You are here: Home > Botswana, Zimbabwe, Zuid-Afrika > Een ongeluk komt zelden alleen

Een ongeluk komt zelden alleen

Het duimen van jullie heeft niet mogen baten: voor ons geen overtocht met de ferry over Lake Kariba. Een week lang mochten we hopen, dat we een leuk boottochtje zouden gaan maken, maar op de dag van de afvaart volgde een enorme domper: we werden weggestuurd!

Hier waren we nog vrienden

Cliff, die ik in de vorige aflevering ten onrechte kapitein heb genoemd, bleek een soort duvelstoejager te zijn, die alles rond de bevoorrading, de inscheping en de afvaart

De slaapstoelen

moest regelen. Daar was hij knap druk mee, zo druk, dat het sleutelen aan onze auto er bij in begon te schieten. Hij heeft nog wel het gerepareerde veerpakket gemonteerd, maar daarna zagen we hem nauwelijks meer. Nieuwe schokbrekers had ik zelf nog wel kunnen plaatsen, maar het juiste formaat bleek, niet verrassend, ook in Zimbabwe niet te koop. Onze Cliff had daarvoor wel een oplossing in gedachten, maar dat zou hij doen tijdens de vaart van 22 uur. Want, zo zei hij, dan zat zijn taak erop en had hij tijd genoeg. Ook zou hij dan de nieuwe koplamp monteren. Hoewel het mij niet aanstond, dat alles naar de laatste dag geschoven werd, hadden we nog steeds vertrouwen in een goede afloop. Hij wist ook te melden, dat ze met veel moeite een provisorische aanlegplaats hadden gecreëerd. Op zondag moesten wij proefrijden om te kijken of we die plek met ons Mannetje konden bereiken. Dat was geen overbodige luxe, want om daar te komen, moesten we een smal paadje in tussen een paar huizen, waarbij de laaghangende takken van de mangobomen, zwaar van de bijna rijpe vruchten, voor een extra obstakel zorgden. Aanvankelijk wilde ik niet verder rijden omdat ik dan veel takken zou afrukken. Maar zelfs de bewoners leken het wel vermakelijk te vinden, zelfs toen we even later weer terugkwamen en weer een hele

Aan een tak zo vol geladen …

lading takken meenamen mopperden ze nog niet. Een korte inventarisatie van de ferry stemde ons niet vrolijk, zo primitief, zeker ook in de wetenschap, dat er 45 schoolkinderen meegingen. Toen brak de maandag aan. Cliff had ons verzocht om al vroeg te komen, wat ik eigenlijk niet goed begreep, want wij zouden toch als laatsten aan boord gaan? We waren inderdaad als eerste daar en konden we ons als eerste op het dek installeren. Onze eigen stoelen gingen mee aan boord en zo waren wij in afwachting van de dingen die komen gingen. Nu moet je weten, dat die boot maar een beperkt aantal plaatsen heeft op het voordek waar geen hoogtebeperking is; op het benedendek kunnen alleen maar auto’s staan, die minder dan 2 meter meten. Dus moet in vele gevallen het imperiaal verwijderd worden. Eigenlijk is het heel vreemd, dat het zo lang duurde, maar Cliff had met zijn ervaring moeten zien, dat er een probleem dreigde. Twee auto’s, ook hoger dan twee meter werden al aan boord gereden en toen moesten wij nog. Er werd gemeten en gemeten, nog een stukje opschuiven, maar het resultaat bleef hetzelfde: ons Mannetje zou er nooit tussen passen. Toen Cliff

