You are here: Home > Zuid-Afrika > Het Wassende Water

Het Wassende Water

Wie nu roept “Herman de Man” heeft dat boek wellicht ook op zijn boekenlijst gehad voor zijn eindexamen, maar ongetwijfeld al mooi lang geleden, want ik kan mij niet voorstellen, dat deze categorie schrijvers nu nog op boekenlijsten voorkomen.

Ellen en Voncent

Ellen en Voncent

Waarom ik tot deze titel ben gekomen, zal verderop duidelijk worden.Eerst had ik deze aflevering “Nog meer beestjes” willen noemen, omdat we weer een paar Nationale Parken zijn ingedoken, opnieuw op zoek naar The Big Five. Of dat gelukt is komt in dit verslag uiteraard ook aan orde, maar eerst wil ik nog even terugkeren naar de brand bij Bobo Campers in Johannesburg, die voor ons een nadere kennismaking met Ellen en Vincent tot gevolg had. Ellen is van huis uit een Belgische maar woont al geruime tijd in Namibië. Jan heeft haar in een van zijn verslagen “prettig gestoord” genoemd en moest dat toch wel even uitleggen, want die uitdrukking wordt in België kennelijk anders, minder positief ingeschat. Wij gaan ons niet aan een nieuwe kwalificatie wagen om te voorkomen, dat dat tot een verkeerde interpretatie zou leiden, maar die van Jan vinden wij ook wel een heel toepasselijke. In Namibië heeft ze Vincent leren kennen. Samen hebben ze onder meer lodges gerund. Vincent heeft ook veel safaritochten geleid door de diverse landen van Zuidelijk Afrika. Ze hebben op een gegeven moment een mooie Mercedes truck laten opbouwen tot hun huidige, enige huis; de huur van hun woning in Swakopmund hebben ze opgezegd. In Namibië hebben ze Jan en Mariska ontmoet en daar is de afspraak gemaakt, dat Jan met zijn twee rechterhanden, verwarming zou inbouwen in hun auto. Dat bleek wel nodig, want toen ze in juli jl. (hier dus hartje winter) hoog in de bergen van Lesotho stonden, was het binnen slechts -5 gr C! De benodigde materialen hadden ze bij Bobo besteld en daar zouden ze Jan en Mariska ook ontmoeten. Net als wij de vorige keer, maakten ze gebruik van de beperkte kampeermogelijkheden bij Bobo. Terwijl Ellen bezig was het avondeten te bereiden, barstte er een verschrikkelijke onweersbui los.  Het eerste waardoor ze gealarmeerd werden was een brandlucht, maar er was niets te zien. De geur werd steeds sterker en toen ze weer naar buiten keken sloegen de vlammen al door het dak van het kantoortje wat vlak naast de kampeerplaatsen staat. Als eerste hebben ze uiteraard hun auto in veiligheid gebracht. Daarna hebben ze nog een poging gedaan om te blussen, maar er was geen redden meer aan. En met het verloren gaan van het gebouwtje gingen ook hun onderdelen in vlammen op. Die moesten opnieuw besteld worden en in afwachting daarvan, waren ze ook bij Ronald en Adele neergestreken. Mariska was inmiddels weer teruggekeerd uit Nederland, met als gevolg, dat we  ’s avonds met acht man aan tafel zaten. We kregen proeven van Vincents kookkunst: je merkte aan alles dat hij gewend was om voor grote groepen eten te bereiden.

Onze Winterswijkse vrienden waren, toen ze een half uur te laat bij Bobo aan kwamen, natuurlijk ook onaangenaam verrast om vast te stellen, dat ze geen koffers meer hadden. Al hun bagage werd in grote plastic zakken gepakt en zo naar de luchthaven vervoerd. Nadat ze daar nieuwe hadden gekocht, konden ze onder toeziend oog van verbaasde voorbijgangers, hun koffers inpakken. Ik heb begrepen, dat ze de humor er wel van inzagen. Hoe ze kans gezien hebben om onder politiebegeleiding een half uur te laat bij Bobo aan te komen, moeten ze zelf maar eens uitleggen. Het enige wat Wil en ik weten is dat ze ’s morgens ruimschoots op tijd vertrokken waren. Dus daar kan het niet aan gelegen hebben …..

