You are here: Home > Onderweg > Dagboek van een woestijnreiziger – Mauritanië

Dagboek van een woestijnreiziger – Mauritanië

Verslaafd aan de woestijn zullen wij niet worden, maar dat het bezoek aan Atar en vervolgens de Adrar tot een bijzondere ervaring heeft geleid, staat vast. Met Klaus, die wel zo’n soort verslaving kent, hebben we ook gesproken over wat hem iedere keer weer naar deze regio trekt. Al sinds de 80-er jaren heeft hij frequent door alle landen van Noord Afrika gereisd en is daarbij iedere keer diep in de Sahara doorgedrongen. Het reizen over vrijwel imaginaire wegen, het slapen onder een fantastische sterrenhemel, het alleen zijn in een overweldigende natuur, dat zijn de argumenten die je hoort. Alle moeilijkheden onderweg, neem je dan op de koop toe. Dat laatste nu is voor ons een brug te ver. Als we na een dag ploeteren hemelsbreed nog geen 30 kilometer zijn opgeschoten en we slechts een paar mooie zandduinen hebben gezien, vragen wij ons hardop af, waarom ze niet gewoon naar Namibië gaan, waar je over goed berijdbare gravelwegen naar Sossus Vlei kunt rijden om de mooiste en hoogste zandduinen van de wereld te zien. Maar goed, dat is natuurlijk veel te simpel gesteld, dat begrijpen wij ook wel, maar toch. Overigens moet ik, om geen verkeerd beeld van Klaus te schetsen wel vermelden, dat hij ook Australië, Noord- en Zuid-Amerika’s uitgebreid bezocht heeft, altijd met zijn eigen vervoermiddel. Zijn enthousiasme voor de imponerende natuur van Noord Amerika bijvoorbeeld, delen wij volledig.

Op vrijdag de 24ste zijn wij van de camping Bab Sahara vertrokken. Toch wel een beetje verrast, hebben Andy en Martin besloten, om ook dit traject met ons samen te rijden. Eigenlijk hadden we verwacht, dat ze het lage tempo van onze auto’s wel welletjes vonden, maar kennelijk vonden ze gezelschap toch belangrijker. Dit keer wil ik het verslag een beetje in de vorm van een dagboek gieten, in de hoop dat daarmee een goed beeld ontstaat van de wederwaardigheden van een woestijnreiziger.

Vrijdag, 24 februari 2012

Eerst inkopen gedaan in Atar en getankt. Voor alles wat je hier koopt, moet je onderhandelen over de prijs, zelfs de prijs van de brandstof is onderhandelbaar. De afgelopen week langs de spoorbaan hebben we 1 : 3 gereden. Al dat zand maakt niet alleen het baasje dorstig. Terwijl we op het centrale plein van Atar staan, krijgen Andy en Martin een bod van 7.000 euro op hun auto. Dat leidt meteen tot onenigheid tussen de jongelui: Martin wil meteen toehappen, maar Andy verwacht er nog meer uit te kunnen halen. Hun auto heeft in Duitsland 5.000 euro gekost. En passant toont iemand ook interesse in onze Honda, maar die wuiven we weg.

Later blijkt, als ze het gesprek nog eens evalueren, dat ze zich een nulletje vergist hebben! Goed dat ze geen ja hebben gezegd.

Rond lunchtijd verlaten we dan Atar en zetten koers naar Chinguetti. Het Adrar-plateau verschijnt steeds nadrukkelijker aan de horizon en al gauw dient zich de Ebnou pas aan. Bovenop de pas hebben we een spectaculair uitzicht op de vlakte, die we net verlaten hebben. Na ca. 35 km verlaten we de goed berijdbare gravelweg en rijden een piste op, die naar de ruïne van Fort Sagane leidt. Hoewel ruïne iets anders doet vermoeden, is dit bouwwerk van recente datum en heeft het gediend als decor in een film! Van andere reizigers hebben we al gehoord, dat we daar met onze auto’s niet kunnen komen, omdat de weg grotendeels weg is, waardoor hij zeker voor ons soort auto’s te smal is geworden. Dat blijkt helemaal te kloppen. Het uitzicht is niettemin schitterend, enigszins canyonachtig. De vergelijking met de Grand Canyon wil ik niet maken, want die is wat mij betreft van een andere orde en eenmalig in zijn soort.

