You are here: Home > Zuid-Afrika > Naar de zuidelijkste punt van Afrika

Naar de zuidelijkste punt van Afrika

Het contrast had niet groter kunnen zijn: meteen nadat we de grens naar Zuid-Afrika waren overgestoken veranderde zo ongeveer alles. Het landschap, het aanzicht van de dorpen en zelfs het weer! Om met het laatste te beginnen: voor het eerst sinds weken zagen we weer wolken. Aanvankelijk slechts wat vegen, maar gaandeweg werden het echte wolken waar zomaar regen uit had kunnen vallen. Dat gebeurde nog net niet, maar het strak blauwe was er wel een beetje af.

Bloeiende bermen

Bloeiende bermen

De verandering in het landschap was ook heel opmerkelijk. De grens tussen Namibië en Zuid-Afrika wordt gevormd door de Oranje rivier, die in dit geval meer lijkt te zijn dan alleen een afbakening tussen twee landen. Ten noorden daarvan is het nog puur woestijn, ten zuiden begint eerst aarzelend, maar allengs steeds uitbundiger de vegetatie toe te nemen. En omdat het hier voorjaar is, zien we ook steeds meer bloeiende bloemen. Eigenlijk zijn we net een paar weken te laat, want de bloei is over zijn hoogtepunt heen. Tenslotte dan de verandering in het aanzicht van de dorpen. Als we in Namibië ergens onderweg stopten bij een supermarkt, zag het er ook buiten opgeruimd en schoon uit. Hier zien we op de parkeerplaats altijd wat onduidelijke figuren rondhangen. Misschien helemaal ten onrechte, maar je hebt de neiging om nog eens goed te controleren of je alle deuren en ramen wel op slot hebt gedaan. En nu hebben we het niet over een grote stad, waar je dat zou kunnen verwachten, maar over Springbok, een klein provinciestadje en onze eerste overnachtingsplek in Zuid-Afrika.

De eerste kennismaking met de gravelwegen van Zuid-Afrika is ons ook minder goed bevallen. Het kan toeval geweest zijn, zo zal de toekomst moeten uitwijzen, maar de eerste “grondpaden” die we wilden rijden om een natuurpark te bezoeken, waren pure wasborden. Bij de eerste zijn we na een paar kilometer maar weer omgedraaid, want na al die weken gravelwegen in Namibië zaten we daar niet op te wachten. Wat ze bovendien aanrichten bij je auto werd op de tweede piste ook weer helemaal duidelijk. Stilgehouden voor een sanitaire stop, bleek een van de luchtcilinders compleet afgebroken te zijn. De gelaste ophangpunten hadden het begeven. De elementen hadden in de loop der jaren middels oxidatie al wat voorwerk gedaan, het getril en geschok op alweer een slechte weg deed de rest. Gelukkig hing hij nog aan de slangen van het luchtsysteem anders was de ellende nog veel groter geweest. Nu kon ik met een paar sjorbanden de boel weer min of meer op zijn plaats zetten. Als je dan weer begint te rijden houd je je hart vast of het goed blijft gaan, maar na vijf stops op de eerste kilometers groeit de overtuiging, dat de klus goed geklaard is en dat we veilig door kunnen rijden. Omdat onze koelkast, die het zo wie zo al niet best meer deed sinds de “reparatie” in Windhoek, het zo langzamerhand helemaal begon te begeven, besloten we voor advies eerst de vestiging van Bobo Campers in Kaapstad op te zoeken. Dat bleek een goed idee. Ze bouwen daar complete campers en hebben dus van alles en nog wat in voorraad. Ook hebben ze een grote werkplaats voor onderhoud. Per saldo kregen we op de dag van onze aankomst aldaar meteen een nieuwe koelkast geïnstalleerd. Na het weekend werd  in hun werkplaats de luchtcilinder weer professioneel vastgezet.