Na bijna weer een week van Adele’s en Ronalds gastvrijheid gebruik gemaakt te hebben, zijn wij als eersten vertrokken. Wij waren nog getuige van een persoonlijke tragedie, want op dezelfde dag verliet ook Adele voorgoed het huis. Reeds tijdens ons eerste verblijf merkten wij al snel, dat er spanningen waren tussen onze gastheer en zijn partner. Omdat Wil vrij veel optrok met Adele, werd ze alras deelgenoot gemaakt in de problemen. Het bleek dat het proces om afscheid van elkaar te nemen al ingezet was met dus als trieste cumulatie haar definitieve vertrek. Voor ons is het des te wonderbaarlijker, dat ze tot het laatst toe de perfecte gastvrouw was. Sterker nog, tijdens ons galgenmaal kregen we van haar allemaal een beker met foto opdrukken als aandenken mee. Hoewel we wisten, dat we nog een keer zouden terugkeren om of onze Honda in een krat te stoppen voor verscheping naar Nederland of om hem weer opnieuw achter op de auto te takelen, kregen we daar toch een brok van in onze keel. Honda in een krat??? Ja, hebben we lang geleden in Marokko nog geroepen, dat we veel plezier van ons brommertje zouden krijgen, in de praktijk blijkt het alleen maar een last te zijn. Met een lichte motor zoals onze 125 cc twin nu eenmaal is, doe je hier in het verkeer niet mee. Wil je hem dan een keer gebruiken, dan krijg je hem niet aan de praat; blijkt er een nieuwe accu in te moeten. Verder hangt die 125 kg ver achter de achteras, wat maakt dat ons toch al overladen Mannetje, nog verder achterover hangt. Nu zou ik hem hier ook achter kunnen laten, maar dat kan niet zomaar. Voor die brommer hebben we een borg moeten storten. Dat geld krijg je pas terug als je kunt aantonen, dat hij weer terug is in NL of formeel ergens is ingevoerd. Inmiddels hebben we het idee laten varen om het vanuit Zuid-Afrika te doen. Volgens Vincent zijn de mogelijkheden om de motor vanuit Walvisbaai te verschepen veel beter. We zullen zien.

Ons korte bezoek aan het Krugerpark smaakte naar meer. Niet alleen vanwege de vele dieren, maar ook vanwege het natuurschoon. Ook al laten de dieren zich niet zien, dan nog kun je volop genieten van het landschappelijke schoon. Het terrein is zeer gevarieerd, zowel in hoogte als in begroeiing. Bovendien lag in het noorden nog een park,  het Mapungubwe NP, dat de moeite van een bezoek zeer waard moest zijn. Omdat we dit keer het hele Krugerpark wilden doorkruisen, togen wij nagenoeg rechtstreeks naar een van de zuidelijke ingangen. Nu heeft iedereen het altijd over The Big Five. Het lijkt soms wel of men alleen maar genoten heeft, als men deze vijf gezien heeft. En dat is jammer, want er valt zoveel meer te genieten. Het begint eigenlijk al met de vraag waarom nou juist die vijf als zodanig gekwalificeerd worden. Waarom bijvoorbeeld niet de krokodil, de giraffe of het nijlpaard? Qua omvang kun je zeker om die laatste nauwelijks heen. Bovendien wordt je in Afrika altijd geleerd, dat dat het gevaarlijkste dier van dit continent is. Het beest kent namelijk een zeer sterk ontwikkelde territorium drift en tolereert geen enkel ander dier van enige afmeting, zoals bijvoorbeeld de mens, in zijn gebied. Dan valt hij rücksichtslos aan om te doden. Naast die drie, kunnen wij nog steeds heel erg genieten van alles wat in grote verscheidenheid op hoeven rondloopt. Of als je weer een familie whartogs (knobbelzwijn in het Nederlands) verrast, die dan met de staart recht omhoog er schielijk vandoor gaan.  Of van die familie gebande muishonden, die ineens met z’n veertigen om je heen komen staan op de camping, waarbij de kleintjes rustig doorgaan met spelen. Of al die vogels: van heel klein tot heel groot in alle kleuren van de regenboog en nog veel mooier. Je kunt ze bovendien meestal op je gemak bekijken, alleen met z’n tweeën en niet met een hele groep, wat onherroepelijk gebeurt als een grote kat wordt gesignaleerd. Al gauw staan er dan meerdere auto’s bij elkaar, die dan de weg of

