You are here: Home > Ecuador > Toch nog Ecuador

Toch nog Ecuador

Sinds het vorige verslag zijn we zonder problemen van Medellín naar Cartagena gereden. Daar hebben we ons weer geïnstalleerd bij Hotel BellaVista, een plaats waar je eigenlijk helemaal niet wilt zijn, maar bij gebrek aan beter toch maar weer gaat staan.

Je staat er veilig en het is dicht bij de oude stad. De meeste Overlanders nemen hier ook een kamer, als de auto er nog niet is of wanneer ze op hun vlucht moeten wachten. Ons niet gezien. Zo lang we de auto hebben, zijn we niet afhankelijk van hun sanitair, maar als we om ons heen kijken zien we zo’n deprimerende verzameling rotzooi, dat je je ook wel een voorstelling kunt maken over de staat van onderhoud van de kamers. Er komt hier geld genoeg binnen en je vraagt je altijd weer af, waarom het niet gewoon opgeruimd kan zijn. Het etablissement trekt ook een soort semipermanente bewoners aan, die wel kleurrijk zijn, maar waar je toch ook je bedenkingen bij hebt. Maar zoals gezegd, de auto staat er veilig en je kunt hem ook achterlaten als je zelf een paar weekjes elders bent, zoals wij, toen we naar Ecuador gingen. Wat zeg je me nou? Ecuador? Dat zouden jullie toch niet doen? Inderdaad, dat was ongeveer het laatste wat we in ons vorige verslag hebben vermeld, maar nauwelijks was het verhaal de lucht ingegaan of een aantal mensen, die min of meer in hetzelfde schuitje vertoeven, hebben ons overtuigd, dat er geen enkel risico is, dat Immigration en DIAN (Douane) in deze zouden samenwerken. Nergens staat immers in je paspoort vermeld, dat je met een auto het land bent binnengekomen? We beseften ook heel goed, dat als we nu geen bezoek aan Ecuador zouden brengen, het er nooit meer van zou komen. Verder was het geen aantrekkelijk vooruitzicht om tot medio april in Cartagena te moeten verblijven, ook al is het nog zo’n gezellige stad. Al met al was de beslissing toen snel genomen en zijn we op zaterdag de 16e maart naar Quito, de hoofdstad van Ecuador gevlogen

Waren we met de auto dit land ingereden, dan was onze eerste bestemming de camping Sommerwind geweest in Ibarra, gerund door de Duitser HansJörg Schütter. Naast de camping verhuurt hij

Sommerwind

ook cabanas en kun je er een onvervalste currywurst eten! Het is typisch zo’n plek, die bijna door iedere Overlander wordt aangedaan, omdat het niet ver van de grens ligt en ook de luchthaven binnen handbereik is. Hoewel we inmiddels dus Overlander af zijn, zijn we daar toch als eerste naar toe gereden, omdat de man ook goede tips kan geven. Dus nadat ik mij tegoed had gedaan aan zo’n grote worst met patat en (Colombiaans) bier en Wil wat Wiener Würstel naar binnen had gewerkt, zijn we met de landkaart op tafel “even”  door Ecuador gegaan.Zijn eerste advies luidde de Banana Lodge in Misahualli. Wat een naam zeg, ik krijg daar absoluut niet de juiste associaties bij. Maar ja,  die mensen kunnen niet weten, dat we ooit in Amsterdam een louche bar hadden met die naam, waar dames kunstjes deden met een banaan. Of bestaat die nog steeds? Sorry, ik dwaal af. Misahualli ligt in het Amazonebekken, dat onmetelijk groot is. Als je je daar echt wat verder in verdiept, dan raak je steeds meer onder de indruk van de immense afmetingen. Bij Amazone denkt iedereen meteen aan Brazilië, maar ook Venezuela, Colombia en Peru hebben enorme lappen regenwoud binnen hun grenzen. Toen we nog dachten per auto hier te komen, groeide

Een goudzoekers famile

bij mij ook het verlangen om de auto ergens op een van de vele rivieren, die uiteindelijk allemaal in de Amazone uitkomen, op een boot te zetten en dan via de legendarische stad Manaus naar de Atlantische kust af te zakken, zoals Klaus en Gisela, nog niet zo lang geleden gedaan hebben. Je weet nog wel, dat stel waarmee we door de woestijn van Mauritanië gereisd zijn en die nagenoeg permanent onderweg zijn. Het zal er niet meer van komen, maar dat we nog een keer terugkomen om op de een of andere manier, meer van dit oerwoud te ervaren, staat wel vast, gegeven, dat we de tijd er nog voor krijgen. Nu hebben we alleen het randje van het oerwoud maar ondergaan en dat wordt behoorlijk geëxploiteerd voor de toeristen. Het brengt in ieder geval  geld in het laatje van de lokale bevolking, meest Indianen, die hun “normale” werkzaamheden aan toeristen kunnen laten zien en daarvoor betaald worden. Niet tegen betaling, maar na de demonstratie wel een tip verwachtend, waren we getuige van

