You are here: Home > Belize > Maya’s en Mennonieten

Maya’s en Mennonieten

Hé, dat is snel! Nu alweer het volgende verhaal? Jazeker, dat is om te voorkomen, dat het de volgende keer een veel te lang verhaal gaat worden.

Op zondag 18 februari beleven wij, net als in Nederland een Schoppedag: grauw en regenachtig. Dat was de overeenkomst, nu het verschil: 15 graden. Voor de lezers, die niet weten wat een Schoppe is: dat is Achterhoeks voor een boerenschuur. Als je als boer buiten niets te zoeken had, ging je klusjes doen in de schoppe. Dus zo’n dag is het. Omdat rijden in de regen geen onverdeeld genoegen is, het bezichtigen van de volgende Maya opgraving met paraplu op ook niet en de verwachtingen voor morgen weer zonnig zijn, blijven we vandaag maar “thuis”. Dan kan ik meteen het volgende verslag componeren, want had ik de vorige keer na drie weken onderweg wat moeite om een lezenswaardig verhaal te maken, dit keer gaat het vanzelf.

Woensdag jl. hebben we ons eindelijk, na tien dagen op onze luie krent gezeten te hebben, in beweging kunnen zetten en zijn we weer gaan reizen richting Belize. En dat levert meteen weer de nodige verhalen op, zoals, heel gebruikelijk, de grensovergang. Altijd gebeurt er wel iets, wat je niet verwacht. De grensovergang van Mexico naar Belize is een hele mooie, ruim opgezette grenspost. Voordat we nog maar goed en wel het terrein zijn opgereden, maakt een dame in uniform zich al los van een groepje collega’s, die het inkomende verkeer controleren en dan weet je meteen hoe laat het is. Het blijkt een douanier te zijn en die gebaart ons te stoppen op een hele ongebruikelijke plek. Ze wil van alles zien, vooral documenten, maar welke, kan ze me niet duidelijk maken. Het kan ook zijn, dat ik hardnekkig volhield, dat ik niet wist, wat ze bedoelde, bang dat ik was, dat ze een document bedoelde, behorend bij de 10-jarige importvergunning uit 2018 en waarvan ik alleen maar een sticker op de voorruit kan tonen. Als toppunt wilde ze ook binnen een kijkje nemen. Ik kijk haar vragend aan en maak nog een opmerking in de trant van ”ik verlaat het land”, maar ze is onverbiddelijk. Natuurlijk, je bent ambtenaar en wilt niet toegeven, dus moet je op je strepen blijven staan. Typisch gedrag, zelfs kastdeurtjes moeten opengemaakt worden. Ondertussen rijdt iedereen, die na ons komt, ongehinderd door naar het eerste, echte loket, dat van Immigration. Als uitsmijter merkt ze nog op, dat dit toch echt de gebruikelijke gang van zaken is, bij iedere grenspost. Ammehoela! Het kostte ons zomaar een half uur! Gelukkig verliep de rest inclusief het visum e.d. voor Belize zonder problemen, behoudens dat ze vonden dat we een pondje tomaten en een paar mango’s, die open en bloot op het aanrecht lagen, niet mee mochten nemen. Op zo’n moment ben je al lang blij, dat ze daarmee tevreden zijn. O ja, door een stempel in ons paspoort, zijn we nu ook buiten de lange arm van de Amerikaanse wet gekomen en is ons Mannetje officieel uitgevoerd.

Slechte, stoffige wegen

Ons eerste doel in Belize was Little Belize, een gemeenschap van Mennonieten. Er leven hier in

Ferry

Belize zo´n 11.000 Mennonieten, ik kom daar later nog op terug. Wij zoeken het avontuur niet op, maar het komt gewoon naar ons toe, zo lijkt het wel. De weg naar Little Belize bleek onverhard (wisten we, stond op de kaart) maar voor een deel ook in zeer slechte staat. “Daar gaan we weer” klinkt dan een verzuchting aan mijn rechterzijde. Dan wordt het weer aftellen naar de volgende instructie van de Tom Tom in de hoop, meestal ijdel, dat de weg dan beter wordt. Het is ook duidelijk oogsttijd voor het suikerriet, want diverse vrachtauto’s, hoog opgetast met suikerriet, zorgen voor grote stofwolken. Tot onze verrassing bleek er nog een ferry, meer een ponton, in de route te zitten, voortbewogen door twee mannen, die aan een wiel draaien en de ponton op die manier langs een kabel naar de overkant trekken. Hoe primitief, maar het levert wel werk op, werk, dat ze binnen afzienbare niet meer hebben, want de contouren van een nieuwe brug waren al duidelijk zichtbaar. Wellicht zal dan deze slechte weg ook tot het verleden behoren. Little Belize zelf viel ons wat tegen. Het is eigenlijk wel vergelijkbaar met een buurtschap van Winterswijk, met dit grote verschil, dat die altijd nog wel een soort kern hebben. Hier zijn het alleen maar landerijen en weinig beweging op de weg. Men groet ons wel, zeker als wij een hand opsteken, maar ik realiseer mij dan, dat wij met ons Mannetje voor hen misschien nog wel een grotere bezienswaardigheid vormen, dan zij voor ons. Natuurlijk, ze zijn heel klassiek, uniform gekleed (grote overall, geblokt overhemd en witte hoed), want ze zijn wars van uiterlijk vertoon, maar bewerken verder gewoon hun land. Wel vraag ik mij af, waarom ze in deze veel warmere omgeving, aan dat soort gewoontes vasthouden. Dat heeft iets krampachtigs over zich. Een koetsje met een paard ervoor, is anno 2024 natuurlijk een bezienswaardigheid voor ons.

