You are here: Home > Zuid-Afrika > Zuidwaarts

Zuidwaarts

Als je zegt, dat je zuidwaarts gaat, zal de bijna iedere Nederlander dat associëren met het opzoeken van de warmte, het mooie weer. Op het Zuidelijk Halfrond en zeker in Zuid-Afrika gaat die vlieger niet op, dan zoek je verkoeling aan de kust van de Indische Oceaan. Dat is wat wij wilden, dus togen wij zuidwaarts nadat we het Augrabies Falls National Park bezocht hadden om vervolgens te constateren, dat het bijna iedere dag warmer werd tot zelfs boven de 40 gr! De laatste 100 kilometer moesten het verschil maken!

Donderend geweld

 

Watervallen hebben een onweerstaanbare aantrekkingskracht op uw schrijver. Heel veel mooie, grote watervallen hebben we tijdens onze reizen al gezien, soms zelfs

Het kan nog heftiger

meerdere keren, maar het blijft altijd fascineren. Ook de Augrabies in de Oranje rivier hadden we al eens een keer gezien en ook toen waren we al onder de indruk, maar dit keer waren onze verwachtingen nog hoger gespannen. We wisten immers, dat de waterstand in de rivier buitengewoon was en dat bepaalt voor een belangrijk deel, hoe imposant de waterval zich manifesteert. De op zich niet zo diepe maar wel heel brede rivier stort zich in een ravijn van 200 meter diep, maar in tegenstelling tot de Victoria Falls gebeurt dit niet over de volle breedte maar splitst de rivier zich in vele afzonderlijke stromen, die zich ieder een weg zoeken naar het ravijn. Zo ontstaan er meerdere watervallen. De hoofdstroom valt z’n 60 meter omlaag, maar een andere, iets verderop, de Bridal Veil Falls (die heb je ook overal op de wereld) overbrugt zo’n 75 meter. De hoeveelheid water die per minuut wordt aangevoerd bepaalt uiteindelijk hoeveel van die verschillende watervallen ontstaan. Men heeft diverse platforms gemaakt waar vanaf je een schitterend gezicht hebt op het watergeweld. Sommige paden waren afgesloten hetgeen wij uitgelegd hebben als “te gevaarlijk”. Toch moet het nog nog heftiger kunnen, want later hoorden we, dat het hoogste peil zo’n twee weken daarvoor was bereikt. Maar zelfs dan haalt het nog niet de top van de meest extreme jaren, zoals die op de informatieborden worden getoond. Blijft er toch nog iets te wensen over. Het park zelf is ook zeker de moeite waard om een tocht te maken. Een indrukwekkend landschap waarbij je op meerdere plaatsen aan de rand van de canyon komt te staan.

Na het park zijn we even verder stroomopwaarts op een camping pal aan de Oranje rivier neergestreken te midden van de wijnvelden. De rivier doorsnijdt de Kalahari woestijn. Van bovenaf gezien zou je echt een groen lint zien, dat zich verder door een dor en zeer droog landschap slingert. De oevers van de rivier zijn in cultuur gebracht en er wordt nu veel fruit verbouwd. Zo ook druiven en daarmee is naast het klassieke zuiden een hele nieuwe wijn regio geboren. Overigens worden hier lang niet alle druiven in wijn omgezet, integendeel, de meesten worden gedroogd en leveren dus krenten en rozijnen op. Dat levert gegarandeerde inkomsten op voor de boer, zo is ons al eens gezegd. Overal zie je ze te drogen liggen en als je ze niet ziet, dan ruik je ze wel. De camping, Le Mas, waar we een drietal nachten hebben gestaan, was onderdeel van een groot wijngoed. Naast een restaurant kon je ook een wijnproeverij doen. Op dat punt hebben ze nog wel wat te leren van hun collega’s in het zuiden. Zonder al teveel plichtplegingen worden vijf, half gevulde glazen voor je neergezet, die je dan op eigen houtje kunt proeven. Het heeft ons niet kunnen verleiden om wat te kopen, want we vonden ze alle vijf op z’n best middelmatig. Heel verrassend was vervolgens om in het restaurant een lekkere Colombard op de kaart aan te treffen. Dat die lekker was wisten we van ons etentje bij de waterval, waar dezelfde werd geserveerd.

