You are here: Home > Zuid-Afrika > Een Afrikaanse Enclave in Zuid-Afrika

Een Afrikaanse Enclave in Zuid-Afrika

Dat is Lesotho, een Afrikaanse enclave in Zuid-Afrika. Voor degenen, die niet meteen paraat hebben, wie of wat Lesotho is, hier een korte inleiding. Lesotho is een koninkrijk, dat sinds 1966 volledig onafhankelijk van Groot-Brittannië is geworden. Door in het verre verleden handig gebruik te maken van de Engelse invloed, ze lieten zich bewust annexeren, wisten ze zich eeuwenlang de naar land hunkerende Boeren van het lijf te houden. Toen Zuid-Afrika als natie ontstond, werden zij een protectoraat van Groot Brittannië en bleven daardoor buiten schot.

 

Mooi landschap

Mooi landschap

Lesotho is naast San Marino en Vaticaanstad, het enige land in wereld, dat geheel omsloten wordt door één ander land. Het is ook het enige land in de wereld (volgens Wikipedia) dat in zijn geheel boven de 1.400 meter ligt, 80% zelfs boven de 1.800 meter. Deze natuurlijke omstandigheden hebben er ongetwijfeld in grote mate toe bijgedragen, dat Lesotho zijn oorspronkelijke cultuur behouden heeft. Het is ontegenzeggelijk veel Afrikaanser dan zijn grote buurman. Van Zuid-Afrika heb ik sinds mijn eerste bezoek altijd gezegd, dat het Europa is, maar dan met heel veel zwarte mensen. Of eigen identiteit en zelfstandigheid opweegt tegen armoede is niet aan ons om daarover te oordelen, maar arm is het land zeker. Het wegennet is in ontwikkeling, maar vertoont nog grote hiaten. Om een “rondje” te maken moet je over passen van meer dan 3.000 meter, die dan ook nog eens onverhard zijn.

 

Er blijven genoeg uitdagingen over!

Er blijven genoeg uitdagingen over!

Dat we naar Lesotho wilden, hadden we ons eigenlijk al vanaf het begin voorgesteld alleen wisten we nog niet hoe. Iedereen, die in Zuid-Afrika rondreist, heeft het over de 2.865 meter hoge en landschappelijk zeer mooie Sani-pas. Dan kom je vanuit het oosten Lesotho binnen. Dat was ook ons oorspronkelijke plan, maar sinds we Vincent en Ellen hebben leren kennen, was dat onderwerp taboe geworden voor Wil. Hadden we daarvoor van diverse mensen gehoord, dat het met ons Mannetje goed te doen was, na het verhaal van Vincent aangehoord te hebben, verging mij ook wel de lust. Hun wederwaardigheden waren ronduit angstaanjagend. Zelf zijn ze er van overtuigd, dat het maar een haar gescheeld had, of ze waren hun gloednieuwe Mercedes kwijt geweest. Voor geen prijs zouden ze die rit nog een keer willen maken. Op het laatste stuk klim met een hellingspercentage van ruim boven de 20% zitten nog een paar venijnige haarspeldbochten; zo scherp, dat ze een paar keer moesten steken om de bocht te kunnen nemen. Door dit voortdurende gemanoeuvreer raakte hun luchtdruk, belangrijk voor de goede werking van de remmen, onder het vereiste niveau, waardoor hij automatisch op de handrem gezet wordt. De ondergrond waarop ze stonden bestond echter uit los grind, waardoor de auto door zijn eigen massa begon te schuiven. Alleen door de tegenwoordigheid van geest van Ellen, die snel grote stenen voor de wielen heeft gelegd, kon worden voorkomen, dat de hele truck de afgrond in zou glijden. Al is de wielbasis van onze auto een stuk korter en telt een gewaarschuwd mens voor twee, dan nog vergaat je de lust wel als je zo’n verhaal gehoord hebt.