Wij waren al wel aan boord

uiteindelijk kwam melden, dat wij niet mee konden, stond ik heel dicht op het punt om hem een knal te verkopen. Sorry, sorry, was het enige wat hij te melden had. “Ik wist niet dat er zoveel auto’s zouden komen!” Daarmee laadde hij bij mij de verdenking op zich, dat hij wellicht buiten zijn baas om zelf de 550 usd in zijn zak zou steken. Zijn baas, die ik daarna aangeschreven heb, nam het echter voor hem op en weet het aan miscommunicatie door hemzelf veroorzaakt omdat hij de tijdje niet bereikbaar was. Bij toeval hoorden wij veel later, dat er een Engelsman was, die het verdomde om zijn imperiaal te verwijderen. Hij beriep zich op een afspraak, die hij met de baas gemaakt zou hebben. Dat maakt het voor ons niet gemakkelijker te verteren. Wat ons betreft had Cliff die Engelsman dan weg moeten sturen en niet ons. Er zat dus niets anders op dan terug te gaan naar het Warthogs Bush Camp en een andere monteur te charteren om het werk af te maken, waar Cliff nu ook niet aan toekwam.

Hoe zo ongeluk?

Met weer een paar dagen vertraging begonnen we aan onze tocht van ruim 1.000 km over het asfalt naar het Hwange NP. Net buiten Karibe werden we bij een roadblock aangehouden door de politie. Die wilde onze Temporary Import Permit (TIP) zien. Op dat moment realiseerde ik me, dat we inmiddels langer dan een maand in Zimbabwe waren en dat die TIP verlopen was. Met enig bravoure gaf ik de agent het Carnet des Passages en niet het document, dat je bij de grens krijgt. Hij bladerde er in en vond het goed. Pak van mijn hart, maar duidelijk is, dat hij niet goed gekeken heeft. Voor mij dus een waarschuwing, dat we daar iets aan moesten doen. In Bulawayo zijn we naar de douane gegaan en daar zijn we voortreffelijk geholpen. Over de in Zimbabwe verplichte autoverzekering van de overheid,

Nog volop in bloei

die ook afgelopen was, werd met geen woord gerept. Dat bleef tijdens de rest van de reis door Zimbabwe als een zwaard van Damocles boven ons hoofd hangen, want als een ijverige politieagent bij een roadblock dat constateert, dan helpt de WA-verzekering, die ik in Nederland altijd afsluit, ook niet. Dus toen vlak voor de grensovergang om de verzekering gevraagd werd, dacht ik dat we het haasje waren, Achteloos gaf ik de dame het carnet plus alle papieren, die ik inmiddels had verzameld. Terwijl ik mijn adem inhield bladerde zij ogenschijnlijk heel nauwgezet door de stukken en vond ze tot mijn verbazing in orde. Ik kon de zucht van verlichting nog net binnen houden!

Aan het Hwange NP bewaarden wij hele goede herinneringen, sinds we hier in 2015 voor het eerst waren. Dat was ook de voornaamste reden om die 1.000 km terug te rijden. Veel logischer was geweest om via Zambia te gaan, maar dan hadden we weer Zimbabwe in gemoeten en dat wilden we voor geen prijs. Achteraf is altijd makkelijk praten, maar we hadden ons de reis naar het Hwange kunnen besparen. Zelden hebben we zo weinig wild gezien in een wildpark als dit keer in het Hwange. Je hebt daar

Mooie platforms

mooie platforms, waar je een goed zicht hebt op een waterpoel. In 2015 hebben we daar van alles gezien; olifanten, leeuwen, krokodillen, zebra’s, giraffes etc. Dit keer helemaal niets, alleen maar vogels in grote getale. En dan die wegen! Ook weer zo slecht. Ooit lag er een mooi geasfalteerd pad, maar daar is werkelijk niets meer van over. Dan kun je nog beter over onverharde wasborden rijden en die waren er ook genoeg. Na één dag hielden wij het voor gezien en zijn we doorgereden naar de Victoria Watervallen, een voor ons inmiddels zeer vertrouwde omgeving.