Het weekend hebben wij besteed om een bezoek te brengen aan Kaap de Goede Hoop, onderdeel van het Tafelberg NP. Het weer was inmiddels weer stralend, dus onder een strak blauwe hemel (daar is ie weer) zijn we naar de

Beetje zielig zijn ze wel

Beetje zielig zijn ze wel

Kaap gegaan. Onze route liep allereerst langs de oostkust. Dan kom je door een plaatsje Simonstown waar een grote pinguïnkolonie huist. Lopend over plankieren kun je de dieren van heel dichtbij bekijken en fotograferen. Onze trouwe lezers weten, dat wij sinds Argentinië, niet gauw meer onder de indruk zullen geraken van pinguïns. Daar liep je tussen duizenden pinguïns, die zich ook werkelijk niets van jouw aanwezigheid aantrekken. Dat is toch iets, dat die beesten overal gemeen hebben: ze zijn absoluut niet bang voor mensen. Ze lijken je aan te kijken met een air van “wat kom jij hier doen?” of “is het koud daarboven?” en lopen vervolgens gewoon door. Het bijzondere van deze kolonie was, dat ze in de rui waren. Hun waterdichte vacht laat helemaal los en wordt vervangen door een nieuwe. Dit proces duurt zo’n drie weken en in die tijd kunnen ze het water niet in en eten ze dus ook niet. Ze stonden er ook best een beetje zielig bij.

IMG_8470De weg langs de kust is ronduit fantastisch. Het ene mooie vergezicht na het andere. Waren in het noorden de bloemen nagenoeg uitgebloeid, hier is het nog ene zee van geel, paars en wit, een lust voor het oog. Dit verslag ontleent zijn naam aan Cape l’Agulhas, het meest zuidelijke punt van het vasteland van Afrika, maar Kaap De Goede Hoop, het meest zuidwestelijke punt, spreekt veel meer tot de verbeelding. Dat vinden niet alleen wij, maar ook al die hordes toeristen, die hier wel komen, maar niet bij Agulhas. Het zal wel te maken hebben, met het feit, dat Kaap de Goede Hoop veel belangrijker voor de scheepvaart en het in kaart brengen van de wereld was, dan die andere. Toen in 1487 de IMG_8486Portugese meneer Diaz deze kaap rondde, wist hij, dat nu de weg naar het oosten open lag. En dat was zijn opdracht: vindt een route naar Indië over zee. De vorige keer, dat ik hier was, waren er maar een paar toeristen, nu stond er een hele rij te wachten om bij het bord dat de kaap markeert vereeuwigd te worden. Ik ben zo vrij geweest om ons Mannetje al vrij dicht bij het bord te parkeren, maar om hem er achter te zetten, wat in principe wel gekund had, leek me toch net een beetje te gortig. Uiteraard hadden we met onze auto wel veel bekijks, want iedereen begreep wel, dat we het hele eind waren komen rijden. Dat foto’s van ons Mannetje over de hele wereld gaan, staat ook buiten kijf.

Naast dit markante punt gaat ook iedereen naar de oude vuurtoren. Die staat hoog op een rots. Hij bleek zelfs te hoog te staan, waardoor hij regelmatig in de wolken verdween en dus zijn doel