OK, voor ons dus geen Sani-pas. Maar dan blijft er nog genoeg avontuur over. Passen die zelfs hoger zijn dan die zo veel bekendere, met ook fantastische uitzichten. Want dat is Lesotho, een lust voor het oog; zowel in landschappelijk opzicht als ook door de kleurrijke tafereeltjes langs de kant van de weg. Wij besloten via Bethlehem in Zuid-Afrika bij Butha-Buthe aan de noordkant Lesotho binnen te gaan. Met een grote lus, zo’n 500 kilometer lang, rijden we naar de hoofdstad Maseru. Het spannendste stuk lag voor ons tussen de plaatsen Mokhotlong en Thaba-Theka. Ook hier passen over meer dan 3.000 meter en ook een ontzettend slechte weg. Zo’n weg waarvan wij sinds Marokko al roepen, dat we die niet bewust willen opzoeken en toch weer iedere keer doen. En uitgerekend op zo’n stuk weg besluit ons Mannetje er mee op te houden. Ondanks het feit dat wij ondertussen al best wat hebben meegemaakt, gaat je bloeddruk toch weer omhoog als je je voor zo’n steil stuk slechte weg geplaatst ziet, waar je terug moet naar de eerste versnelling en je dan nog afvraagt of de auto het wel gaat halen. Het stuur wordt toch ongemerkt wat krampachtiger vastgehouden, iets wat je ’s avonds pas echt merkt aan de spierpijn in je handen. Als dan juist op zo’n moment de auto ineens stil valt en je haastig het rempedaal moet intrappen om niet terug te rollen, vallen er best wat onvertogen woorden. Daar sta je dan, midden op het pad. Al ben je een geweldige leek, dan nog wil je tenminste onder de motorkap kijken of er ook iets te zien is. Nu is dat bij ons

Samen met vrachtwagenchauffeur intellogent kijken

Samen met vrachtwagenchauffeur intellogent kijken

Mannetje eenvoudiger gezegd dan gedaan. Er zit nog niet zo’n uitermate handig hulpmiddel op als een hydraulische cabinelift. Nee, bij MAN moet men gedacht hebben, dat die jonge mannen in het Deense leger, waar deze auto ooit voor ontwikkeld werd, dat wel met hun spierkracht konden klaren. Nou, in onze praktijk is inmiddels is gebleken, dat je tenminste vier volwassen kerels nodig hebt om de cabine te kantelen. Dat die niet even voorhanden waren, moge duidelijk zijn. Sinds kort hebben we wel alles voor elkaar als het om lieren gaat, dus als er maar een boom of iets dergelijks in de buurt is waar ik het snatchblock, een soort katrol, aan kan bevestigen, dan kan ik met behulp van de lier de cabine kantelen. Bomen zijn hier in de verste verte niet te zien, maar we hebben wel het geluk, dat uitgerekend op dit stuk weg de enige 50 meter vangrail staan van de hele route. Geeft meteen aan, dat dit stukje weg toch echt wel als extra risicovol gezien wordt door de wegbeheerder. Terwijl we hiermee druk in de weer zijn, komt er een vrachtwagen aan. Omdat wij de hele weg voor hem blokkeren, moet hij wel uitstappen en vragen wat er aan de hand is. Hij houdt het op een brandstofprobleem: of vuil of lucht in de brandstofleiding. Daar richten we ons op als we de cabine hebben gekanteld. Brandstof wordt door hem met de mond aangezogen, met de handpomp wordt hetzelfde gedaan, maar ondanks dat, verdomt het Mannetje te starten. Tijdens die startpogingen ziet Wil hoe een luchtslang, die van het luchtfilter naar de motor loopt, zich samentrekt. Dat zet ons op het spoor van de andere belangrijke component van een verbrandingsmotor: lucht! Dan blijk dat een slang, die naar het luchtfilter loopt, is los geschoten. Dat zou nog geen verklaring zijn, ware het niet, dat op het moment, dat je gas geeft en de motor om brandstof en lucht vraagt, de slang zich vastzuigt aan de onderkant van de opbouw. Zoiets hou je toch  echt niet voor mogelijk? Afijn, twee uur later reden we weer, nadat we de chauffeur van de vrachtwagen uitgebreid hadden bedankt voor zijn hulpvaardigheid.