Een aandachtige toeschouwersteer

authentiek goudzoeken. De dag waarop we aankwamen had het fors geregend en het waterpeil in de rivier was met minstens een meter gestegen. De volgende dag, de dag waarop wij ons boottochtje maakten, was  het peil weer terug naar normaal. Dat is het moment waarop de goudzoekers actief worden. De rivier heeft veel vers slib meegevoerd dat is achtergebleven en daar kunnen goudkorrels in zitten. En warempel,  als we bij een gezin stoppen, dat op deze manier hun brood verdient, laten ze zien hoe het slib gewassen wordt. Het is hard werken, want ze staan de hele tijd gebogen in de brandende zon.  Nu zijn wij wel eens eerder op plekken geweest, waar je tegen betaling zelf een poging mocht wagen, maar dit is het echte leven. Op deze manier wordt bij iedere(?) wassing een paar korreltjes goud aan de rivier ontworsteld. Onze gids vertelde, dat ze er net van kunnen leven, maar meer ook niet. Natuurlijk hopen zij ook, die grote klomp eens aan te treffen, maar dat gebeurt zelden.

REGENwoud

Een regenwoud heet natuurlijk niet voor niks REGENwoud. Het regent echt niet alleen, als wij er niet zijn. Nee hoor, daar trekt meneer Pluvius zich helemaal niets van aan. Een van de uitstapjes, die we maakten tijdens ons boottochtje, was een bezoek aan een rehabilitatiecentrum, waar ze wilde dieren met een geschiedenis weer geschikt proberen te maken voor terugkeer naar de natuur. Het wordt gerund door allemaal gedreven vrijwilligers, die veelal uit Europa en Noord-Amerika komen. Het is een NGO(Non Gouvermental Organization), die zich moet bedruipen van de entreegelden en giften. Ik krijg er altijd een dubbel gevoel bij.

Overal mooie bloemen

Je ziet hoe gedreven die veelal jongedames bezig zijn, maar hun verhaal rammelt bijna altijd, zodat ik maar met moeite de neiging kan onderdrukken om kritische vragen te stellen. Ik dit geval betwijfel ik ernstig de getoonde success rate. Hoe dan ook, het verschil met een bezoek aan een dierentuin is niet erg groot. Tijdens onze wandeling langs de verschillende kooien, begint het al onheilspellend te rommelen en wordt het steeds donkerder. En jawel hoor, op het verst verwijderde punt gerekend vanaf de ingang, barst de bui los. Onze Belgische jongedame wil nog gewoon verdergaan, maar bijgevallen door de Duitse toeriste, die ook met ons meeliep, zijn we toch maar snel teruggelopen. Ook zonder die bui hadden we het eigenlijk al wel gezien. Maar hoe snel we ook konden lopen, het kon niet meer voorkomen, dat we werkelijk drijfnat terugkwamen. En we hadden “van huis” nog wel regencapes meegenomen! En een paraplu! Maar ja, als je die in de boot laat liggen, dan kun je ze net zo goed niet meenemen. Hoewel, ze deden nog wel dienst toen we weer in de boot zaten, want ook al is het boven de 30 gr, als je kletsnat bent en zo’n boot begint snelheid te maken, dan krijg je het gewoon koud; kippenvel koud!

Voor het maken van deze foto had ik al mijn energie nodig

In Banos hebben we voor het eerst kennisgemaakt met wat lokale eigenaardigheden. De stad ligt in een nauw dal, soms bijna canyonachtig, met in de omgeving vulkanen en