Vlakbij het punt waar we niet verder kunnen is ook een camping, zo staat het op een bord geschilderd. Een paar lemen hutjes afgedekt met riet, beheerd door een oude man. Die treedt ook op als gids naar de rotstekeningen, die hier te zien zijn. Andy maakt een prijs af, maar ik ga niet mee, want ik heb jaren geleden al besloten, nooit geen rotstekeningen meer te willen zien. Vrijwel altijd vind ik ze niet interessant en ook kan ik mij nooit losmaken van de gedachte, dat ze “gisteren” gemaakt zijn. Omdat het hier zo mooi is, slaan we hier ook ons bivak op.

Andy en Gisela maken nog een wandeling naar het Fort, waarbij Gisela op te terugweg ten val komt en haar knie behoorlijk blesseert. Daar zal ze de komende dagen nog behoorlijk last van hebben.

De laatste uren van de dag genieten we van het weidse uitzicht, prachtig verlicht door de ondergaande zon.

Zaterdag, 25 februari 2012

Lichtelijk verbaasd zijn we, als we horen, dat Klaus besloten heeft over de gravelweg naar Chinguetti te rijden in plaats van door de zandduinen, zoals eerder al was afgesproken. Wij vinden het al lang goed. Rond het middaguur zijn we daarom al in Chinguetti, een plaats, met een rijke historie, maar waar nu nog weinig van te zien is. In de 12e en 13e eeuw was het de hoofdstad van het Moorse rijk en telde meerdere moskeeën en madrassas(Koranscholen). Het is in belangrijkheid de 7e heilige plaats van de islam, zeggen de reisgidsen. Tijdens een rondwandeling door dit stadje, komt de associatie met stuifsneeuw weer op: het zand ligt hoog tegen de muren opgejaagd, soms wordt zelfs een hele straat er door afgesloten. Een niet onbelangrijk verschil met sneeuw: zand smelt niet en dus wordt het alleen maar erger.

We worden uitgenodigd voor een theeceremonie. Op een hele typische manier wordt de mierzoete thee bereid en in een heel klein glaasje aangeboden. Gebruikelijk is het om dit tot drie maal toe te herhalen. Ondertussen hoopt men wel, dat we een souvenir van ze kopen, maar van hetgeen dat  aangeboden wordt, raken wij niet onder de indruk.

Eigenlijk vonden wij Chinguetti tegenvallen, ontzettend doods. Zal wel veel te maken hebben, met al die Franse toeristen, die sinds een paar jaar niet meer in groepsverband naar deze regio reizen.

Zondag, 26 februari 2012

We verlaten Chinguetti door een droge rivierbedding, hier oued geheten. De eerste 10-20 kilometers gaan prima. Het zand is goed te berijden en de oued wordt omzoomd met mooie zandduinen. Op een gegeven moment komen we in een soort komdal, gevormd door hoge zandduinen. Met een aanloop probeert Klaus een duin te nemen, maar redt het net niet. Met behulp van de zwaartekracht komt hij wel eenvoudig weer terug. In dit soort situaties moet je dan zijwaarts naar een uitweg zoeken. Als die er niet is, dan moet je terug en het elders opnieuw proberen. Dit keer lukt het wel om opzij een oplossing te vinden, zodat we al snel aan de andere kant van het duin staan. ’s Middags kunnen we niet echt snelheid maken omdat de route te hobbelig is vanwege de vele kleine heuveltjes, die ontstaan, doordat zand tegen een soort helmgras is opgewaaid; of omdat we over een vlakte moeten rijden bezaaid met stenen. Dan is het raadzaam langzaam te rijden, want met slechts 2 bar in de banden zijn die zeer gevoelig voor scherpe stenen.