Raak je op het landschap niet uitgekeken, ook de wereld van Lesotho langs de kant van de weg blijft je verbazen. Kom je weinig gemotoriseerd verkeer tegen, des te meer zie je mannen op een paard. Ook de ezel als

De ezel als transportmiddel

De ezel als transportmiddel

transportmiddel is hier nog heel gewoon. Meestal echter moet de benenwagen mensen nog brengen, waar ze willen zijn, waarbij wij ons dikwijls afvragen hoe ver het naar hun bestemming is. Gezien de uitgestrektheid van het landschap, moeten dat zeer respectabele afstanden zijn, in ieder geval in onze ogen. De standaard klederdracht is hier een kleurrijke deken, die wordt omgeslagen. Daarnaast draagt bijna iedereen een of andere vorm van een hoofddeksel, waarbij opvallend vaak de bivakmuts te zien is. Vriendelijk zijn ze zeker; spontaan wordt er naar ons gezwaaid, terwijl wij niet altijd even aardig voor hen zijn. Ons Mannetje braakt nog wel eens wat zwarte, onverbrande diesel uit door zijn aan de linkerkant aangebrachte uitlaat. En dat is wel de kant waar de mensen lopen ….

 

 

Natuurspektakel

Natuurspektakel

Vlakbij de grens met Namibië ligt het Augrabies Waterfalll NP, ons volgende doel na Lesotho. Onze trouwe lezers weten inmiddels wel, dat als er ergens in de buurt een waterval te bezichtigen valt, wij van de partij zijn. Soms moet je heel veel moeite doen om er te komen, soms, zoals bij deze, rijdt je bijna met je auto tot op de waterval. Alleen is bij de onderhavige altijd de vraag, hoeveel water er door de rivier stroomt. En zie, zoals onze bekendste Nederlandse filosoof al opmerkte, heeft ieder nadeel ook zijn voordeel. Juist, die dus. Hebben we eerder tijdens onze trip last gehad van de overvloedige regenval in Limpopo, waardoor wij zelfs onze route daarop aan moesten passen, nu valt al dat water hier met donderend lawaai 50 meter naar beneden. Zelfs watervallen van de tweede garnituur bevatten water, waardoor het schouwspel in deze canyonachtige kloof nog mooier wordt. Er zijn meerdere platforms aangebracht, waarvandaan je een onbelemmerd uitzicht hebt op dit natuurgeweld. We krijgen er nooit genoeg van.

 

Op de camping hebben we Henk en Gerda uit Hilversum ontmoet. Voordat we kennis gemaakt hadden, hadden we ze al geobserveerd en onze bewondering voor ze uitgesproken. Hoewel het schatten van de leeftijd altijd een heikele aangelegenheid blijft, hadden we toch het idee, dat ze nog wel een paar jaartjes ouder waren dan wij. Hoewel dat deze burgers nog wat moed geeft voor de toekomst, zegt dat op zich natuurlijk nog niks, maar wat wel indruk op ons maakte was het feit, dat ze met zo’n 4WD reisden met een tentdak! En dat vonden wij toch wel heel erg stoer. Dat deden ze al acht jaar, zo vertelden ze later. Wat Gerda betreft, was het nu wel mooi geweest, maar Henk wilde nog van geen ophouden weten. Wij begrijpen Gerda maar al te goed, want om als 74-jarige midden in de nacht zo’n laddertje af te moeten dalen voor een bezoek aan het toiletgebouw, lijkt ons allesbehalve een pretje. O, wat zijn wij blij met ons on-board toilet!

 

Het Kgalagadi NP is het laatste park dat we deze reis bezocht hebben. Het is niet alleen bijzonder vanwege de dieren die daar gespot kunnen worden, maar ook omdat het een grensoverschrijdend park is. Het ligt op de grens met Botswana. Aanvankelijk begrepen we er niet zoveel van, hoe dat hier werkte. Je kijkt op een kaartje en vraagt je af waar de grens loopt. Ook blijkt het park heel populair te zijn, want op de meeste campsites konden we niet terecht. Van iemand (wie o wie?) hadden we gehoord, dat we vooral ook het oostelijke deel in Botswana moesten meepakken. Al pratende met het vriendelijke meisje van de receptie, kwamen we er achter, dat alle “behoorlijke” wegen en accommodaties Zuid-Afrikaans waren. Als je de noord-zuid route aan de oostelijke kant verlaat, dan kom je bij de accommodaties van Botswana, die overigens helemaal niets voorstelden, maar dat is juist de charme, zo was ons verteld. Ook bleken we formeel Zuid-Afrika al te verlaten op het moment, dat we kenbaar maakten, dat we aan de Botswaanse kant het park wilden verlaten. Zo lang als we in het park bleven, waren we volgens ons paspoort al in Botswana! Begrijpen jullie nu misschien een beetje, dat wij moeite hadden om het te begrijpen?