In Mindo

heel veel watervallen. Gedeeltelijk zijn die laatste vanaf de rand van de canyon te zien, maar dikwijls moet je er ook een stevige wandeling voor maken, vooral om het hoogteverschil te overbruggen. Bij de eerste en niet de beste heb ik dat gedaan, maar toen was gelijk mijn energie voor de volgende dagen op. Om toch dichter bij de watervallen te kunnen komen, heeft men de Tarabita bedacht. Een bakje aan een katrol wordt naar de overkant getrokken. Overigens was deze vorm van vervoer mij niet helemaal vreemd, want in de Hunza Vallei (Himalaya) ben ik ooit in een nog veel kleiner bakje naar de overkant van een ravijn gegaan. Dat was puur als lokaal vervoer bedoeld en had niets te maken met (toeristisch) vermaak. In Banos hebben we nog niet plaatsgenomen in zo’n bakje omdat het weer te slecht was, maar op de laatste dag van ons verblijf in Ecuador, hebben we in Mindo wel een ritje gemaakt. Ook populair is de ZIP-line hier. Ook dat hebben we (heb ik) pas gedaan toen we in Mindo waren. Nog zo’n leuke activiteit: een grote schommel op de rand van een afgrond. Het effect moet natuurlijk zijn, dat je een “thrill” krijgt omdat je boven het niets hangt. Of het werkt weet ik niet, die heb ik niet geprobeerd.

Verkiezingen

Wat ons vooral in Banos ook niet ontging, was dat er verkiezingen op komst waren. Net als bij ons ging het om lokale vertegenwoordigers. Het aantal lijsten was enorm. Ik had de indruk, dat er geen lijst per partij was, maar dat de desbetreffende kandidaat, een kiesnummer had. Geen partijpolitiek maar puur stemmen op de persoon. Misschien ook iets voor Nederland, waar de macht van de vooral oude politieke partijen, die steeds kleiner worden, onevenredig groot is en ook steeds vaker bekritiseerd wordt. Iedere avond vond er wel een manifestatie plaats met muziek en vuurwerk. Op de zondag van de verkiezingen wordt er geen alcohol geschonken. Zoiets hadden we in Costa Rica ook al eens meegemaakt. Met al dat lawaai vooraf, waren onze verwachtingen hoog gespannen, maar in Cuenca, waar we die zondag waren, hebben we er werkelijk niets van gemerkt. Ook ons biertje en wijntje bij het diner werden gewoon geserveerd.

Cuenca was de meest zuidelijke stad van onze rondreis. Het heeft een mooi oud centrum waar je je wel een paar dagen kunt vermaken. Maar het staat vooral bekend om de

Panama’s: te kust en te keur

productie van echte Panamahoeden. Echte Panamahoeden in Ecuador, klopt dat wel? Jazeker, in Panama worden misschien ook wel hoeden gemaakt en verkocht als echte “Panama’s”, maar de echte komen toch echt uit Ecuador. Dat zit zo. Toen het Panamakanaal gegraven werd, hadden veel arbeiders een hoed op om zich te beschermen tegen de ongenadig brandende zon. Die hoeden kwamen uit Ecuador en werden via Panama uitgevoerd naar andere landen. Toen president Roosevelt op bezoek kwam, droeg hij om solidair te zijn, ook zo’n hoed. Dat maakte dat hoofddeksel natuurlijk op slag wereldberoemd en sindsdien heet het een Panamahoed. Had ikzelf al een nepper in Cartagena gekocht, Wil ging voor de echte en dus was ons eerste doel de beroemdste hoedenmaker van Cuenca. De hoed moet tijdens onze cabrio-ritjes dienst gaan doen, maar als ik hoor, dat je hem niet mag vouwen en dat hij ook niet nat mag worden, dan ben ik benieuwd hoe lang die het volhoudt. Trouwens, echt is in deze een betrekkelijk begrip. De hoeden die de arbeiders droegen, zijn gevlochten en lijken niet af, want van het materiaal waarmee ze gevlochten zijn, steken de uiteindes er nog uit. Niet zo mooi derhalve, maar die kunnen dus wel tegen een stootje.

Handel op straat

Voordat we Cuenca aandeden hebben we eerst nog een bezoek gebracht aan Riobamba. We hadden geluk, want juist op zaterdag, wordt de stad overspoeld door Indianen uit de wijde omgeving, die hun waren aan de man proberen te brengen. Een echte markt is het niet, de hele stad wordt markt, want overal worden de trottoirs gebruikt om de spullen uit te stallen. De meesten dragen weer hun traditionele klederdracht, die niet veel verschilt van wat we in het zuiden van Colombia gezien hebben. Riobamba zal echter vooral in onze herinnering blijven als de stad, die we noodgedwongen voor een tweede keer moesten bezoeken, althans het hotel waar we overnacht hebben. Nog niet eerder gebeurd, maar we kwamen er in Cuenca achter dat ik de paspoorten met nog wat dollars in de kluis had laten liggen. Geluk bij een ongeluk: we kwamen er tijdig achter en Riobamba ligt nagenoeg ook op de weg terug naar het noorden. Al met al viel dat gelukkig dus erg mee.