Leeuw met prooi

Leeuw met prooi

het gravel pad volledig blokkeren. Zo ook die ene ochtend, toen wij een paar stilstaande auto’s ontwaarden. Er bleek een groep leeuwen te zitten, die net van hun maaltijd aan het genieten was. Veel hebben we er niet van gezien, want de leeuwen stelden al dat bekijks kennelijk niet op prijs en sleepten hun prooi, een buffel, de bosjes in. Stonden we aanvankelijk daar met drie auto’s, al gauw waren het er vijf of zes. Dan hebben wij het wel gehad en gelukkig konden we nog net wegrijden, voordat we ingesloten werden. Terwijl wij onze weg vervolgden, kwamen wel 15 tot 20 “safari-auto’s” ons tegemoet. Die waren duidelijk ingeseind en konden hun klanten mooi de koning der dieren laten zien.  Hoe dicht zijn we bij een ontmoeting met een luipaard geweest? Waarschijnlijk heel dichtbij, gezienIMG_1762 de prooi die we nog in een boom aantroffen. Die leek ons zo vers, dat we ons zelfs afvroegen of we de grote kat bij de maaltijd gestoord hadden. Het zou een mooie, klassieke foto geworden zijn, van een luipaard met zijn bokje op de tak van een boom. Helaas, het heeft niet zo mogen zijn, maar de foto van de impala, die nog lijkt te leven, is natuurlijk ook best aardig.

Nog maar net hadden we ons geïnstalleerd op een van de vele campings in het Krugerpark of er komt een man op ons af. Het blijkt een Nederlander te zijn en hij zegt, dat hij onze auto kent maar niet weet waarvan. Hij denkt van het een of ander treffen, zoals het Willy’s Treffen in Duitsland, waar overlanders en would-be overlanders elkaar ontmoeten. Maar daar zijn we nog nooit geweest, dus die mogelijkheid valt af. Wellicht Wim en Nita, de vorige eigenaars van ons Mannetje, maar dat moet dan voor 2011 zijn geweest. Dat kon volgens Ton, zo heette hij, ook niet, want toen waren ze nog niet met hun auto bezig. We gaven het op. Inmiddels is Ingrid, zijn partner, er ook bij gekomen en we praten gezellig wat verder, over hun reis en de onze. Zij zijn bezig met een reis van ruim een half jaar waarvan het grootste deel erop zit. Hun route liep via het oosten, maar onverwachts kwamen ze vanuit Jordanië Egypte niet in. De Sinaï schijnt inmiddels door de Moslimbroeders een brandhaard geworden te zijn en 4×4 voertuigen zouden hoog op het wensenlijstje staan van deze religieuze mannen en hun aanhangers. Goede raad is duur en ze moesten besluiten de auto te verschepen naar Dar-es-Salaam. Van daar uit konden ze hun reis weer voortzetten. En zo kwamen we ook op het begin van onze reis en de problemen die wij hebben gehad. Toen het verhaal van de gescheurde toilettank de revue passeerde, riepen ze allebei: ”Daar kennen we jullie van. We hebben in die tijd jullie website gevolgd en toen nog vastgesteld, dat onze tank aan de buitenkant moest komen!”. Daarmee was het probleem van de herkenning ook weer opgelost.