Aan het eind van de middag gaat het goed mis. We komen weer in een oued, maar deze blijkt zeer verraderlijk te zijn. Het zand in de rivierbedding is heel zacht, waardoor de wielen meteen diep wegzakken. Klaus is het eerste slachtoffer; logisch, hij rijdt voorop. Op snelheid passeer ik hem nog en probeer naar de zijkant te komen. Helaas, in het zicht van de haven strand ik ook. Kom ik relatief eenvoudig weer los (een beetje graven, rijplaten ervoor en gaan met die banaan en dat 2x), bij Klaus moet alle hens weer aan dek. De Toyota bewijst dan weer zijn nut, want als we ook mijn rijplaten nodig blijken te hebben, haken we die aan de trekhaak van de Toyota, die ze dan naar de Mercedes brengt. Dat scheelt een hoop gesjouw. Als we de Mercedes ook weer op het droge(!?) hebben, is het reeds lang Feierabend, en slaan we ons bivak op. Andy heeft nog energie over en gaat hout hakken voor een kampvuur, waar we nog tot laat bij gezeten hebben.

Maandag, 27 februari 2012

Volgens de GPS zitten we aan de verkeerde kant van de oued, dus de ochtend begint meteen met een uitdaging: hoe komen we aan de goede kant? Klaus heeft te voet een oversteek verkend en denkt, dat we het zonder rijplaten wel kunnen halen. Dat blijkt goed gezien, want met een aanloop om enige snelheid te maken (alles is relatief, zo wil snelheid hier zeggen, iets sneller dan hardlopen) lukt het om in één keer aan de overkant te komen. We volgen enige tijd een vaag spoor, maar als dat in een stenenveld verdwijnt, kiest Klaus ervoor om een andere route te volgen. Niet onlogisch, maar toch blijkt dat later een verkeerde beslissing, want alras zitten we midden tussen de hoge duinen. Zonder een verkenning vooraf probeert Klaus een duin te nemen en spijtig genoeg, lukt het. Spijtig, want meteen over de kam van het duin duikt hij in mul zand. Dus vast. Nog erger: het uitzicht is weliswaar prachtig, maar laat ook zien, dat er alleen nog maar meer hoge duinen in het verschiet liggen. Dus moet hij terug. Maar dat was duidelijk eenvoudiger gezegd dan gedaan. Na een uurtje zandscheppen en rijplaten verslepen, is hij eindelijk weer aan de goede kant van het duin. Dit keer is er echter de nodige schade ontstaan aan de Mercedes. Als die rijplaten onder de wielen verdwijnen, slaan ze dikwijls omhoog. Zo zijn ze achter de ophanging van zijn LPG-tank geslagen en deze kapot getrokken. Met belangeloos door mij beschikbaar gestelde sjorbanden, is de boel weer op z’n plaats gezet, maar voordat we reden, was het alweer twee uur in de middag.

Andy en Martin hielden zich vandaag opvallend afzijdig van de graafwerkzaamheden en hebben ondertussen lekker met hun Toyota gespeeld. Op een gegeven moment dacht ik echt dat ik de winnende Funniest Home Video van het jaar zou schieten, toen Martin een heel steil duin af ging, maar heel verrassend gleed de auto heel beheerst met zand en al naar beneden. Niets aan de hand. Dat beeld kwam mij goed van pas, want toen wij ’s middags verder onze weg moesten zoeken door die hoge duinen en we ook een keer behoorlijk steil omlaag gingen, deed ik dat met veel vertrouwen in een goede afloop. Veel meer dan ik anders gehad zou hebben.

Na de rest van de middag door een stenenveld geploeterd te hebben, gaat het aan het eind van de middag weer mis. En weer in de bedding van zo’n oued.

Het resultaat van vandaag: een luttele 29 kilometer!

Vinden wij dit nog leuk? Om eerlijk te zijn: nee, dit vinden wij niet leuk meer. Maar Oudane, de oase die lonkt aan het eind van deze piste, zullen we nog wel halen.

Dinsdag, 28 februari 2012

Andy heeft navraag gedaan in het kleine dorpje, waar we gistermiddag gestrand waren en hoewel de GPS-route door die oued loopt, is er ook nog een iets noordelijker route. Die gaan we volgen. We hebben afscheid genomen van Andy en Martin, want die hebben besloten in hun eigen, veel snellere tempo naar Oudane te rijden en dan meteen over de gravelweg terug naar Atar.

