat hij hier eigenlijk doet. OK, de kachel doet het (gelukkig) heel goed, maar ik sta toch liever op met een temperatuurtje van 20 gr of meer. Als echter later die dag het zonnetje weer schijnt en we het tempo er lekker in hebben, dan verdwijnen die gedachten weer naar de achtergrond. Gelukkig begint hoe verder we naar het westen komen, het weer ook steeds beter te worden. Hier in Banff, waar we op 4 mei 2017 na ruim zeven dagen rijden zijn aangekomen, is het bijna zomers. De besneeuwde bergtoppen liggen te stralen in de zon en de mensen lopen er luchtig gekleed bij. We hebben al lekker op een terrasje gezeten en zijn zelfs al een beetje verbrand.

Vanaf Banff gaat het noordwaarts, eerst via de 250 kilometer lange, magnifieke Icefields Parkway naar Jasper. Daarna zoeken we de eenzaamheid op van de provincie Yukon op weg naar Alaska. Maar daarover een volgende keer meer.

 

Lake Louise

Lake Louise

Tja, hier had deze aflevering moeten eindigen, maar omdat we nog steeds “vast” zitten in Banff toch maar even een korte aanvulling. Gistermiddag is er op de Icefields Parkway een enorme lawine naar beneden gekomen, die de weg compleet geblokkeerd heeft. Op dit moment, vrijdagmiddag, is nog niet duidelijk wanneer de weg weer opengaat. Men hoopt morgenmiddag, maar het zou ook nog wel zondag kunnen worden. Aan alles merk je, dat we wel erg vroeg in het seizoen zijn. Niet zo zeer door die lawine, dat is ook voor hier bijzonder, maar ook aan alle voorzieningen, die nog gesloten zijn en pas over een paar weken opengaan. Zo was deze ochtend Lake Louise een grote tegenvaller. Er was namelijk helemaal geen meer meer. Het is namelijk nog stijf bevroren met een dikke laag sneeuw erop. Ook mooi, maar een blauwe lucht die zich in het water spiegelt wint het toch met afstand, wat mij betreft. Verderop langs de Icefields Parkway bevindt zich nog een mooi meer, maar ook dat zal nog wel toegevroren zijn. De vraag doet zich voor of we ons programma niet drastisch moeten omgooien. Dat zullen we in de komende dagen moeten beslissen.

lawine

7 Responses to “Trans Canada Highway nr. 1”

  1. Henk en Gyonne schreef:

    Lieve Gerard en Wil,
    We waren een beetje bang dat na jullie rondreizen door Afrika met veel spectaculaire ervaringen en navernante verhalen, deze reis misschien wel minder bijzonderheden zou opleveren, vooral het eerste stuk door Canada. Niets blijkt weer minder waar!
    Zolang jullie op reis gaan blijft het avontuurlijk, dat is duidelijk bij dit eerste verslag!
    Wij wensen jullie veel wijsheid bij het nemen van de juiste beslissing en kijken nu al vol verwachting uit naar het volgende verslag!
    Lieve groeten,
    Henk en Gyonne

  2. Rinus Sinke schreef:

    Beste Gerard en Wil,

    Er gebeurt weer van alles met jullie en de auto. Ik blijf de verhalen dan ook weer met veel plezier lezen.
    Marijke en ik gaan ook weer een bijzondere reis maken met de Healey, de “Healey Zuidkaap Challenge 2017”, naar Tarifa (Zuidkaap Spanje) en weer tetug met 20 Healeys.
    Groet en goede reis,
    Rinus

  3. joost schreef:

    Hallo Gerard & Wil,

    Mooi verhaal. Toch heel andere sfeer dan Afrika daar in de kou. Maar goed, de start is eindelijk gemaakt en je hebt nog maaaaanden om goed uitgerust aan de AC te beginnen 🙂

    Joost

  4. dick schreef:

    Haha Sidney en Glasgow, what’s in a name.
    Ooit een Hilton hotel geboekt in Vancouver in hartje centrum. Eenmaal aangekomen in ”Vancouver” blijkt er geen Hilton in het centrum te zijn…?! Wat nu? en hoe kan dat?

    Wel er is ook een Vancouver in de staat Washington met WEL een Hilton in het centrum, voutje gemaakt bij het boeken…..

  5. Rik schreef:

    Hoi Wil & Gerard,

    Wat een “walk in the park” had moeten zijn, wordt toch een avontuur. Maar wat een jatmozen zeg!! Alleen maar nodeloze schade; hopen dat je duct tape reparatie het volhoudt..
    Geniet ervan en dank weer dat je ons ook laat meegenieten via de verslagen.

    Grtn Rik

  6. Han Hagen schreef:

    Beste Gerard en Wil,

    Als je gewoon thuisblijft, is er geen ongemak en ander onheil, maar daar kiezen jullie niet voor en klagen ook niet over de tegenvallers of dieseldieven, maar vertellen het slechts. Het zal vast een weids land zijn met fraaie vergezichten en het reizen is op zich al erg leuk. Mooi verhaal weer Gerard.

    Vr. gr.

    Han

  7. Tim Hovenier ook allias Menno Menno schreef:

    Hoi hoi

    Mijn ritueel ook weer gedaan, zondagochtend op bed met een kopje koffie jullie verslag gelezen
    Heerlijk wakker worden zo
    Eh ik dacht dat “bankmensen” boeven zijn maar rederijen blijkbaar ook
    Winters landschap hoort toch ook bij Canada, dus opzich past het er wel bij toch?
    Ik denk nog vaak terug aan mijn langer weekje bij jullie in New Hamshire
    Gerard en Wil veel plezier met de volgende kilometers vreten
    Groeten Tim

Laat een berichten achter aan joost