You are here: Home > Namibie en Zuid-Afrika > Een rode draad komt aan z’n end

Een rode draad komt aan z’n end

Trouwe lezers weten, dat er door onze verhalen een paar rode draden lopen, gevormd door onderwerpen die steeds terugkomen. Een daarvan was, dat plannen er zijn om gewijzigd te worden.

Die rode draad zal wel voortduren totdat we de puntjes en het vraagteken in ons motto kunnen vervangen door de titel van die ene film uit de oude doos: “From here to Eternity”. Maar die andere rode draad, die bijna een obsessie leek te worden, kunnen we na ons bezoek aan het Krugerpark definitief doorknippen. Je raadt hem al: we hebben een luipaard gezien! Niet één keer, nee, zelfs twee keer. De eerste keer zelfs met twee welpen. Beide keren ging het echter zo snel, dat het wettelijk en overtuigende bewijs niet geleverd kan worden. Althans, van de eerste keer hebben we wel een foto, maar daarop kun je net niet zien, dat de strepen op haar kop ontbreken en het dus geen cheetah is. Die hadden we overigens de eerste dag alweer gezien en zette ons even op het verkeerde been, maar we weten nu zo goed de verschillen, dat wij geen twijfel meer kennen: wij hebben definitief twee keer een luipaard gezien. De tweede keer stak hij vlak voor ons op een draf de weg over. Het voordeel van ons Mannetje is, dat we op onze hoog gezeten plek meer kunnen zien, dan de gewone stervelingen in hun bakkie of normale personenauto, maar het nadeel is, dat we door onze omvang de dieren wat kopschuw maken. Daardoor liep het luipaard ook meteen door, waardoor hij al snel in het struikgewas verdween. Dat was des te meer jammer, omdat wij er dan als eersten waren. Als er eenmaal een grote kat gespot is, dan ontstaat er al gauw een opstopping van auto’s, die kriskras door elkaar, de hele weg blokkeren. Heel irritant als je zelf komt aanrijden, niets kunt zien, maar wel moet wachten totdat de boel weer in beweging komt, meestal omdat het lijdend voorwerp zelf ook in beweging is gekomen. Dat nadeel blijkt trouwens soms weer een voordeel te zijn als er een olifant op de weg loopt en die met veel misbaar, nogal dreigend een paar passen in de richting van een auto maakt. Dan zie je de acteruitrijlichten aangaan en trekt men zich snel terug. Heel verstandig hoor, want zo’n olifant kan best uit chagrijn een deuk in je auto maken, zo niet erger. Maar als de olifant ons ontwaart, volgt een terugtrekkende beweging. Weliswaar onder protest, met getrompetter en wapperende oren, maar ondertussen wel de weg vrij makend. Denk nu niet, dat wij er “blind ingaan”, zeker niet, maar je ziet al gauw hoe hij of zij reageert en eerst dan rijden we door, meteen gevolgd door de personenauto’s, die stonden af te wachten.

Bij Ronald op het erf

Drie weken zijn we alweer onderweg, waar blijft de tijd. De reis verliep op zich voorspoedig, maar begon met een geweldige blamage voor wat eens onze nationale trots was,

Bij Ronald op het erf

maar nu vooral gezien wordt als een slokop van onze belastingcenten: de KLM. Het boarden was al heel vroeg klaar toen bleek, dat een passagier niet was komen opdagen terwijl zijn bagage al wel aan boord was. Na diverse, tevergeefse oproepen aan de man of vrouw om zich te melden, volgt dan de mededeling, dat de bagage van boord moet worden gehaald en dat duurt even. Hebben wij alle begrip voor, want we hebben ooit zelf ook voor zo’n stunt gezorgd, toen Wil te laat van het shoppen terugkwam en wij ons vliegtuig naar Lima misten in Madrid. Maar dan, dan komt de klap op de vuurpijl. Men komt tot de ontdekking, dat we te weinig brandstof aan boord hebben om non-stop naar Johannesburg te kunnen vliegen! We horen de stewardess zelfs zeggen, dat de tanks ook nog eens onevenwichtig geladen zijn. Er moet dus eerst getankt worden. Ja, dat begrijpen we wel, want we willen wel graag heelhuids aankomen, maar dit is toch echt ongelooflijk! Afijn, dat we ons tijdslot daardoor ook verspelen, kan er dan ook nog wel bij. De 1,5 uur vertraging aan het begin valt aan het eind van de vlucht voor ons wel mee. De gezagvoerder heeft kennelijk gedaan wat hij beloofde bij de start en extra gas gegeven.