Over een lengte van 300 kilometer wordt de Pan American Highway ten zuiden van de hoofdstad Quito ook wel de “Avenida de los Volcanos”  genoemd ofwel de “Weg van de Vulkanen”. Die naam heeft het al heel lang geleden gekregen van de Duitse natuurvorser en ontdekkingsreiziger Alexander von Humboldt. In dit gebied bevinden zich zo’n 70 vulkanen, waarvan een deel, zoals de Cotopaxi, nog zeer actief is. Helaas hullen in deze tijd van het jaar de toppen zich nog in nevelen. Slechts af en toe, als de bewolking even wat minder

De Lagune

wordt, dan zie je toch een deel van de besneeuwde toppen. En dat op of vlakbij de evenaar! De meeste vulkanen lenen zich voor een pittige wandeling, al of niet onder leiding van een gids, maar dat is niet ons ding,  dus bezoeken we die vulkanen, die we per auto bereiken kunnen. Of in ieder geval beter kunnen zien. Zo hebben we een paar

Zelfs sneeuw

mooie ritten gemaakt, waaronder de bekende Quilotoa Loop met onder meer een bezoek aan de lagune waaraan de weg zijn naam ontleend heeft: de Quilotoa Crater Laguna. Het meer zelf zal ook in de toekomst wel de moeite van een bezoek waard zijn, maar ze zijn wel bezig om de omgeving in een hoog tempo te verpesten. Ongelooflijk wat daar allemaal gebouwd wordt. Kennelijk bedoeld voor de dagjesmensen vanuit Quito, die met steeds grotere aantallen hier zullen neerstrijken. Deze route vonden we zeker de moeite waard, maar de omweg, rondom de hoogste vulkaan van Ecuador, de 6.310 meter hoge Chimborazo, die we een dag ervoor gemaakt hebben en die ons zelfs natte sneeuw bezorgde, vonden we zeker zo mooi. Dat is hier trouwens bijna een dagelijks gebeuren: als we door de bergen reizen, en dat is hier bijna overal, dan verzeil je vroeger of later in de mist. Dat is vooral jammer, omdat je dan het ongetwijfeld geweldige uitzicht mist.

De Cotapaxi is en de meest actieve vulkaan en de meest toegankelijke. Er is een heus Nationaal Park omheen ontwikkeld, met een eigen infrastructuur. Je kunt zelfs tot heel

Bijna de top van de Mt Blanc

hoog de berg op rijden met je auto mits je voldoende PK’s meebrengt om de helling te nemen. In het zicht van de haven, dat is in dit geval een mooi gelegen restaurant en nadat we even gestopt waren, wilde de auto met geen mogelijkheid meer van zijn plaats komen. Op dat moment bevonden we ons op een hoogte van 4.500-4.600 meter, bijna net zo hoog als de hoogste top in Europa, die van de Mont Blanc. Het restaurant lag waarschijnlijk hoger en daarom vond ik het toch wel jammer, dat we terug moesten. Maar de top zouden we hoe dan ook, niet gezien hebben.

razend snel die beestjes

In Mindo, onze laatste verblijfplaats, zaten we weer middenin het regenwoud. En ook daar liet Pluvius zich weer niet onbetuigd. ’s Morgens was het redelijk, soms dreigde zelfs de zon door te komen, maar in het begin van de middag begon het te miezeren om later over te gaan in regen. De natuur rondom Mindo is weer overweldigend weelderig en groen. Behoudens de al eerder gememoreerde Tarabita en de ZIP-line hebben we bezoeken gebracht aan een orchideeën- en een vlindertuin. Bij beide was ook volop gelegenheid om kolibries te fotograferen, wat een op zich een hele uitdaging is, een uitdaging die ik als hobby fotograaf graag ben aangegaan. Het resultaat zien jullie hier en nog meer in het fotoalbum.

 

 

Dan schrijven we april en staat alles in het teken van de terugreis. De afvaart van de boot waarmee ons Mannetje naar Bremerhaven reist is voorzien op 9 april, maar plotseling komt alles in een stroomversnelling. De boot wordt 4 dagen eerder in Cartagena verwacht, dus moet hij eerder ter controle in de haven aangeboden worden. Gelukkig waren we al helemaal klaar, zodat we alleen onze bagage nog maar hoefden te pakken. De controle is ongekend grondig, dat wil zeggen, we hebben nog niet eerder meegemaakt, dat er zoveel tijd aan besteed werd. Toch is het een schijnoperatie, want als je echt een kilootje coke of zo zou willen smokkelen, wordt het op deze manier echt niet gevonden. Dan verstop je het echt niet in je keukenkastje of de koelkast, maar dat terzijde. Bij het controleren van de auto moet je persoonlijk aanwezig zijn. Je mag het dus niet aan een lokale agent overlaten. Om die reden moesten we rekening houden met een mogelijke vertraging van 3-4 dagen van de boot. Dat gecombineerd met de best geprijsde vlucht kwamen we op dinsdag de 16e uit. En die tijd zitten we nu uit in een hotel aan het strand van Cartagena; nee, niet hotel BellaVista!