Little Belize

Vaste plek

Vanuit Orange Walk City hebben we een bezoek gebracht aan Lamanai, een van de grootste en mooiste opgravingen van Maya nederzettingen in het noorden van Belize. Het ligt middenin het regenwoud en kan vanuit Orange Walk Town over de weg bereikt worden, maar ook middels een boottochtje over de New River. Die rivier was er natuurlijk al veel langer, maar de Engelsen besloten hem “nieuw” te noemen. Omdat de weg ook weer van een bedenkelijke kwaliteit was, besloten we voor het boottochtje te kiezen. Naast het gemak zouden we onderweg ook nog het nodige te zien krijgen van de flora en fauna. Nou viel dat laatste best wel tegen, want de boot had er een behoorlijk gang in, leuk voor de fun maar minder geschikt voor het spotten van dieren. Volgens mij was het ook een onmogelijke combinatie, want hij moest uiteindelijk wel een afstand van zo’n 40 km overbruggen. Veel dieren hebben we dan ook niet gezien, behalve een krokodil, die kennelijk altijd op dezelfde plek verblijft.

Om 09:00 uur gingen we van start. Na een uurtje varen, pakten zich donkere wolken samen en wat in de afgelopen weken nog niet was

Lamanai

gebeurd, gebeurde nu wel: een regenbui. Eerst een paar druppels, maar gaandeweg steeds harder. Er had geen haar op ons hoofd rekening gehouden met deze mogelijkheid, dus hadden we niets om ons te beschermen. Bij het vertrek prezen we ons gelukkig, dat wij op het eerste bankje voorin mochten zitten, maar daar pakten we nu de volle laag. We kwamen als verzopen katten in Lamanai aan. Als ik Wil niet belangeloos mijn net aangeschafte hoed ter beschikking had gesteld, die ze als bescherming voor haar borst kon houden, had ze zo mee kunnen doen aan de Mrs Wet T-shirt verkiezing. Gelukkig was het inmiddels droog geworden en brak de zon weer door en daarmee klaarde ons humeur ook op, zodat we vol goede moed met onze gids op stap konden gaan voor een wandeling van enkele kilometers. De meeste bouwwerken dateren van het begin van onze jaartelling of zijn nog ouder. Dan raak je best wel onder de indruk van wat die beschaving toen al tot stand heeft gebracht. Een paar uur later waren we terug, onder de indruk van wat we gezien en gehoord hadden en weer nat, maar nu van het zweet.

Lamanai was een hele grote stad van de Maya’s waarvan de geschiedenis teruggaat naar het jaar 1500 voor Christus. Op het hoogtepunt moeten er zo’n 30.000 mensen hebben gewoond. Tot ver in de 18e eeuw hebben de Maya’s hier gewoond. Ze hebben ook nooit de overheersing door de Spanjaarden geaccepteerd. De missiepost, die de Spanjaarden in de 16e eeuw hier gesticht hadden, werd in 1640 met de grond gelijkgemaakt. Wat hun ondergang wel inluidde, waardoor hun aantal gedecimeerd werd, kwam door een uitbraak van de pokken, meegebracht door de Europeanen. Onze gids, de eerste gecertificeerde gids in Belize, vertelde ook een ander opmerkelijk verhaal. Niet de Spanjaarden zouden schuld hebben aan het verloren gaan van de Maya-beschaving, maar de Maya’s zelf. Zij leefden in en van het regenwoud.