Mooi gezicht op Kaap de Goede Hoop

Mooi gezicht op Kaap de Goede Hoop

voorbij schoot! Vanaf de vuurtoren heb je een prachtig gezicht op Kaap de Goede Hoop. Om boven te komen, kun je hier met een soort liftje gaan of de steile klim per voet afleggen. Wij hebben uiteraard (!?) voor de wandeling gekozen (zucht, kreun, steun). Er was ook een restaurant om de dorstige te laven en de hongerige te voeden. Eigenlijk behoorden wij tot beide categorieën, maar geconfronteerd met de enorme mensenmassa’s met bijbehorende wachttijden, zijn we maar teruggekeerd naar ons eigen home en daar een verlate lunch tot ons genomen. Terwijl wij daar zo mee bezig waren, wordt er plotsklaps op de auto gebonkt en iemand roept met luide stem: “Polizei”. In tegenstelling tot Namibië spreken ze hier geen Duits en al helemaal niet door een politieagent. Toch schrik je even, maar het blijkt Gunther uit Keulen te zijn. Gunther uit Keulen? Kennen we die al? Nee, die kenden jullie nog niet. Tot nu toe was hij voor ons verhaal nog niet belangrijk genoeg om te verschijnen, maar nu moeten we wel. Gunther hebben we voor het eerst ontmoet op de camping in Lüderitz. We hebben toen al veel met hem gesproken. Hij is alleen omdat zijn vriendin ziek thuis is gebleven. Hij adoreert Namibië en droomt nu al van de tijd, dat hij zich “later” hier permanent gaat vestigen. Misschien hebben we wat twijfel gezaaid door Chili als alternatieve mogelijkheid te opperen? Een in onze ogen nog betere optie om je oude dag door te brengen. OK, daar had het bij kunnen blijven, maar toen wij ons net op de camping in Klein Aus geïnstalleerd hadden, wie kwam daar toen ook aan? Juist, jullie raden het al: Gunther. Nog vonden wij dit toeval niet het vermelden waard, maar toen hij zoveel dagen later bij de kaap op onze deur stond te kloppen en we opnieuw met elkaar gesproken hebben, ja, dan moet het maar verteld worden. Dus bij deze.

 

Uitzicht vanaf de Tafelberg

Uitzicht vanaf de Tafelberg

Nu we in Zuid-Afrika rondreizen, ben ik mij er heel goed van bewust, dat er onder de lezers meerdere zijn, die Zuid-Afrika ook al bezocht hebben. Ik moet dus heel goed oppassen, dat ik mijn dikke duim niet te veel kan gebruiken, omdat ik dan genadeloos door de mand val. Maar iedereen die in Kaapstad is geweest, weet, dat de bovenkant van de Tafelberg regelmatig in de wolken verdwijnt, zelfs als het in de stad mooi, zonnig weer is. Zo heb ik bij mijn eerste bezoek aan deze stad, die berg ook nooit gezien. Dit keer hebben we meer geluk. Onder een stralend blauwe hemel (ja, ja, alweer) brengt de kabelbaan ons naar boven. Ook hier hadden we het lopend kunnen doen, maar dan waren we nooit voor de volgende depressie boven geweest. Op het platte deel van die berg kun je een mooie wandeling maken met telkens nieuwe, magnifieke panorama’s. Uiteraard ook hier weer veel toeristen, maar doordat die zich hier boven verspreiden, valt dat minder op. Wat wel opvalt is het aandeel dat de Nederlanders hier in hebben.

Nadat we terug waren van Bobo zijn we de stad zelf gaan verkennen. Omdat er geen camping in de stad is en we het niet zo geslaagd vinden om iedere dag met het forensenverkeer mee te rijden, hebben we een hotelletje genomen. Voor 2,50 euro zitten we met de taxi op het Waterfront, het toeristische centrum van Kaapstad. Verder stopt de hop on, hop off bus voor het hotel, zodat we daar ’s

De Waterfront

De Waterfront

morgens meteen in kunnen stappen. Dat komt goed uit, vooral de eerste dag als we met de bus willen gaan. Het regent namelijk pijpenstelen! En dat niet alleen, er staat ook nog een fikse storm. Ja, ook dat kan hier in het voorjaar. Maar in de bus, een dubbeldekker, zitten we hoog en droog. Niet wetende wat anders te doen, besluiten we maar om het hele, zogenaamde rode rondje mee te gaan. Omdat het ’s middags weliswaar droog is geworden, maar nog steeds winderig en koud, nemen we meteen maar de blauwe route er echter aan. In die route zit ook een bezoek aan Constantia opgenomen, het oudste wijnhuis van de Kaap. Tegen een geringe bijbetaling mag je daar vijf wijnen proeven uit hun assortiment, dus samen 10 verschillende. We raakten niet onder de indruk, noch van de witte noch van de rode versies. We zullen er in de komende weken, als we een uitgebreid bezoek brengen aan het wijngebied van Zuid-Afrika nog vele proberen. Hopelijk smaken die beter. We hebben nog wel zes glazen met het beeldmerk van het wijnhuis gekocht. Het bonnetje zullen we angstvallig bewaren, mocht iemand eens op verkeerde gedachten komen …..