Omdat we nog genoeg dagen te gaan hebben, besloten we onderweg spontaan om nog iets verder naar het oosten af te buigen en dan een aantal Nationale Parken te bezoeken. We hebben tenslotte niet voor niets een Wildcard die ons een jaar lang gratis toegang geeft tot alle wildparken van Zuid-Afrika. Zo werd ons eerste doel het Mountain Zebra NP. Als je, zoals wij, al veel in deze contreien hebt rondgereden ontkom je er niet aan, dat er een herhalingselement in zit. Zo hebben we dit park ook al twee keer eerder bezocht. De charme van dit park is vooral het landschap. Het is er bergachtig en een groot deel van het park bevindt zich op een hoogvlakte. Een rit begint dan ook bijna

Weids landschap

altijd met eerst het hoogteverschil te overbruggen, maar dan levert het ook geweldige panorama´s op. Het is allemaal heel weids met heel veel grazende hoefdieren. Uiteraard de berg zebra, maar ook heel veel wildebeesten (met blonde staart) en blesbokken. Vooral bij deze laatste categorie liep veel jong spul. Bij het inchecken in een park krijg je een plattegrond van het park mee, waarop ook vermeld staat welke dieren je in dit park kunt aantreffen, voorzien van een score. Die laatste geeft dan impliciet aan hoe (on)waarschijnlijk het is, dat je zo’n exemplaar ziet. Zo schijnen in dit park ook leeuwen rond te kopen, maar die hebben we nog nooit gezien. Sterker nog: ook hebben we nog geen mensen gesproken, die ze wel gezien hebben. Ook dit keer leek het weer op niets uit te draaien en we kregen al onze twijfels, of er überhaupt wel leeuwen waren, toen we er een zagen. Dus toch. Mevrouw, want dat was het, lag er heel fotogeniek bij, op de top van een heuvel, waardoor ze los kwam van de achtergrond. Zo wil je ze graag voor je lens hebben. Bovendien bleek ze heel wakker, want ze keek voortdurend rond. Had ze geslapen, zoals leeuwen veel plegen te doen, waren we er zo aan voorbijgereden. Terwijl wij daar stonden, het gebeurde allemaal op de derde en onze laatste dag in dit park, kwam iemand aanrijden, die ons meldde, dat er ook neushoorns zijn. Dat is raar, die staan helemaal niet op de kaart vermeld. Hij dacht, dat ze het niet aan de grote klok willen hangen om geen stropers aan te trekken. Het zou een argument kunnen zijn, maar mij lijkt waarschijnlijker, dat ze eerst willen zien hoe de populatie, die daar geïntroduceerd is,

Klaar voor de aanval

Fotogeniek

zich verder ontwikkelt. Want met internet kan het nooit lang een geheim blijven, dat hier tegenwoordig ook neushoorns zijn. Met dit nieuwtje reden we aan het eind van de middag terug naar de camping, toen Wil plotsklaps “stop” riep. Ze had niet ver van het pad vandaan een neushoorn ontdekt. Warempel, ze zijn er dus echt! Maar aangepast aan de bezoekers zijn ze nog niet helemaal, althans deze ene zeker niet. Want wat ons nog nooit eerder was overkomen: deze ging in de aanval en kwam in een rechte lijn op ons aan gedraafd. Hoewel ons Mannetje best wel wat kan hebben, lijkt mij dat onze kunststof brandstoftanks toch niet helemaal neushoorn proof zijn. En die zitten wel op de hoogte waar zijn vervaarlijk uitziende hoorn zit. Dus ons toch maar even tactisch teruggetrokken. Helaas had ik de videocamera nog niet in de aanslag, zodat ik de aanval niet in bewegende beelden heb. Tot een tweede aanval liet hij zich ook niet verleiden, toen we weer terugkeerden, maar verdween in de bosjes. Zo werd het toch een eind goed al goed.

Het Addo Elephants NP viel ons eigenlijk wel een beetje tegen. Natuurlijk zie je grote kuddes olifanten, maar veel meer ook niet. Er zouden bijvoorbeeld ook veel buffels moeten zijn, maar we hebben er zegge en schrijve maar een gezien. Het park is voor een belangrijk deel dichtbegroeid met struikachtige bomen, het voer voor de olifanten. Zelfs een hele kudde olifanten of buffels lost

Stromsrivier

als het ware in enkele minuten op, zodra de dieren zich in deze bosjes begeven. Vanwege al die bosjes is het uitzicht ook stukken minder, dan in de meeste andere parken. Overal zie je de paden, die door het wild zijn gemaakt, maar het wild zelf? Niet gezien. Gelukkig bleek het restaurant wel van een wat hoger niveau, dan je gemiddeld in de parken aantreft. Zo konden we toch genieten van een Valentijns diner.