Gedeeltelijk opgegraven

Dat zorgde ervoor, dat in de loop van eeuwen bijna 80 % van de jungle verdwenen was. Daardoor geen regen meer en als gevolg daarvan grote droogte en hongersnood. Ook toen al dus een klimaatverandering veroorzaakt door de mens. Vanwege die droogte zouden ze hun steden verlaten hebben om zich elders te vestigen als boeren. Vervolgens heeft het regenwoud zich in rap tempo weer hersteld, waardoor de Spanjaarden, die een paar honderd jaar later kwamen, alleen maar veel heuvels aantroffen maar niet beseften, dat onder al die vegetatie een Maya-bouwwerk verscholen lag. In Lamanai is men in 1917 met de opgravingen begonnen, maar eerst in 1974 is dit op grote schaal gebeurd. Naar schatting liggen er zo’n 700 tempels of andersoortige bouwwerken hier nog begraven. Er zal nog heel wat water door de Rijn vloeien, voordat die allemaal zijn opgegraven.

Shipyard

Op ons boottochtje naar Lamanai kwamen we ook halverwege langs het plaatsje Shipyard, een andere nederzetting van de Mennonieten. Ondanks de slechte weg besloten we dit plaatsje toch met een bezoek te vereren in de hoop hier meer te zien van de gebruiken van deze mensen. De naam Mennonieten ontstond rond 1540 in het Friese Witmarsum, waar de katholieke priester Menno Simons zich bekeerde tot het anabaptisme. Hij vond, dat je pas gedoopt kon worden als je volwassen was en dus een bewuste keuze kon maken. In Zwitserland ontstond een soortgelijke stroming. Door vervolgingen verspreiden ze zich over heel Europa, op zoek naar plekken, waar ze niet vervolgd werden. Het zijn overtuigde pacifisten en daardoor kwamen en komen ze vaak in conflict met de overheid, ook als ze aanvankelijk wel gedoogd worden, zoals in Canada en later weer in Mexico geschiedde. In de 60-tiger jaren van de vorige eeuw sloot een grote groep Mexicaanse Mennonieten een overeenkomst met de regering van Belize. Die zagen wel brood in deze hardwerkende agrariërs. Ze kregen gratis grond toegewezen en diverse privileges, zoals behoud van hun eigen taal (Plautdietsch), eigen scholen, vrijgesteld van de dienstplicht, eigen financiële instellingen e.d. In Shipyard wonen nu zo’n 3.000 Mennonieten en hun aantal groeit dankzij de kinderrijke gezinnen. Dat de overheid van Belize het goed gezien had blijkt wel uit de hedendaagse cijfers: bijna de totale

Stof happen met zuigeling in de armen

zuivelproductie komt van deze boeren. Ook zijn ze goed in het maken van meubelen en het bouwen van huizen. De moderne Mennonieten schromen niet om gebruik te maken van technische hulpmiddelen en vervoer per auto. Dit in tegenstelling tot de Amish, genoemd naar hun leider Ammann. Die scheidde zich in 1693 af van de Mennonieten, omdat hij ze te liberaal vond. Hen vind je voornamelijk in Pennsylvania, USA, waar ze hun toevlucht hebben gezocht. Mennonieten zijn ook nu nog zendelingen, die hun geloof in de hele wereld uitdragen. Zo, dat was dus even een stukje achtergrondinformatie. Hoewel ook hier in Shipyard niet echt sprake was van een dorp, was er wel veel meer bedrijvigheid. Er waren vele koetsjes onderweg en we kregen bijna medelijden met de mensen die er in zaten, want op diezelfde weg reden ook auto’s, die veel stof opwierpen. Als je dan zo’n jonge moeder ziet zitten, met een zuigeling in een deken in haar armen, met daarnaast nog een peuter, dan moet dat toch best ongezond zijn. Al met al vonden wij het wel de omweg waard, zelfs over die slechte weg.

Zonsopkomst om 06:15 uur

Deze reis proberen we vooral bezienswaardigheden te bezoeken, waar we in 2008 niet aan toegekomen zijn. Zo zijn we van Orange Walk City naar het Crooked Tree Wildlife Sanctuary gereden. Qua afstand stelt dat allemaal niets voor. Hemelsbreed is het waarschijnlijk nog geen 50 km verder, maar een totaal andere wereld. Het is een uitgestrekt gebied van lagunes , rivieren en moerassen. Vroeger werd hier hardhout vandaan gehaald en daar komt de naam vandaan, omdat de bomen grillig gevormd waren. Het unieke van dit gebied is, dat het in de regentijd, wanneer het een paar maanden achter elkaar kan regenen, deze laagte volloopt met water. Op sommige plekken kan de lagune dan wel 15 meter diep worden. In de droge periode kan de lagune daarentegen helemaal droog vallen. Dit jaar is er heel veel regen gevallen en staat het water hoog, maar nog lang niet zo hoog als het maximum, dat gemiddeld één keer in de 10 jaar voorkomt. De aardige gastvrouw van de Jacana Inn waar wij verblijven, heeft ons verteld, dat het water dan bij hen in huis komt en ze een kano nodig hebben om in huis te komen. Onvoorstelbaar als ik nu vanaf onze staanplaats uitkijk over het water, dat enkele meters lager ligt. Door deze omstandigheden is het een el dorado voor vele soorten (water)vogels, zowel inheemse als migranten. Maar ook brulapen en leguanen komen hier voor. En uiteraard krokodillen. De beste manier om dit alles te bekijken is met een bootje en dat is dus wat we gedaan hebben. We moesten er wel onmenselijk vroeg ons bed voor uit, 5 uur om precies te zijn, om bij