De eerste 10 dagen hebben we gebruik gemaakt van de gastvrijheid van Ronald. Ons Mannetje heeft de afgelopen 17 maanden die ook al mogen smaken. De auto stond al

Bij Ronald

helemaal klaar met alle systemen in werking. Zelfs de bedden waren opgemaakt met fris gewassen beddengoed. We konden er zo in. ’s Middags samen de supermarkt in om de voorraden weer op peil te brengen. Bij ons overhaaste vertrek, vorig jaar april, had ik nog een to-do-lijstje achtergelaten. Ronald heeft twee rechterhanden en vindt het ook nog eens leuk om dingen aan onze auto te verbeteren. Een paar dingetjes, die in eerste instantie nog niet zo goed gelukt waren, moesten nog afgehandeld worden, maar dat stelde niet veel voor. Dat we toch 10 dagen gebleven zijn had te maken met de perikelen rondom het Carnet de Passages. Voor de niet ingewijden zal ik dit even toelichten, want dat is een issue dat nog wel eens vaker terug zal komen. Ieder land kent zijn beperkingen wat de invoer van auto’s betreft. Om het voor reizigers wat simpeler te maken is het Carnet ontwikkeld. Heel veel landen erkennen dit document, waardoor je aan de grens alleen maar even een stempel hoeft te halen. De geldigheidsduur van zo’n carnet is een jaar en daar zit hem nu de kneep. Die van ons liep in december 2020 af. Formeel had de auto voor die tijd het land uit moeten zijn. Door Corona liep dat allemaal anders. Op zich geen groot probleem, omdat zelfs de overheden wel begrepen, dat we met overmacht te maken hadden. Tegen betaling van een zeker bedrag kon door bemiddeling van de Automobielclub van Zuid-Afrika uitstel verkregen worden. Maar inmiddels zijn we bijna weer een jaar verder en hoewel er feitelijk in de reiswereld nog van alles mis is, begint het geduld van de bureaucraten op te raken. Zo ontving ik een schrijven, waarin toch wel dreigend stond vermeld, dat ik even 16.000 euro invoerrechten moest betalen, als we niet voor 22 december 2021 de auto geëxporteerd hebben. Zo zou je dus kunnen zeggen, dat onze reis noodzakelijk werd en daarmee aan de officiële Nederlandse richtlijnen voldoet. Hoewel het niet ons voornemen was, zou de consequentie kunnen zijn, dat we een uitstapje naar Mozambique moesten maken. Het ene carnet “uit” laten stempelen, de andere “in”. Omdat echter ook de mogelijkheid werd geboden om op de luchthaven van Johannesburg de benodigde stempels te halen, had ik gehoopt, het daar allemaal in één klap te kunnen regelen. Om die reden had ik het carnet voor 2021-2022 al op 10 oktober in laten gaan. Helaas, hoewel de mevrouw van de invoerrechten (SARS!) zeer bereidwillig was, zei ze dat niet te kunnen doen, want dat zou haar haar baan kunnen kosten. Nu zat ze vlak voor haar pensioen, maar dat wilden we haar niet aandoen. Ze zei wel, dat we weer zeer welkom waren, als ik eerst weer zo’n uitstel zou aanvragen. Kennelijk zag ze daar geen been in, hoewel wij fysiek in Zuid-Afrika zijn en dus ook het land uit kunnen rijden. Zo gezegd zo gedaan en terwijl wij door het Kruger reden, is de toestemming voor een nieuw uitstel verleend. Nu nog even op weg naar het westen bij de SARS in Johannesburg aangaan en dan kunnen we weer tot volgend jaar oktober vooruit.

Van ons verblijf bij Ronald heeft Wil weer dankbaar gebruikgemaakt om haar Afrikaans bij te spijkeren, door een paar keer met Adele op stap te gaan. Dan wordt het nuttige (boodschappen doen) met het aangename (lekker kletsen) gecombineerd. Het viel ons wel op, dat zowel Ronald als Adele zeer druk met hun werk waren. Dat hebben we wel eens anders meegemaakt. Een goed teken, zo nemen wij aan.

Van Ronald zijn we dus rechtstreeks naar het Kruger Park gereden. Tot onze verbazing bleken heel veel campings zelfs zo vroeg in het seizoen, niet te reserveren omdat ze vol waren. De avond voordat we het park inreden, werd ons verteld, dat er een behoorlijke bosbrand woedde in het Kruger en met name in het stuk, dat wij als eerste wilden bezoeken. Gelukkig kregen we ook al snel te horen, dat alles onder controle was. Hoe ze dat zo snel voor elkaar hebben gekregen, vraag ik me af, waarschijnlijk zijn ze door de natuur zelf geholpen, want als je ziet hoe droog hier aan het eind van de winter alles is, dan kun je je nauwelijks voostellen, dat je zo´n brand, als die eenmaal begonnen is, nog kunt stoppen. Het begrip “alles onder controle” zal ook wel betrekkelijk zijn, want de eerste dagen hebben wij nog overal vlammen gezien terwijl er geen ranger in de buurt was.