De eerste twee dagen zijn we kriskras door het door Zuid-Afrika geëxploiteerde deel  gereden. We hebben vooral veel Oryxen, Hartebeesten en Struisvogels gezien. En natuurlijk de alom aanwezige “bokjes”. Ook kruisten twee

Veel belangstelling voor de Honda

Veel belangstelling voor de Honda

jonge mannetjes leeuwen ons pad en wel letterlijk. De een stak voor ons de weg over, de andere werkelijk vlak achter ons Mannetje. Deze laatste leeuw toonde opvallend veel belangstelling voor onze Honda. Zeker tot drie keer toe keek hij omhoog alsof hij zich er van wilde vergewissen, dat het echt niet om te eten was. Hij was zo dichtbij, dat we elkaar eens goed in de ogen hebben gekeken. Mijn arm met videocamera heb ik zekerheidshalve toch maar even binnenboord gehaald: je weet nooit zeker of hij zich ook aan de spelregels houdt, die zeggen dat een leeuw een mens niet als prooi ziet! Een luipaard, waar er zo’n 200 van rond moeten lopen volgens de brochure, hebben we weer niet gezien. Wel een andere wilde kat, zo’n kleintje.

Die Botswaanse kant van het park heeft bij ons gemengde gevoelens opgewekt. Wil vond het maar niks, omdat er maar weinig wild te zien was en de weg in haar ogen heel beroerd. Vooral al die struiken

Als spijkers

Als spijkers

met die grote doorns die weer voor de nodige schrammen op ons Mannetje hebben gezorgd, zijn een doorn (ha ha) in haar oog. Wisten jullie trouwens, dat als je over een hoop uitwerpselen van een olifant rijdt, je ook een lekke band kunt krijgen? Die doorns kunnen namelijk onverteerd in hun ontlasting zitten! Ook de momenten, waarop het maximale gevraagd wordt van de veren onder onze auto, dragen voor Wil niet bij aan de feestvreugde. Het doet haar te veel aan een boot op zee denken en we weten allemaal wat ze daar van vindt. Ik moet zeggen, dat ik van het dierenrijk ook meer verwacht had, maar de route zelf vond ik mooi en ook best vermakelijk. Deed mij denken aan lang vervlogen tijden, toen ik in dienst van Hare Majesteit mij met

Best wel leuk

Best wel leuk

een Nekaf jeep over de Veluwe mocht bewegen. En dan vooral over paden waar een normale burger zich niet mocht begeven. Of aan oefeningen op de Lünebürger Heide. Een glooiend landschap met daardoor een twee sporen pad over geel zand, waarbij het af en toe echt nodig was om de 4WD in te schakelen. Vooraf hadden we de bandenspanning van 5,5 bar teruggebracht naar 2, achteraf gezien misschien niet zo verstandig. Fluitend gingen wij er met ons Mannetje over heen. En dat 200 kilometer lang, van Winterswijk naar Den Haag, kun je je dat voorstellen? Ja, ja, ik heb me best vermaakt. Totdat …..

 

Afgeschreven

Afgeschreven

Totdat we allebei een duidelijke ssssssssssssttttt hoorden. Jawel hoor, voor het eerst sinds we met ons Mannetje op stap zijn, hadden we een lekke band. “En toen die ene ochtend op die camping dan?”

Hard werken

Hard werken

hoor ik daar al een paar mensen roepen.  OK, toen ook, maar die was veroorzaakt door een nalatige monteur, die een stukje van zijn gereedschap heel slordig in de band had achtergelaten, nadat we de voorbanden op de velg hebben omgedraaid. Die tel ik derhalve niet mee. Nee, dit was een echte. En een hele vervelende ook, want de band kon meteen afgeschreven worden. Bovendien is dan dat mooie gele, zachte zand ook een extra handicap. We zullen jullie niet vermoeien met alle details, maar het heeft vier uur geduurd voordat we weer konden rijden. Tegen die tijd kon je met mij de vloer aanvegen, zo moe was ik. Normaal heb ik er niet zo gauw last van, dat ik me ergens te oud voor voel, maar nu begon ik echt te denken, dat dit soort exercities nog een keer het einde gaan inluiden van deze manier van reizen. Ik weet niet precies hoe zwaar een compleet wiel is, maar als je eerst het lekke exemplaar door het mulle zand heb moeten wegduwen en vervolgens het goede wiel juist gepositioneerd voor de bouten hebt gekregen, dan trilt je hele lijf van inspanning en ben je o zo blij, dat de eerste moer er weer op zit en het wiel dus niet meer weg kan. Bovendien zit je hem de hele tijd ook nog te knijpen of de krik wel stevig genoeg staat. Stel je voor dat daar het zand onderuit schiet. OK, er staat voor de zekerheid nog een tweede krik onder maar toch. Brr ik moet er niet aan denken. Maar goed, voor alsnog heb ik mij voorgenomen, deze zomer hard aan mijn conditie te gaan werken.