De piste naar Oudane blijkt een van de mooiere stukken van deze reis te zijn. Weliswaar zand, maar hard en dus met een behoorlijke snelheid te rijden; 50 tot 60 km p/u is geen uitzondering. Duin op, duin af, dat is het betere werk!

Als we het zand verlaten en op de gravelweg komen, brengen we de banden weer op spanning. Dit is een tijdrovende klus; iedere band vergt al gauw 7 tot 8 minuten.

Oudane ziet er wat ons betreft veel levendiger uit, dan Chinguetti. Ook veel groener. Brood kopen blijkt hier niet zo eenvoudig. Normaal verkoopt een “Epicerie” ook brood, maar hier niet. Als Klaus een onderwijzer, die met een groep leerlingen langsloopt, vraagt waar we brood kunnen kopen, blijkt de simpelste oplossing om een leerling met geld weg te sturen. Hardlopend komt hij even later terug met twee broden. Helaas was niet goed overgekomen, dat we er elk twee wilden. Om het nog een keer te vragen werd ons te gortig, dus gaan we zelf op zoek. Al snel worden we aangesproken door een lieftallige dame, die ons de weg wel wil wijzen. Bij een gat in een muur (hadden we dat al niet eens ergens gelezen?) stopt ze en geeft de bestelling door. Dat hadden we zelf nooit gevonden. Ze nodigt ons meteen op de thee uit, uiteraard ook nu niet geheel belangeloos. Maar ook hier kunnen de aangeboden waren ons niet bekoren. Wil geeft haar nog een aangebroken flesje 4711 uit de erfenis van mijn moeder, waar ze heel blij mee is.

Als we ons gereedmaken om onze lunch te gebruiken, komt er een man aanlopen met een grote bos vers geplukte wortelen in zijn hand. Na de hier gebruikelijke “Bonjour, ça va?” begroeting, drukt hij mij spontaan een paar mooie wortelen in de hand en loopt weer verder. Nog net slaag ik er in om hem een “merci beaucoup” na te roepen, zo verbouwereerd ben ik. Wat een geweldige ervaring is dit weer. Sta je daar met je Mannetje, voorzien van een voor hem onbereikbare luxe, krijg je zomaar een deel van iemands schaarse bezit. Dit gebaar scoort net zo hoog als toen, die keer in het oosten van Turkije, toen we aan de kant van de weg zaten, bovenop een pas en we van een voorbijganger verse dadels in de handen gedrukt kregen. Geweldig. De wortelen hebben we meteen ’s avonds gegeten.

En toen kwam er plotsklaps een eind aan de samenwerking tussen Duitsland en Nederland. Onder voorbehoud hadden we toegestemd om na Oudane verder te rijden naar de krater Guelb er Richat. Nu is die krater geen echte krater, maar een fenomeen, dat zich van grote hoogte voordoet als zodanig. Het zijn een aantal door rotsen gevormde concentrische cirkels waarvan de buitenste ring een diameter heeft van 50 km. Er worden twee routes beschreven: een rotsachtige, maar landschappelijk mooiste en een zanderige, maar eentoniger piste. Wij gaan voor de rotsachtige, maar als de eerste kilometers puur over een bed van stenen gaat, wordt het zelfs Klaus te gortig en keren we om. Voordat we weer terug zijn in het dorp hakken wij de knoop door: niet nog meer zand, tot hier en niet verder. Klaus wil hoe dan ook de krater in, dus nemen we onverwachts afscheid. De verwachting is namelijk, dat ze nog minstens drie dagen onderweg zullen zijn en we elkaar hooguit nog in Nouakchott zullen zien. Meteen na dit onverwachte afscheid zetten wij koers naar Atar.

Iets later dan de gebruikelijke Feierabend, zetten we de auto een eindje van de weg af en slaan ons bivak op. Het is opvallend hoe de temperatuur in de laatste weken omhoog is gegaan. We genieten nog uren van de zwoele avond.

Woensdag, 29 februari 2012

Begin van de middag melden we ons weer bij camping Bab Sahara en zit onze rondreis door de Adrar erop. Andy en Martin zijn er ook nog.

Tot hier dus het “dagboek”. Zitten we vanochtend(donderdag), zo rond twaalf uur, net te zeggen, dat Klaus vanwege de Gewerkschaft gestopt zou zijn voor de lunch, komen ze er ook aan rijden. Zo is het reisgezelschap weer compleet.