Het Addo ligt iets ten noorden van Port Elisabeth en hoewel, het nog nauwelijks 100 kilometer tot de kust is, liep de temperatuur op tot 40+, beslist niet normaal  voor deze

Ons plekje in Mosselbaai

regio. Dan wordt de overgang naar de kust, waar het hooguit 25 gr is wel erg groot. Het Stormsriver Mouth NP is ons eigenlijk nog nooit goed gezind geweest. Altijd minimaal een harde wind, maar soms nog wel zon. Dit keer zelfs dat niet. Ons eendaagse verblijf daar werd een soort schoppedag, zoals ze dat in Winterswijk plegen te noemen. Een dag waarop het niet droog wordt en de boer zijn werk in de schuur, de schoppe, zoekt. Ik had mij voorgenomen om vanaf het moment dat ons strandleven zou beginnen, ik weer aan mijn conditie zou gaan werken middels stevige wandelingen. Het Stormsriver NP leent zich daar uitstekend voor, omdat er allemaal wandelingen zijn uitgezet langs de dichtbegroeide, rotsachtige kust. Af en toe is het behoorlijk klauterwerk, maar wel heel mooi. Omdat ik mij ook nog een keer in de afstand vergiste werd het al met al een pittige wandeldag, iets teveel van het goede, getuige een protesterende enkel de volgende dag. Maar in de loop van de daaropvolgende dagen is dat allemaal weer wat soepeler geworden.

De kust in dit deel van Zuid-Afrika is zeer rotsachtig met daar tussendoor mooie baaien met schitterende zandstranden. Daar vertoeven we nu alweer meer dan een week en dat is eigenlijk voorlopig ook wel genoeg. Van Buffelsbaai zijn we naar Mosselbaai gereden. Deze laatste is zeer geliefd bij gepensioneerde mensen, die hier maanden vertoeven, soms zelfs tot in het voorjaar (september). Voor ons is het vooral een aangenaam plekje omdat er veel vertier is, met leuke restaurantjes en terrasjes. Verder wordt er  vlak voor onze deur intensief gesurft, wat leuk is om gewoon naar te kijken. Ook is er een gerede kans dat je dolfijnen ziet en zelfs een enkele walvis kan passeren. Maar zoals gezegd, nu is het voorlopig wel genoeg. Van hieruit vertrekken we naar Swellendam en het nabij gelegen Bontebok NP. Dat is een klein park, waar we slechts een dag verblijven. Via Hermanus, de baai waar je de walvissen vanaf de kant kunt spotten, rijden we dan naar Kaapstad. Het hotel waar we eerder al eens verbleven, heeft bevestigd, dat we ons Mannetje weer achter het hotel mogen parkeren. Dan gaan we ons weer als gewone toeristen door de stad begeven en ons overgeven aan de stadse geneugten .

Surfers en dolfijnen

 

5 Responses to “Zuidwaarts”

  1. Rik schreef:

    Hoi Wil en Gerard,

    Indrukwekkende reis weer, met voor een ietsiepietsie klein stukje bekend terrein voor me; dat maakt het toch extra leuk om te lezen, maar doet me ook beseffen wat een immense afstanden jullie afleggen door dat schitterende land met al zijn, in meerdere opzichten, diversiteit.

    Grtn Rik

  2. Desiree Huijskes Rootinck schreef:

    Wat een prachtige reis is het toch.
    Goede beslissing om toch een aanval af te wenden.
    Geniet er maar van. In Winterswijk is het nat en guur.

  3. joost schreef:

    Zeg Gerard,
    Vrijwel nooit stuur je een foto met Wil, laat staan jezelf, maar nu dan toch Wil bij de waterval. Inderdaad indrukwekkend. Volgende keer verwacht ik er eentje van jou op zo’n surfplank, als je aan de kust gewoon de toerist uithangt. En die wandelingen waar je het over hebt met dat klauterwerk, doe je dat in je eentje?

    Groet, Joost

  4. Han Hagen schreef:

    Dag Gerard en Wil,

    Weer een mooi verslag met daarin toch een klam momentje toen de neushoorn het tegen jullie mannetje wilde opnemen. Weer geen tegenslagen, des te beter.

    Wij beleven carnaval in Spanje. Nou beleven, we zien toe.

    Nog twee weken Dan gaan we weer naar Nederland.

    Vr. gr.

    Han

  5. Christiaan Boomsma schreef:

    Hoi Gerard en Wil,
    Wat een schitterende tocht weer. Vooral de watervallen . Echt super.
    En wat een mooi strand aan de Buffelbaai.
    En schitterende Camperplaats aan de kust op het puntje van de plaats.
    Kan niet mooier worden deze reis. 🌝

    Goede reis terug. 👍🏿🙋‍♂️

Laat een reactie achter