 

Zoals gezegd bleek de accommodatie aan de Botswaanse kant helemaal niets voor te stellen. Ergens onderweg langs het zandpad staat ineens een bordje “campsite”. Als het bordje er niet gestaan had en de GPS niet bevestigd had, dat we op onze bestemming waren aangekomen, zouden we zo zijn doorgereden. In het eerste kamp dat we geboekt hadden, waren we de enige gasten. De benodigde reservering leek dus wat overdone. Toch was dat wel weer apart om zo in the middle of nowhere in de Afrikaanse natuur te staan. Geen omheiningen, dus alle dieren, ook de leeuwen, luipaarden, die hier echt zijn, kunnen ongehinderd rondlopen. Dat maakt het anders dan anders, zullen we maar zeggen. En dan die sterrenhemel! Het dichtstbijzijnde dorp is honderden kilometers ver, dus geen strooilicht van onderuit. De maan liet zich ook niet zien en als de zon dan bloedrood is ondergegaan, dan doet zich een fenomenaal schouwspel voor. Al die sterren inclusief de Melkweg, waar we in Nederland nauwelijks weet van hebben, staan haarscherp aan het firmament. Het is zeker voor een Nederlander toch nauwelijks voor te stellen, dat je ergens ter hoogte van Ede je bivak opslaat en dat zich binnen een straal van 90 kilometer geen ander mens ophoudt?

 

Toen werd het toch nog gezellig!

Toen werd het toch nog gezellig!

De tweede avond, de avond van die dag die ons nog lang zal heugen, troffen we in het kamp een jong Zwitsers stel aan. We hadden ze een paar dagen daarvoor ook al eens gezien. Wellicht hadden ze gehoopt, dat ze alleen zouden blijven, maar als dat al zo was, hebben ze dat niet laten blijken. Integendeel, Mike kwam meteen met een koud biertje op me af. Ze hadden ons gezien en ook hun hulp aangeboden, maar op dat moment, was de klus nagenoeg geklaard. Ook toen al bood hij mij dat biertje aan. Omdat we ’s avonds allebei de braai wilden aanmaken, stelde Chrissie voor om er één vuur van te maken. En zo hebben we gezellig met z’n vieren ons vlees op de gemeenschappelijke braai bereid en een lekker wijntje gedronken. Een geweldig besluit van een verder niet zo geweldige dag.

Om van het Kgalagadi NP weer in de bewoonde wereld te komen, moesten we nog eens 120 kilometer door mul zand ploegen. Omdat we niet het risico wilden lopen om nog een band lek te stoten, hadden we de spanning alweer naar 4 bar gebracht. Hoewel het zand duidelijk veel zachter was dan in het park, bleek ook met deze spanning het geen enkel probleem voor ons Mannetje. Kortom, dat was een dure (750 euro) les voor de toekomst.

Hiermee is het verhaal van deze reis wel verteld. Het was misschien niet zo afwisselend, avontuurlijk zo je wilt, als onze reis door het westen van Afrika, maar dat was ook niet de verwachting. De winter van 2013-2014 zou vooral in het teken staan van een bezoek aan Zuidelijk Afrika als gewone toeristen. Het is vooral Namibië en Zuid-Afrika geworden. Daar hebben we onze sporen achtergelaten  zoals op bijgaand kaartje te zien is. We zijn nu weer terug op onze uitvalsbasis: Windhoek. Dinsdag 8 april hopen we weer thuis te zijn. De vliegtickets voor september zijn alweer geboekt. Dan zal de focus vooral op het oosten van Afrika liggen. Tot die tijd radiostilte? Het zou kunnen, maar ik heb me voorgenomen om af en toe een paar filmpjes op het internet te zetten, ter illustratie van wat jullie eerder gelezen hebben. Als ik dus naast het werken aan mijn conditie nog tijd overhoudt, dan ……