Wij prijzen ons heel gelukkig, dat we Klaus en Gisela in Laayoune tegen het lijf zijn gelopen. Dankzij hun ervaring hebben wij veel meer op eigen houtje van de woestijn gezien, dan we vooraf voor mogelijk gehouden hebben. In de koop van ons Mannetje waren ook rijplaten en een grote schop inbegrepen, maar dat we die zo intensief zouden gebruiken, daar hadden we eigenlijk ook niet echt rekening mee gehouden. Zo mooi recht als we ze kochten, zo recht worden ze nooit meer.

 Ook waren wij zeer blij met het gezelschap van Andy en Martin. Hadden wij in het begin de nodige scepsis omdat we vreesden hen met hun verkeerde Toyota(geen Landcruiser!) voortdurend op sleeptouw te moeten nemen, het tegendeel bleek waar. Zij reden overal moeiteloos door- en overheen en hebben veel geholpen met het uitgraven van de auto’s en het slepen van de rijplaten. Daarnaast ontpopte Andy zich als een hele goede tolk-vertaler, die met veel charme het contact met de lokale bevolking onderhield.

Inmiddels hebben wij ook besloten om deze reis niet naar Mali te gaan maar The Gambia als einddoel te kiezen. Vooral in Gambia zouden we relatief eenvoudig de auto op een vertrouwd adres achter kunnen laten. Een belangrijk deel van de maand maart gebruiken we voor een bezoek aan Senegal. Hoe dat gaat, lezen jullie in het volgende verslag.

 

13 Responses to “Dagboek van een woestijnreiziger – Mauritanië”

  1. Trudy&Kees schreef:

    Hallo echte reizigers,

    Mooie verhalen, leuk geschreven en …. wat een spierballen moeten juliie nu hebben.
    Zaterdag over een week gaan we de echte sneeuw in, we zijn wel wat jaloers op jullie zonnetje, hier is ’t al dagen dampig dus hopen we er maar op dat Oostenrijk ons wat zonneschijn zal geven.
    Veel geluk wensen wij jullie met het vinden van een vertrouwde stalling,
    Groeten van
    Trudy&Kees

  2. Mariska en Jan schreef:

    Hallo Wil en Gerard,

    Mooie avonturen weer. En erg herkenbaar. We hebben bij het zelfde gat brood uit de muur gehaald! Alleen kregen wij er geen bos wortelen bij.
    En wat smaakt het bier goed na zo’n dag graven bij 40 graden hè?

    Op naar het volgende avontuur!

    Groeten uit Bobo, Burkina,

    Mariska en Jan
    http://www.travel2survive.com

  3. Jolanda & Rik schreef:

    Hoi Wil & Gerard,

    Fijn dat alles goed gaat en jullie het naar je zin hebben. Gerard, je leest het ook in de reacties van anderen, volgens mij heb je je roeping misgelopen en had je van schrijven van reisverslagen je beroep moeten maken.. We genieten er hier met volle teugen van in ieder geval..

    grtn Jolanda & Rik

  4. joost schreef:

    Ja, geweldig geschreven. Ook wij genieten van jullie verhalen. De problemen van Spanje zijn inmiddels vast wel vergeten na al die schitterende indrukken in Afrika.

    gr Marlien en Joost

  5. Annie Huijskes schreef:

    Hallo Gerrard en Wil
    Deze keer een beetje laat met mijn reageren maar dat komt omdat ik de griep heb en niet zo vroeg mijn bedje uit kom en daar komt ook nog bij dat ik jouw uitgebreide en mooie verslag toch wel eerst 2x ben gaan lezen om het allemaal goed door te laten dringen wat jullie zoal meemaken.Ik lees veel zand heeeeel veel zand.Ik kan me voorstellen dat je het op een gegeven moment wel hebt gehad met dat zand.Daar staat tegenover dat je wel door hele mooie woeste gebieden komt en zoals je zegt een eenmalige sterrenhemel in de woestijn want dat heb ik gehoord van een vriendin die ook in de woestijn heeft gebivakkeerd. Zijn jullie van plan lang in Nederland te blijven of hebben jullie de smaak te pakken om snel weer te vertrekken?We horen het wel tzt als je terug bent.Kom eerst maar even langs want ons terras is verrijkt met een mooie glaswand en die moet wel even worden ingewijd met een hapje en snapje.Dat is ook wel o
    lekker hè Wil?Vandaag de eerste mooie lentedag hier met een fijne temp.
    Reageer wel weer op een volgend verhaal.liefs Harry en Annie