De eerste dag van ons verblijf aldaar hebben we weer een bezoek gebracht aan de altijd weer indrukwekkende watervallen, ook in het droge seizoen. Daarvan hebben wij

Boottochtje met diner

een Duits stel, die ook met een grote reis bezig zijn, kunnen overtuigen. Toen we met ze aan de praat kwamen, bleken ze helemaal niet van plan om naar de waterval te gaan. Ze zouden ze op de terureis in mei en dus in het regenseizoen wel bekijken. Dat is toch immers veel indrukwekkender? Dat dacht ik ook toen ik hier in 1995 voor het eerst was. In het droge seizoen doet de waterval het op halve kracht. D.w.z. dat van de totale breedte van 1.700 meter misschien maar de helft water heeft. Toen besloot ik ook om hier ooit terug te komen, maar dan in het regenseizoen. Dat hebben we gedaan en je weet niet wat je dan meemaakt. Een orgie van water, het stormt er en je word kletsnat. De waterval zelf zie je niet eens, zo dicht is het watergordijn dat hoog opstuift. Foto’s maken zit er helemaal niet, zelfs niet met een waterdichte camera, want je lens zit meteen vol water. Nee, de enige manier om van dit geweld te genieten is van bovenaf, zoals wij dat de vorige keer hebben gedaan met een Ultra Light. Toen ik ze mijn filmbeelden liet zien, hebben ze wel drie keer gevraagd of die van vandaag waren. Die overtuigden en de volgende dag zijn ze gegaan.

Dat we deze reis niet onder een gelukkig gesternte verkeren, werd de volgende avond weer eens duidelijk. Op het terrein van de camping naast het N1 Hotel bevindt zich ook een half open restaurant. Het bereik je door drie treden op te gaan, waarbij de derde aanmerkelijk hoger is dan de eerste twee. Terug van een boottochtje wilde ik even zien, wat de stand van zaken bij de wedstrijd van Brazilië tegen Servië was en ja hoor, ik miste die laatste trede en dook aldus voorover het terras op. Dat had hilarisch kunnen zijn ware het niet dat ik onzacht met mijn ribbenkast op de vloer terecht kwam en ik het meteen uitjammerde van de pijn. Er hoefde geen dokter aan te pas te komen om vast te stellen, dat ik mijn ribben behoorlijk gekneusd had. Het internet vertelde me dat het feitelijk niet uitmaakt of ze gebroken dan wel gekneusd zijn: de tijd heelt alle wonden. Wat een pech, terwijl we de volgende dag onze reis wilden voortzetten. Noodgedwongen vijf dagen rust gehouden en toen geprobeerd in de cabine te komen. Dat viel niet eens tegen en zo besloten we weer te gaan rijden. Maar nu hadden we weer buiten de waard gerekend in de persoon van ons Mannetje. (Nou ja persoon, het moet niet gekker worden!). De koppeling weigerde dienst, waardoor ik hem niet in de versnelling kreeg. Een opgeroepen monteur verscheen in no-time en ging wat aan het afstellen. Het werkte, maar hij waarschuwde, dat we wel eens aan nieuwe koppelingsplaten toe konden zijn en dat we daarvoor maar beter meteen naar Zuid-Afrika konden rijden, want in Zimbabwe waren die onderdelen zeker niet voorradig. Hoewel ikzelf absoluut niet gemerkt had, dat die versleten waren, was wel duidelijk, dat er iets aan de hand was. Ronald, mijn steun en toeverlaat in Zuid-Afrika, was er van overtuigd, dat het niet de platen waren. Hoe dan ook, we besloten om ons hele plan om te gooien en over Botswana af te zakken naar Kameelfontein.

Botswana heb ik in een eerdere aflevering al eens het land van de olifanten genoemd. Als je van Kasane in het noorden naar Martin’s Drift in het zuiden rijdt, zie je meer olifanten links en rechts van de doorgaande(!) weg, dan in het Hwange NP. Zelfs giraffen en zebra’s steken regelmatig de weg over. Via die overigens saaie weg waar je wel wel flink kunt opschieten en weinig hoeft te schakelen, komen we ook weer bij de Elephant Sands Lodge & Camp. Hoewel we haast hebben om in Zuid-Afrika te komen, besluiten we toch hier een dag te blijven, want ook

al heb je nog zoveel olifanten gezien, het blijft leuk om ze vlak langs je te zien lopen op weg naar het water. Deze plek is ook zeer populair bij Overlandbussen. Nu hebben we in de loop van detijd best al wat van die vervoermiddelen gezien, maar het roze exemplaar, dat we hier zien behoort in ieder geval tot de primitiefste: 18 mannen en vrouwen slapen in de openlucht boven op de auto. Als het gaat regenen wordt er een zeil overheen getrokken. Ze waren op weg van Kaapstad naar Nairobi. Dat betekent dus, dat ze de regen tegemoet gaan. Fijn vooruitzicht!