We hebben onze sporen achter gelaten

We hebben onze sporen achter gelaten

 

 

 

8 Responses to “Een Afrikaanse Enclave in Zuid-Afrika”

  1. Han Hagen schreef:

    Beste Gerard,

    Mooi verhaal weer. Er blijven drie punten hangen:

    • Wil ontdekt het euvel. Dat deed zeer!
    • Je conditie verdient aandacht
    • De waterval maakte veel goed

    Tot over een maand.

    Vr. gr.

    Han

  2. Ronald Hujskes schreef:

    Hoi,

    Weer erg genoten en mee zitten dromen van jullie avonturen, ik verheug me al op het najaar. Goede reis naar Wenters.

  3. joost schreef:

    Zo Gerard, dus jij gaat deze zomer flink aan je conditie werken! Dat zullen we dan in mei in de Vogezen eens gaan bekijken. Jij loopt rondjes om het terras. Dan drinken wij wel een biertje ………………

    Joost

  4. wim schreef:

    Lesotho , 1800Mt . Hoe komt het dat die mannen daar niet vooraan in het marathonpeleton meelopen tussen al die Kenianen. Die nu op de helft van de wedstijd altijd verplicht 10 minuten koffie moeten drinken. Om discussies te vermijden als nu met de 10 km schaatsen. En dat verhaal van Henk en Gerda deed me erg denken aan Schruns deze wintersport. Naast ons namen een aantal krasse knarren plaats , de oudste 84 jaar!! Er is dus nog hoop!! Helaas bleek de volgende avond dat senior minder dan een uurtje op de latten was geweest en zich daarbij toch nog ernstig “übernommen” had. Kijk daar win je dus de oorlog niet mee. Is ook niet gebeurd zoals bekend. En Gerard is een echte natuurfreak geworden zie ik aan de laatste kaart. Heeft een bosmier op de kaart gezet en is daarna dat trajekt afgereden. Zo moet het dus niet. Helder plannen. Recht van A naar B. Als je hier naar toe komt ga je toch ook niet via de bospaden in de Vennebulten? Nou ja , als je zo lang van huis bent….. We hebben het er nog wel eens over. Gr Wim

  5. wim schreef:

    Trouwens , nog even een tip. Je hebt kennelijk in Z.Afrika een rechtlijnigheid van denken aangeleerd waar je momenteel hier wel eens commentaar op kunt krijgen. Dat verhaal van die leeuw en die Honda. Alsof elke leeuw altijd alles wil opvreten. Natuurlijk zijn er miserabel veel die dat willen . Maar elke….
    Misschien bestaan er wel die erop willen rijden. Google op Wilders en zoek de overeenkomsten.

    Gr Wim

  6. Saskia schreef:

    Het is peanuts vergeleken bij al jullie avonturen, maar we wensen jullie een goede terugreis!!

    Grtjs Henk en Saskia

  7. desiree schreef:

    Wat goed dat jullie de Sani-pas hebben laten gaan. Vreselijk eng.
    En GEWELDIG Wil dat jij nu de oorzaak van het probleem ontdekt hebt. Vrouwen hebben toch wel oog voor zulke zaken blijkt maar weer. Maar ja, ook genoeg geoefend en meegemaakt zo langzaamaan.
    Fijn dat jullie weer heelhuids terug komen vandaag in NL.
    tot gauw bij ons of jullie.
    gr. Desiree

  8. b.f. kramer schreef:

    Hallo, ik reis ook met de auto van nederland naar zuid afrika door west afrika. Chantal en ton ben ik onderweg tegengekomen en via hun ben ik op jullie site terechtgekomen. Nu wil ik de auto voor een bepaalde tijd stallen in zuid afrika maar weet niet hoe dat gaat met het carnet e.d. Zou u mij misschien u contactgegevens kunnen mailen zodat ik het e.a. via de mail met u kan communiceren. Bvd en ik zie u reactie tegemoet.
    Met vriendelijke groet, Bart Kramer, kramer@topinvest.nl

Laat een reactie achter