Wel, zoals we in het begin van dit verhaal al vermeld hebben, een cheetah en een luipaard hebben we gescoord, zo ook de andere vier van de zogenaamde Big Five: de olifant, de buffel, de leeuw en de neushoorn. Van die laatsten viel vooral op, dat ze allemaal onthoornd waren. Heel begrijpelijk in de strijd tegen de stropers, die voor zo’n hoorn de neushoorn doden. Zonder hoorn zijn ze voor die stropers niet aantrekkelijk meer, maar het ziet er toch wel vreemd uit. Heel triest, dat dit soort rigoureuze maatregelen noodzakelijk zijn. Hoewel de aandacht altijd naar die grote vijf uitgaat, zo genoemd omdat ze de gevaarlijkste dieren zijn om te jagen(!), vinden wij al dat andere levende spul ook zeker interessant. Zo zagen wij opvallend veel hyena’s met jongen. Vaak zomaar in een kuil langs de kant van de weg. Een whartog met twee biggetjes, die niet eens wegrennen, zie je ook niet alle dagen. Zo rijgen de dagen zich aaneen als we van zuid naar noord het park doorkruisen. Op de laatste avond van ons verblijf, volgt er nog een aangename verrassing. Voor het eerst sinds ons vertrek, plaats ik een bericht op mijn Facebook pagina. Een paar foto’s, die laten zien, dat we de Kreeftskeerkring passeren en een selfie op het uitzichtpunt bij de Olifantsrivier. Bij de reacties springt er één meteen uit: die van Monique Zilverentant. Die laat weten de volgende dag op de camping Punda Maria te staan, de camping, die wij voor de laatste nacht niet meer konden boeken en we dus noodgedwongen het park moesten verlaten. Je gelooft je ogen eerst niet; wat een toeval! Monique hebben we leren kennen tijdens ons eerste verblijf op de Trans Kalahari Inn bij Wil Bouwers in Windhoek. Zij was daar op dat moment de manager belast

De Braai aan

met de dagelijkse gang van zaken. Monique is een vriendin van Wil en hielp haar uit de brand toen die laatste een groot personeelsprobleem had. Normaal verdient Monique haar brood met het begeleiden van fietstours van vooral Nederlanders. Die business liep heel goed met steeds meer terugkerende klanten, maar in het laagseizoen had ze wel wat tijd om Wil te helpen. Het klikte eigenlijk meteen heel goed tussen ons en Monique en we spraken af, dat wij ook nog een keer een bivak van haar zouden bezoeken als ze weer met een ploegje fietsers onderweg was. Dat hebben we ook gedaan en toen met eigen ogen kunnen zien hoe kordaat zij is. Ze kookte voor de hele groep en wij konden ook aanschuiven. Die keer was de laatste keer, dat we elkaar in levende lijve getroffen hebben. We schrijven het jaar 2014! En dan nu dit berichtje. Meteen enthousiast gereageerd en gezegd, dat we daar de volgende dag ook zullen zijn. Nog wel geen idee, hoe we dat zouden gaan regelen, maar desnoods beduvelen we de boel. Je moet namelijk weten, dat als het reserveringssysteem van het park “fully booked” zegt er meestal nog heel wat plaatsen over zijn. Als er dan ook nog eens niets gecontroleerd wordt, dan is een “vergissing” van onze kant, gauw gemaakt. Maar dat blijkt de volgende dag allemaal niet nodig te zijn. Nee, ze mogen ons geen plek verkopen omdat het systeem “nee” zegt, maar we mogen wel op de reservering van Monique bijgeboekt worden. Het hoeft geen betoog, dat we honderduit gekletst hebben, vanaf het moment, dat we elkaar troffen. Monique bleek met Yvonne, een vriendin te zijn, die in het dagelijkse leven ook reisleidster is, maar dan van grote georganiseerde busreizen. Op dit moment ligt hun business nog op z’n gat, omdat met name Nederlanders nog steeds niet durven te komen. De typisch Zuid-Afrikaanse gewoonte werd ook gevolgd, dus de braai ging aan. En zo werd het een hele gezellige avond. De volgende morgen namen we met weemoed afscheid. Omdat zij tegenwoordig ook veel privé reizen en wij hopen, dat we de komende jaren ook nog veel in deze regio mogen vertoeven, is er natuurlijk een kleine kans, dat we elkaar weer treffen, maar die kans blijft hoe dan ook erg klein.