Hoog en droog, nu wel.

zonsopkomst te vertrekken. We hebben al vele zonsondergangen mogen aanschouwen, maar opkomsten blijven een uitzondering. Samen met twee echte Amerikaanse vogelaars, uitgerust met het beste wat er op verrekijkersgebied te koop is, begonnen we aan ons tripje. Die vogelaars zijn alleen maar geïnteresseerd in zoveel mogelijk verschillende vogels, het liefst hele zeldzame, die ze dan op hun denkbeeldige lijstje afstrepen. Wij vinden het gewoon leuk om met de fotocamera in de aanslag mooie plaatjes te maken, waarbij de namen bij ons het ene oor ingaan en het andere weer uit. Maar met zoveel paar geoefende ogen in de boot, wordt er wel meer gespot, dan als wij het alleen hadden moeten doen. Het was een leuk uitstapje en de oogst met de camera was rijk, zoals jullie ook in bijgaande foto’s kunnen zien.

Vanaf hier gaan we verder zuidwaarts om dat deel van Belize te verkennen. Of er dan net zoveel te vertellen valt als nu, staat nog te bezien, maar dat vernemen jullie de volgende keer wel weer.

 

8 Responses to “Maya’s en Mennonieten”

  1. Marja versleijen schreef:

    Hoi Gerard en Wil, wat een belevenissen weer. Prachtig! Vooral de Mrs. Wet t-shirt verkiezingen hadden we ook wel bij willen zijn 🙂 hahaha. Die mennonieten zijn ook een apart volkje, zeker als ze hun baby’s ‘uigelingen’ noemen, hahahaha. Geniet ervan saampjes!! Liefs Bart en Marja

  2. Rik schreef:

    Hoi Will en Gerard
    een schitterend verhaal van dito belevenissen.
    Mooi begin van een druilerige dag in Winterswijk.
    Grtn Rik

  3. dick schreef:

    Hoi, mooi weer, zit net te genieten van het uitzocht opeen ferry over de Mekongh en pben op avontuur richting een onbekend jungle park. door de kans op slangen nlijft jacq in onze b en b. mooie smeltkroes dat Laos en aan drze kant van dr rivieren zijn de eegen ok.

  4. jst schreef:

    Och Gerard, die stempel in je paspoort, die je vrijwaart voor welke Amerikaanse lange arm dan ook, is toch veel meer waard dan een halfuurtje oponthoud? En die mango’s en tomaten zijn vast ergens terecht gekomen waar ze ervan hebben genoten. Toch?

  5. joost schreef:

    Och Gerard, die stempel in je paspoort, die je vrijwaart voor welke Amerikaanse lange arm dan ook, is toch veel meer waard dan een halfuurtje oponthoud? En die mango’s en tomaten zijn vast ergens terecht gekomen waar ze ervan hebben genoten. Toch?

  6. Han Hagen schreef:

    Dag Gerard,

    Jullie zijn toch nog behoorlijk actief. Wij doen dat anders. ’s morgens niet al te vroeg op, ontbijt, douche en daarna gaat Henriëtte in de tuin werken of naar het strand met een boek. Ik rommel wat met mijn laptop. De lunch of thuis of meteen maar op een terras. Dat ligt een beetje aan het weer. We kennen hier de Tramontana een bergwind die erg tekeer kan gaan, maar twee kilometer verder is het weer rustig. ’s Middags op een terras ontmoeten we de mensen die we hier hebben leren kennen, nu we hier veel vaker zijn. We eten dan weer in een restaurant of thuis. ’s Avonds is er de (Nederlandse) TV en een glaasje wijn. We zijn hier nu een ruime week en blijven nog tot eind maart. Dan terug voor de verjaardagen van de kleinkinderen.

    Vr. gr.

    Han

  7. Thijs en Rieneke schreef:

    Hoi, leuk verhaal en Belize – Guatemala heeft altijd goede herineringen.
    Groeten uit het stadje “MAN” COTE D’IVOIRE.

  8. Boudewijn schreef:

    Beste Wil en Gerard,
    Mooi verhaal weer. Wat die douanier betreft, ze zal wel nieuwsgierig geweest zijn. Wij zijn over het algemeen ook wat actiever dan H&H als we in Spanje zijn. Maar soms doen we ook lekker nix. 21/3 mogen we weer. Nu eerst ff skien.
    Veel plezier nog in Belize
    Helga en Boudewijn

Laat een reactie achter