Diezelfde avond ontmoetten wij voor de derde keer die week een jong stel, begin dertigers. De eerste keer stonden ze bewonderend bij onze auto. De tweede keer nodigden ze ons uit om met hen een glaasje wijn te komen drinken, waar we toen geen gebruik van hebben gemaakt. Drie keer is scheepsrecht, dus nu wij ze in het restaurant tegenkwamen, boden wij ze een drankje aan. Ze bleken uit Tsjechië te komen, hadden in Barcelona gestudeerd, woonden daar formeel nu ook nog, maar waren bezig de wereld te verkennen. Ze waren al drie jaar onderweg, meestal als backpacker. Soms kochten ze lokaal een auto, zoals ze nu in Botswana hadden gedaan, om hem later weer te verkopen. Wat ons vooral opviel aan deze jonge mensen was hoe positief ze in het leven stonden. Waren ook heel stellig in hun mening, dat ondanks de problemen in Spanje, je er  altijd wel een baan kon vinden, als je maar wilde. Het was, dat om 22.00 uur al het licht uitging en wij dus geacht werden te vertrekken, anders had het wel eens heel laat kunnen worden.

 

Voor ons te diep

Voor ons te diep

In vergelijking met ons vorige bezoek aan het Krugerpark viel ons al op, dat er veel gravelwegen afgesloten waren, waardoor van de uitgezette routes in de Garmin niets terecht kwam. Aanvankelijk hadden we geen idee waarom dat zo was; we dachten eigenlijk, dat het wellicht met onderhoud te maken had. Maar allengs werd ons duidelijk, dat het kwam door de overvloedige regenval van de laatste tijd. Nu valt de meeste regen hier ’s nachts, dus veel last hadden we er (nog) niet van gehad. Maar op een van de laatste dagen rijden we nietsvermoedend een pad in om na zo’n 30 km op een watergat te stuiten. Vlak daarvoor waren we een Toyota achterop gekomen en die reed net voorzichtig het water in. Maar toen hij in zijn spiegel ons zag naderen, bedacht hij zich en liet ons voorgaan. Voorzichtig reed ik het modderige water in om na nog geen twee meter al met de uitlaat onder water te zitten; het water staat dan al tot halverwege de brandstoftanks. Omdat ik nog steeds behoorlijk scheef met de neus naar beneden sta, besluit ik af te zien van een verdere poging. Tenslotte zijn er dit park vele wegen die naar Rome leiden. Dan komt een vrouw de Toyota uit en loopt kordaat het water in. Ik denk nog, die durft, maar net als ze met haar, en nu komt het, fruitmandje (heb ik geleend van Daniële, www.tenhoope.net) in het water staat en haar broek dus ook al op die kritische plek nat is, keert ze op haar schreden terug. Dat begrijpen Wil en ik niet. Loop je al zover het water in, dat je daarna ook niet lekker meer in de auto zit en dan stopt ze ermee! We zullen dus ook nooit weten hoe diep het water werkelijk was.

DSCN4351Met al die regen beginnen de beken woest stromende riviertjes te worden en de rivieren angstaanjagende watermassa’s te worden. Is er kennelijk al sprake van enige wateroverlast, het kan nog veel erger. In 2000 hebben ze