Tot zover gaat alles hier voorspoedig, te meer nu de perikelen met het carnet ook geregeld zijn. Vanaf hier gaan we richting Aksham, naar de familie Rossouw en aansluitend het Kgalagadi NP. We hebben besloten om ons verblijf in Zuid-Afrika dit keer kort te houden. We maken ons namelijk een beetje zorgen over de oplopende Corona-besmettingen in Nederland. Voordat je het weet worden we weer als paria’s bestempeld en komen we ondanks onze inentingen de grens niet meer over. Ons voornemen was zo wie zo om deze reis relatief veel tijd te besteden aan Namibië, dus dat komt wel goed uit. Op zich voelen we ons hier in Zuid-Afrika heel veilig. Mondkapjes worden overal verplicht gedragen. Hier geen winkelier of restauranthouder, die “uit principe” niets controleert. Niks daarvan, mondkapje vergeten? Kan gebeuren! Hier kun je hem kopen! Duur? Jammer dan, dat is jouw probleem! Overal, maar dan ook letterlijk overal, staan hand ontsmetters. Bij de ingang van een supermarkt meestal bemand door een vriendelijke dame, die je gebiedend terugroept als je haar denkt te negeren. Bij het binnengaan van het Kruger of van een camping, waar we nu staan, wordt je temperatuur gemeten. Voor wat het waard is natuurlijk, maar het doet je voortdurend beseffen, dat er nog steeds iets aan de hand is. Eigenlijk is maar één ding heel vreemd en dat is de lage vaccinatiegraad. Dat vonden wij tot voor kort met jullie niet vreemd, want Afrika kreeg immers geen vaccins toebedeeld, maar sinds we Monique hebben gesproken, die ons vertelde, dat iedereen in dit land gratis de twee prikken kan halen, hebben we daar een andere kijk op gekregen. Het waarom van die onwilligheid weet ik niet.

Als alles verder volgens planning verloopt (daar hebben we hem weer) dan komt ons volgende bericht uit Aksham of omgeving. Tot dan.

 

9 Responses to “Een rode draad komt aan z’n end”

  1. Rik schreef:

    Hoi Gerard & Wil,
    Mooi verhaal weer; wijzigingen die er idd als rode draad inzitten die de nieuwsgierigheid van de lezer voeden, maar soms ook onze bezorgdheid als vrienden. Gelukkig viel het wat dat laatste betreft nu mee, maar dat weet je pas bij de laatste alinea.
    Behouden reis verder!
    Grtn Rik

  2. Han Hagen schreef:

    Dag Gerard en Wil,

    Met genoegen je verhaal weer gelezen. tijdens ons ontbijt in Spanje. Mooi dat alles voorspoedig verloopt. Oude kennissen ontmoeten is altijd leuk. De braai smaakte nog steeds goed.
    Wij zijn nog drie weken hier en dan vervroegd naar NL omdat mijn tante 80 wordt en ze ons er graag bij wil hebben.
    We houden contact.

    Vr. gr.

    Han

  3. Ronald schreef:

    Heerlijk, een genot jullie verslag weer te lezen.

    Gr Ronald

  4. Johan G. Esendam schreef:

    Hoi Gerard & Wil,

    Wederom met weer een mooi verhaal de draad weer opgepakt. Kijk met belangstelling uit nar het volgende verhaal. Wellicht tot ziens op het Kerstdiner met onze kookclub op 20 december a.s.

    Hartelijke groet Johan

  5. joost schreef:

    Gerard & Wil, Het gezegde: “Eerst Rome zien en dan sterven” is natuurlijk figuurlijk bedoeld. Maar nu jullie eindelijk de luipaard hebben gezien is die cirkel voor jullie rond. Hèhè. Op naar het volgende avontuur…………………

  6. Thijs schreef:

    Goed te zien dat jullie een goede tijd in Africa hebben, wij vliegen midden November via family in de USA weer naar Peru om daar onze camper op te starten en Verder te reizen.

  7. Henk en Gyonne schreef:

    Lieve Gerard en Wil,

    Wat fijn dat jullie eindelijk het luipaard voor de lens hebben gekregen!
    Kun je die frustratie nu achter je laten!
    Ook mooi dat al het gedoe met het Carnet voorlopig weer is geregeld, waardoor jullie rondreis daar nu gewoon genieten wordt en jullie niet meer met allerlei bijzaken bezig hoeven te zijn!
    We wensen jullie nog veel bijzonder mooie (her)ontmoetingen toe!
    Lieve groeten,
    Henk en Gyonne

  8. han schreef:

    Wat een heerlijk verhaal weer Gerard. Never a dull moment. Geniet nog verder van de reis. Wij gaan eind december 3 maanden naar Spanje om daar van de zon etc. te genieten.
    Groetjes en goede reis verder

  9. dick en jacq schreef:

    En wat vind ik bij het opschonen van mijn mailbox? weer een pareltje van een kroniek van de Rooksjes!

Laat een reactie achter