Zij liever dan wij!

Sleutelen

Zondag jl. kwamen we bij Ronald aan waar we voor het eerst Akkie en Arend van Trucktravel.nl aantroffen. Zij waren met hun VW bus ook net teruggekeerd van hun reis, die in augustus begonnen was. Via Facebook hadden we al regelmatig contact, maar nog nooit waren we ergens samen geweest. Op maandag gingen Arend en Ronald meteen aan de slag met het koppelingsprobleem. Zij waren er van overtuigd, dat er lucht en/of vuiligheid in het systeem zat, mede ingegeven door het feit, dat de hoofdcylinder voor deze reis gereviseerd was. Ze hebben de leidingen doorgeblazen en het systeem weer gevuld met olie. Op dinsdag functioneerde de koppeling weer. Dat is een hele opluchting, want stel je voor dat we niet zouden kunnen rijden, net nu de (klein)kinderen met z’n allen naar Zuid-Afrika komen om samen het Kruger NP te bezoeken. Voor de zekerheid had ik bij het verhuurbedrijf al gevraagd of ze toevallig nog een camper vrij hadden. Een kleine 4×4 was nog beschikbaar, maar gelukkig hoeven we daar geen gebruik van te maken.

Nu we hier toch zijn worden nog wat andere probleempjes aangepakt. Dan hebben we nog steeds tijd over en daarvoor moeten we nog een invulling zoeken. Op de eerste Kerstdag, als de kinderen vliegen, zijn we weer terug bij Ronald en gaat Wil een kerstdiner verzorgen. Dat wordt een hele bijzondere Kerst!

Wellicht ten overvloed: onder het kopje “foto’s” vind je meer foto’s behorend bij dit verslag.

6 Responses to “Een ongeluk komt zelden alleen”

  1. Tim Hovenier schreef:

    Goedemorgen, dat was deze keer wel een verslag met wat zwarte randjes, tja soms zit het mee en soms zit het wat minder mee
    Ik wens jullie in ieder geval een hele bijzondere mooie kerst tijd toe met jullie (klein) kinderen
    Ik we horen graag hoe die verlopen zijn
    Carpe Diem zeggen we hier in het rijke Nederland met zoveel leed elders in de wereld helaas
    Groene groet Tim

  2. Rik schreef:

    Hoi Wil en Gerard,

    Wat een avontuur weer.
    Tot de kerst niet te veel meer de goden verzoeken zou ik zeggen!

    Grtn Rik

  3. joost schreef:

    Gerard & Wil,

    Nou ja, die reparatie van je koppeling valt dan toch weer mee. Ellende is uitermate relatief. Toch? De foto’s zijn prachtig. Veel plezier met de (klein-)kids

    Groet Joost & Marlien

  4. Saskia schreef:

    Wow, spannend verhaal! En ook weer prachtige foto’s, blijft ongelooflijk dat je dat allemaal zelf voor de lens hebt.

    Alvast een onvergetelijke kerst daar met zijn allen gewenst!!

    Grtjs Henk & Saskia

  5. Han Hagen schreef:

    Dag Gerard en Wil,

    Ja, je maakt wat mee he. Het is hier nu rond het vriespunt. Bij jullie is het heel wat aangenamer. Boeiend verhaal weer.

    Vr. gr.

    Han

  6. Dick van Rij schreef:

    Nou, genoeg stof tot schrijven, wel weer een verhaal zeg. Heel veel plezier met de (klein) kids, mooie dagen, en blijf heel!

    Groet,
    Dick en Jacq

Laat een reactie achter