Kolkende rivieren

Kolkende rivieren

hier zoveel water gehad, dat een belangrijk deel van het park onder water kwam te staan. Op een picknickplaats langs een van de rivieren in het uiterste noorden van het park, staan overal gedenkplaten om aan te geven hoe hoog het water toen gestaan heeft. Je gelooft je ogen niet. Staat het water in de rivier nu hoog, het is nog steeds op een geruststellende afstand onder de oever. Op diezelfde oever staat een merk op een muur op ongeveer twee meter boven de grond. Dat lijkt onmogelijk. En dan begin je toch echt anders tegen al die kolkende watermassa’s aan te kijken. Ook voor ons bleek het echter nog erger te kunnen worden. Op het drielandenpunt Botswana, Zimbabwe en Zuid-Afrika ligt het Mapungubwe NP. De hele weg er naar toe, zag de lucht al zwart en wisten we dat we wel weer wat water konden verwachten. Nu is een onweersbui, zoals we die in NL kennen, meestal behoorlijk lokaal en qua duur een kwestie van een of twee uur, waarbij de intensiteit eerst toeneemt om vervolgens weer snel af te nemen. Wij hebben de indruk, dat een onweersgebied zich hier uitstrekt over een heel groot gebied en daar ook heel lang blijft hangen. Als kind heb ik mij al aangeleerd om de tijd te tellen tussen de bliksem en de donder, om daarmee te bepalen hoe ver het centrum van de bui nog weg is. Dat doe ik nog steeds, maar leidt hier tot niets. Het ene moment vindt de ontlading nog minstens 5 kilometer verder plaats, het andere moment krijg je niet eens de kans om tot één te tellen, zo dichtbij is dan de inslag om vervolgens weer een variant op een paar kilometer te krijgen. Soms hoor je ook een hele tijd niets, maar weerlicht het heel intens. Op het moment, dat je begint te denken, dat de bui over is, volgt weer een klap vlak boven je hoofd, zodat je van schrik rechtop in bed zit. En dat gaat zo uren door. Deze “bui” duurde van zeven uur ’s avonds tot half vijf in de ochtend, waarbij de regen bij vlagen met bakken tegelijk naar beneden kwam. Van slapen komt dan ook niet veel.

IMG_1867De volgende dag stond, na een bezoek aan het drielandenpunt, een camping in Ellisras als einddoel op de planning. De laatste tientallen kilometers loopt de weg vlak langs de rivier. Hoe dichter we bij die plaats kwamen, hoe meer we zagen, dat de Mokolo rivier aardig buiten zijn oevers was getreden. Eerst was het nog wel vermakelijk om mensen aan de kant van de weg vanaf het asfalt te zien vissen. Maar later zagen we ook mensen, die kennelijk voor het wassende water (Herman de Man!) hadden moeten vluchten en met hun hele hebben en houden een veiliger plek hadden opgezocht. Net buiten de stad reden we ook op de weg al door het water. De brug waar we overheen moesten om bij de camping te komen, was nog te onderscheiden van het kolkende water, maar erg gerust waren we al niet meer. De camping bleek onbereikbaar, waardoor we de brug nog een keer moesten oversteken. In het centrum van Ellisras liepen we vervolgens helemaal vast: de weg die we moesten hebben, lag minimaal een meter onder water. In arren moede hebben we toen maar besloten een hotel te nemen. Daar zagen we onder andere een TV-ploeg, die een verslag had gemaakt over de wateroverlast. IMG_1906Toevallig hebben we die uitzending ook nog gezien. Vanaf het terras van het hotel hadden we een mooi uitzicht op die ondergelopen weg en wat daar zoal gebeurde. Helikopters die af en aan vlogen en vlak naast het hotel landden en opstegen. Of mensen, die toch zo nodig in het water moesten spelen ondanks de mogelijke aanwezigheid van krokodillen, die door het wassende water ineens een veel groter jachtgebied hadden gekregen. Die twee mannen, die gelegen op een paar banden voorbij kwamen drijven, kregen onder luid gelach een open doekje. En zo maakte iedereen er op zijn manier het beste van.