Een bezoek aan het Robbeneiland, de gevangenis waar Nelson Mandela zo lang opgesloten heeft gezeten, behoort tegenwoordig tot de standaard uitstapjes als je in Kaapstad bent. Dit is IMG_8715ontegenzeggelijk voor ons een onvergetelijke gebeurtenis geworden. Niet omdat wij de excursie zelf zo interessant vonden, maar vanwege het boottochtje van een half uur. Nu is Wil zoals bekend, geen liefhebber van boottochtjes, maar deze zal bijgeschreven worden in de annalen als een van de meest verschrikkelijke, bijna gelijk aan de overtocht van Liverpool naar Dublin over een onrustige Ierse Zee. De dag van ons bezoek aan Robbeneiland was het weer nog steeds erg winderig, dus toen de catamaran de gashendel eens goed opendraaide, werd het een erg ruw ritje. Vanaf dat moment veranderde Wil in een kameleon, die alle kleuren van de regenboog aannam, maar waarbij groen en geel de boventoon voerden. Hoewel het in de kajuit niet overdreven warm was, leek het ook of ze in een flink heet gestookte sauna zat, waardoor het zweet uit alle poriën naar buiten wilde. Zoals ze zelf later zei: “Ik dacht dat ik er in zou blijven!”. En eerlijk is eerlijk: zo zag het er ook wel een beetje uit. Een schrale troost voor haar: om me heen kijkend zag ik, dat ze beslist niet de enige was, die het moeilijk had. En dan kun je wel zeggen “dat nooit meer” maar dan sta je op zo’n eiland! Gelukkig was de zee later een stuk kalmer en hoewel het nog steeds geen pleziertochtje was, het lijden was een stuk minder.

 

Deze ervaring had er bijna toe geleid, dat Wil een van de hoogtepunten van deze reis tot nu toe, gemist zou hebben. Na Kaapstad zijn we naar Hermanus gereden, gelegen aan een baai, die bekend staat om de grote hoeveelheden walvissen, die zich hier in de maanden juni tot en met begin december ophouden. Hier wordt gepaard en worden de jongen geboren. Als die sterk genoeg zijn, gaan ze weer terug naar de Zuidelijke Poolzee. Er schijnt geen betere plek op deze aardkloot te zijn, waar je vanaf de wal walvissen kunt ontwaren, dan juist hier.

De Hermanus versie van een stadsomroeper

De Hermanus versie van een stadsomroeper

Er loopt in Hermanus zelfs een Whale Crier rond. Nu had ik tot voor kort niet geweten, wat ik me bij een “crier” moest voorstellen, maar sinds ik deze zomer in Engeland bij een kasteel even getuige ben geweest van een wedstrijd tussen “criers” in vol ornaat (rare jongens, die Engelsen) weet ik dus dat het stadsomroepers zijn. Een Whale Crier is dus iemand, die luidkeels begint te roepen, als er walvissen ontwaart worden. Helaas voor ons, die dag bleef hij akelig stil. Dan toch maar een bootreisje voor de volgende dag geboekt, maar met de ervaring van Robbeneiland nog vers in het geheugen, alleen voor schrijver dezes. De volgende ochtend, het is stralend weer (inderdaad, weer zo’n blauwe lucht) en de oceaan ziet er vriendelijk uit, vervoegen wij ons op het afgesproken tijdstip bij de haven. Als de dame, die de betalingen in ontvangst neemt, hoort dat Wil niet mee durft, bezweert ze, dat het een rustig tochtje zal worden, dat we gegarandeerd walvissen zullen zien en dat er bovendien nog plaats is. Commercieel of niet, het werkt, want als ik deze boodschap overbreng aan Wil, besluit ze alsnog mee te gaan. En daar heeft ze beslist geen spijt van gehad. Integendeel, het werd een unieke

Kijk mama, op de rug!