  6. Dick van rij schreef:

    Jongens, volgens ons zijn jullie afgevallen! (zijn julllie nog steeds zo slank als jullie vertrokken?)
    groet dick en jacq

  7. Hans Mombers schreef:

    Jullie zijn een mooie tocht aan het maken, en leuk geschreven ook. Ben benieuwd hoe je je Mannetje achter gaat laten,
    Geniet ze!
    Hans & Anja.

  8. Jaap en Anneke Zeilemaker schreef:

    Hallo Wil en Gerard,
    Hartelijke groeten vanuit Makassar. We hebben net een verblijf op de Togian eilanden achter de rug. Daar was ook veel zand maar dat was hagelwit met mooie palmenbomen. Toch ging bij onsook niet alles over rozen, Jaap kreeg een been als een olifant doordat hij met het koraal in aanraking is gekomen.Na 3 weken zakt het weer af en Anneke hersteld ook van een tropisch sanitair probleem.Tijdens onze reis bleek door een aardverschuiving een stuk van de sulawesi highway verdwenen. Die dingen gebeuren gewoon en afwachten (tempo doelu)is het parool.
    Leuk om weer van jullie te horen en dat jullie weer teruggegaan zijn naar Terre d ocean,een plaats waar we heel goede herinneringen aan hebben. Jullie vervelen je in elk geval niet en de zwaarte van de tocht vergeet je weer snel.We blijven jullie volgen en geniet ervan met volle teugen

    Groeten van Anneke en Jaap

  9. Han Hagen schreef:

    Beste Gerard en Wil,

    Het gaat toch best wel snel. Als ik op Google Earth naar Gambia kijk is dat al behoorlijk richting Zuid-Afrika. Gambia/Senegal zijn de trajecten van Parijs-Dakar?

    Vr. gr.

    Han

  10. Ineke en Andre Winkel schreef:

    Lieve Wil en Gerard wat een mooie verhalen en prachtige foto”s
    heb je al een afspraak met Mathijs van Nieuwkerk van in De Wereld Draait Door gemaakt om je boek met reisverslagen te presenteren en te promoten:):)
    jullie zijn wel echte zandhazen en daar hebben wij bewondering voor.
    vanuit een guur regenachtig Almelo groeten wij en wensen jullie een behouden reis

    Ineke en Andre

  11. jeannette schreef:

    lang niet van mij gehoord, maar zoals jullie weten ben ik verhuisd en dat gaat niet zonder slag of stoot, problemen met kpn i.v.m. glasvezeelaansluiting dus weken zonder telefoon, internet en tv.
    ik heb jullie verslag gelezen en er van genoten, het lijkt wel een reisverslag in een boek, wil is ook alles goed met jou?.
    wanneer plannen jullie om terug te gaan?
    nu ik wens jullie verder een fantastische reis met weinig mankementen en veelplezier!
    liefs jeannette

  12. Jenny en Jan schreef:

    Hoi Wil en Gerard, wat beleven jullie veel. En wat een zanderig geheel. Hier begint het een beetje voorjaar te worden, dus het gaat de goede kant op.
    We wensen jullie nog veel leuke avonturen toe.En Gerard,sta je mannetje met jullie Mannetje.
    Voorjaarsgroeten van Jenny en Jan.

  13. First Lady schreef:

    My dear President & Wil,
    Yes, I’m back in town en inmiddels helemaal up to date met jullie avonturen cq werkvakantie. Bloedstollend af en toe en smaakt telkens weer naar meer. Echter, ik vertrouw er op, dat er “leuk spannendende” momenten in het verschiet liggen. Ben dus benieuwd naar de volgende aflevering.
    Lieve groetjes,
    FSTLDY

Laat een reactie achter