Tot onze grote opluchting bleek de volgende morgen het water al zo sterk gedaald te zijn, dat de weg weer bereden kon worden. Maar nog was het leed voor ons niet geleden. Na zo’n 60 kilometer richting Vaalwater gereden te

Hier konden we echt niet meer verder

Hier konden we echt niet meer verder

hebben, konden we niet meer verder: een stuk van de weg was volledig weggeslagen door het water. Een duiker, die onder de weg doorliep, was inclusief het asfalt weggespoeld. Het water kolkte met geweld door het gat. Het deed wel een beetje denken aan beelden van een dijkdoorbraak in Nederland. Gelukkig bleek na deze tegenslag deze beker voor ons leeg te zijn. Met een grote bocht zijn we vervolgens maar meteen doorgereden naar Ronald (en Adele) in Kameelfontein, waar we tot onze stomme verbazing Vincent en Ellen weer aantroffen. Tja, als je eenmaal van hun gastvrijheid hebt genoten, ontstaat een duidelijke aantrekkingskracht.

Wij zijn hier eigenlijk alleen maar om de Honda weer op te halen, die we hier hadden achtergelaten, op weg naar Lesotho, ons volgende reisdoel. Verder willen we nog wat inkopen doen voor de auto, die hier duidelijk goedkoper zijn dan in Nederland. Morgen, uiterlijk overmorgen vertrekken we weer en dan zou het wel eens voorgoed kunnen zijn, omdat we komend najaar het oosten van Afrika zullen opzoeken. Zeg echter nooit nooit, want zo’n steunpunt in Zuid-Afrika is natuurlijk wel goud waard.

 

7 Responses to “Het Wassende Water”

  1. Han Hagen schreef:

    Beste Gerard en Wil,

    Bij ons is het al grote paniek als de Rijn hoog water heeft. Kolkende watermassa’s dat is natuurlijk het echte werk. Goed te horen dat het allemaal smooth verloopt. Het voorjaar is hier vroeg begonnen. De auto’s worden al weer opgepoetst. Over twee maanden zijn we alweer terug van de trip van ons groepje. Zo snel kan de tijd gaan.

    Vr. gr.

    Han

  2. dick schreef:

    Hallo Gerard en Wil, zo te zien reizen jullie de gastvrijheid achterna met bijna natte voeten!
    Groetjes uit een lente-achtig |Nederland

  3. joost schreef:

    Hallo Gerard & Wil,

    Fraaie foto’s weer. Van Wil? Jammer dat die met dat fruitmandje er niet tussen stond.

    Groet, Joost

  4. Annie Huijskes schreef:

    Hallo Gerard en Wil
    Wat is het weer een lang prachtig verhaal.Dit is toch wel een van de luxe reis totq nu toe.
    Reageer nu eerder dan Desiree want die zijn nog niet terug vd w sport.
    Wanneer komen jullie terug?
    Nog veel reisplezier.
    Liefs annie

  5. Tim Hovenier schreef:

    Hoi HOI

    Bedankt weer voor het leuke ludieke reis verslag, het lijk wel een grote wilde dierentuin waar jullie nu verblijven, Zoals je weet is Tim schrikachtig dus Zuid Africa zal niet mijn vakantie land gaan worden.
    ik zag dat anderen het ok al gevraagd hebben , hoelang blijven jullie nu nog in het warme ? zuiden Hier in NL is het al op en top cabrio weer vorig weekend hier 20 graden YOLO
    heel veel plezier nog tot jullie volgende reisverslag
    grt Tim

  6. Ellen schreef:

    Hi mom & dad,

    Hebben jullie regen in Lesotho? Wij zijn eindelijk weg uit Gangster’s Paradise en zoeken de zon op, genoeg regen gezien!
    Veilig reizen en tot ziens (X-mas at home) ☺

    Ellen xx

  7. desiree schreef:

    Geweldig verslag Gerard en Wil.
    Een beetje laat gereageerd maar beter laat dan niet. Het voorjaar is er nog steeds hier alhoewel het ’s nachts vriest.
    Tot het volgende verslag of live in Winterswijk.

Laat een reactie achter