Binnenkort zal ik vanuit Winterswijk nog wel een soort epiloog schrijven over onze reis met het Mannetje. Voor de lezers, die alleen maar geïnteresseerd zijn in dit soort “overland” verhalen, is dat dan de definitieve afsluiting. Mijn voornemen is om ook in de toekomst verslag te doen van de reizen, die we ongetwijfeld nog gaan maken. Zo hebben we nu het plan om dit najaar Z.O. Europa aan te doen, want landen als Albanië en Griekenland hebben we nog nooit bezocht. Trouwens, ook landen als Bulgarije en Roemenië hebben we alleen maar vluchtig aangedaan, toen we daar met de rally “Trial to the Nile” met de Healey doorheen gereden zijn. Iran lonkt ook nog steeds. Kortom, plannen genoeg.

Home sweet home: volgende week dus weer in Nederland, waar we ook weer heel veel leuke dingen in het verschiet hebben. Daar verheugen we ons ook alweer op. En voor de goede verstaanders: doe het op Koningsdag rustig aan, zodat je de 28ste geen kater hebt!

Saludos!

 

 

 

6 Responses to “Toch nog Ecuador”

  1. Joost & Marlien schreef:

    Gerard & Wil,

    Ben benieuwd naar jullie cabrio-panama’s uit Equador. Als die maar niet weggewaaid vóórdat wij in het gehucht Hagen net onder de Luxemburgse grens het cabrio-jeu-de-boules-toernooi spelen.
    welkom thuis weer straks!

  2. Rik schreef:

    Hoi Gerard en Wil,
    Gaaf verslag weer van dito trip !!
    En vwb je laatste tip…. Gewoon doorgaan en de kater uitstellen tot de 29e en 30e kan ook toch ? ?
    Grtn Rik

  3. Henk en Gyonne schreef:

    Lieve Gerard en Wil,

    Gelukkig hadden Colombia en Equador ook genoeg moois te bieden, zodat het verblijf daar geen straf was!

    Al eindigt het “overlander”-verhaal anders dan jullie gehoopt hadden, de geweldige reizen die jullie ondernomen hebben met het Mannetje neemt niemand meer af! Al die belevenissen zullen nog lang in het geheugen gegrift blijven!

    Voor jullie “volgelingen” is het een hele geruststelling dat aan de verhalenvertellerij gelukkig nog geen einde gaat komen!

    Een voorspoedige terugreis en tot binnenkort,
    Liefs,
    Henk en Gyonne

  4. Ronald schreef:

    Mooi verslag, jammer dat het Mannetje geen reizen meer met jullie gaat maken. We zullen de technische en andere problemen moeten missen in de toekomstige reisverslagen. we wensen jullie een goede thuisreis.
    En ja op Koninsdag zal ik het rustig aan doen en pas om 6.30 uur beginnen met een borreltje op het Paardenspektakel.
    Groetjes Ronald en natuurlijk Marga

  5. Han Hagen schreef:

    Dag Gerard en Wil,

    Goed te lezen dat jullie een mooi einde hebben kunnen geven aan het laatste avontuur met het Mannetje.

    Een aantal jaren geleden was de zon mijn kalende schedel te baas. Vanaf dat moment ben ik een hoed gaan dragen. In de winter een donker gekleurde en in de zomer een lichtere. Ik heb het nog even nagekeken en inderdaad blijk ik een Panama Hat from Ecuador te dragen. Hoewel de laatste aankoop een Paname Hat ‘made in Spain‘ was.

    Een hoed zal Wil vast goed staan 🙂

    Tot 30 april!

    Vr. gr.

    Han

  6. Henk schreef:

    Was een mooi verhaal.
    Zal een bijzonder afscheid zijn van de MAN.
    Jullie hebben er toch heel wat km’s mee afgelegd.
    Ik hoef niet te vragen om een hoed mee te nemen omdat die mij niet staat zegt Annemieke.
    Hou het maar bij mijn petje van de MX-5 club.

    tot 19 april!

Laat een reactie achter