Kijk mama, op de rug!

ervaring. Aan de overkant van de baai en dus nooit vanaf onze kant waar te nemen, hielden zich meerdere walvissen met hun jong op. Zo’n boot vaart er rechtstreeks op af en aldaar aangekomen, drijven we mee met deze enorme dieren, die wel 14 meter lang kunnen worden. Je krijgt een show van ruim een uur voorgeschoteld, waarbij het vooral leuk is om te zien hoe speels ook deze walviskinderen zijn. Mooi zijn ze absoluut niet, maar de wijze waarop ze zich door het water bewegen samen met hun moeder werkt vertederend.

IMG_8769Zoals we in Windhoek al min of meer hadden afgesproken, hebben we ook nog een bezoek gebracht aan Monique met haar Nederlandse fietsgroep. De ervaring binnen die groep lag nogal uiteen. Allemaal hadden ze al wel een of meerdere tochten gefietst, maar een naamgenoot van mij, stak er met kop en schouders bovenuit. Zo had hij ooit Wladiwostok-Scheveningen op de fiets gedaan, een tocht van 13.000 kilometer in drie maanden. Zelfs met de auto zou het al een hele prestatie zijn geweest. Wij vroegen ons eerlijk gezegd ook wel af, wat hij hier te zoeken had, want de afstanden waren niet al te groot en er waren ook aardig wat rustdagen. ’s Avonds mochten we bij ze aanschuiven voor het diner, wat Monique bereid had. Het smaakte voortreffelijk en we hadden samen een genoeglijke avond.

En nu zijn we dan aangeland op het meest zuidelijke punt van Afrika. Net als zovele soortgelijke extreme punten, valt er weinig te zien. Een plaquette en wat informatie over de zeestromen, die overigens bij Kaap de Goede Hoop bij elkaar komen: het warme water van de Indische Oceaan dat hier het koude water van de Atlantische Oceaan ontmoet. Dat is het wel zo’n beetje. Veel meer dan een paar minuten, besteed je er ook niet aan.IMG_9065

 

Goed, dan nu nog iets over de rariteiten van het Afrikaans. We hebben een paar oplossingen binnen gekregen voor “aftrekplek”, die allemaal wel in de goede richting gaan. Zo hebben wij hem gezien:

Aftrekplek

Aftrekplek

Nu blijkt dat wij niet de enigen zijn, die zich verbazen over dit soort uitdrukkingen, er zijn zelfs al woordenboeken in omloop zoals  “Afrikaans op Reis”. En onder ons lezerspubliek bevinden zich mensen, die zelfs zo thuis zijn in het Afrikaans, dat ze de oplossing al geven, terwijl wij de vraag nog niet eens gesteld hebben. Nou vraag ik je! Dus daar stoppen we maar mee.

Welke dat was? Deze:

Wat voor school?

Wat voor school

Tot de volgende keer!

5 Responses to “Naar de zuidelijkste punt van Afrika”

  1. dick schreef:

    Hoi,
    Is Wil al een beetje bij gekleurd?
    Weer een machtig mooi verhaal!
    Groet,
    Dick Jacq en Fleur

  2. Annie Huijskes schreef:

    Hallo wil en Gerard
    Wat een mooi geschreven verhaal over zuid afrika.ik denk dat fit een van de mooiste reizen is tot nu toe gemaakt.Heel fijn dat jullie koelkasten het weer doet want een lauw biertje is ook maar niets. Wil heeft de angst overwonnen om toch maar weer op de boot te gaan maar ik kan het me wel voorstellen hoe ze zich voelde.Geniet nog maar fijn van al het schoons wat jullie voorgeschoteld krijgen.
    Snelle reactie? Liefs van ons

  3. dick schreef:

    Oh ja en wat een mooie plaatjes weer!

  4. joost schreef:

    Gerard & Wil,

    Hé, deze keer zelfs een foto waar jullie met z’n tweëen opstaan, met ieder een eigen oceaan. Dat wel. Ze zijn weer mooi die foto’s, net als de verhalen. Leuk.

    Groet,
    Joost & Marlien

  5. Han Hagen schreef:

    Vanuit de Ardennen. Mooi verslag weer.
    Vr. gr.
    Han en Henriette

Laat een reactie achter