You are here: Home > Zambia-Zimbabwe > To jump or not to jump

To jump or not to jump

That was the question. Althans, dat was de vraag die uw scribent wel een paar dagen bezig hield.

Wat een locatie!

Wat een locatie!

To jump or not to jump

To jump or not to jump

Alweer bijna twintig jaar geleden stond ik voor de eerste keer op die fantastische boogbrug, die de rivier de Zambesi overspant en daarmee Zimbabwe en Zambia met elkaar verbindt. In het midden van die brug is een platform gemaakt, waarvandaan je een bungy jump kunt maken van zo’n 110 meter. De locatie is werkelijk uniek zo dicht bij de Victoria Falls met het klassieke, historische Victoria Falls Hotel op de achtergrond. Ik heb nadien nog meerdere mooie plekken gezien, waar je een sprong kon maken, zoals in Nieuw Zeeland, maar wat mij betreft kan er geen een tippen aan deze locatie. Altijd heb ik gedacht: als ik het een keer doe, dan is het hier. De vorige keer ben ik niet gesprongen, omdat ik niet lang daarvoor, door een ongelukkige landing bij een solo parachutesprong, mijn been had gebroken. Dat werd mij toen op de zaak niet in dank afgenomen. Als vijftigjarige hoor je dat soort dingen niet meer te doen, kreeg ik te horen. Onverantwoord! Had ik die bungy jump wel gemaakt en had ik er wat aan overgehouden, dan was Leiden helemaal in last geweest. Dus heb ik me toen maar beperkt tot white water rafting; niet zo spannend maar wel heel leuk.

Nu is er geen zaak meer waar ik me voor verantwoordelijk hoef te voelen, maar nu is er Wil. Voor haar was het al lang een uitgemaakte zaak: “Je doet het niet hoor, want stel je voor dat …. of anders …”. Ik zou dat dus ook heel gemakkelijk nu als excuus kunnen gebruiken, maar ik zal er maar gewoon voor uitkomen: ik durf niet! Twee keer zijn we op de brug geweest, twee keer had ik de gelegenheid om nog eens goed te kijken. Wat mij de vorige keer helemaal ontgaan was, is hoe men na de sprong weer “op het droge” komt. Ondanks dat ik hoogtevrees heb, jazeker, ben ik er nog steeds van overtuigd, dat ik die sprong wel durf te maken. Maar wat dan volgt bezorgt mij knikkende knieën. Je wordt naar boven gehesen en komt dan op de boog van de brug te staan. Via een verticaal klimrek kom je een niveau hoger, maar nog steeds onder het wegdek van de brug. Over zo’n ijzeren rooster, je weet wel, zo eentje waar je dwars doorheen kijkt en dus goed de diepte onder je kunt zien, loop je dan naar het einde van de brug. Dat deed voor mij de deur dicht. “You can’t always get what you want” zongen de Stones al lang geleden. En daar zullen we het maar bij houden.

Twee weken zijn we nu onderweg en voor ons gevoel hebben we nog niet veel meegemaakt, maar als je zo je gedachten eens laat gaan, blijkt er toch weer genoeg het vermelden waard. Tenslotte gaan er vaak weken voorbij, dat we geen rondvlucht maken, dat we niet oog in oog staan met de een van de machtigste watervallen in de wereld zo niet de machtigste of dat er tijdens het avondmaal vlak voor je twee nijlpaarden uit de rivier klauteren. Maar wat ik bedoel te zeggen is, dat we niets gedaan of beleefd hebben, waarvan de billen samentrekken. Geen grote rampen, geen ernstige tegenvallers en ook geen pech met de auto.

De eerste dagen rijden we via het oosten van Namibië Botswana binnen. Dat zijn niet de leukste kilometers, want de wegen daar zijn enorm eentonig. Je kunt je in Europa toch niet een weg voorstellen waar je zo’n 1.000 km aflegt zonder dat het landschap wezenlijk verandert? Nou, dat kan hier dus wel. Kaarsrechte wegen door een vlak land met links en rechts dor struikgewas. Het doet sterk denken aan het hart van Australië, de weg van Darwin naar Adelaide. Ook zo eentonig. In Botswana is het meest spannende onderweg nog het loslopende vee op de weg. We hebben inmiddels geleerd dat je qua intelligentie de volgende indeling kunt maken. Als eerste komen de geiten, die zijn heel clever en maken al ruimschoots van te voren ruimbaan als ze je horen aankomen. Op de tweede plaats komen de koeien. Het duurt wel wat lang voordat hun auditieve waarneming ook omgezet wordt in actie, waardoor het tijdig gebruik van de claxon aan te bevelen is, maar als je niet al te snel bent, maken ze de weg wel vrij. Het meeste stomme beest, dat we hier tegenkomen, is, het zal je niet verbazen, de ezel. Of ze zijn allemaal levensmoe of ze geloven in een hemel voor ezels, maar die beesten laten zich gewoon doodrijden. Ze staan midden op de weg en wat je ook doet, ze verzetten geen pas. Het is dan ook geen wonder, dat je regelmatig een karkas langs de kant van de weg ziet liggen. Duidelijk een ezel op weg naar de hemel. De gieren varen er wel bij.

IMG_5899Ons eerste echte doel was Maun, want daar wilden we een rondvlucht gaan maken over de Okavango Delta, een uniek natuurgebied in het noorden van Botswana. Als deltabewoners weten wij natuurlijk allemaal wat onder een delta wordt verstaan. We denken dan aan een rivier, die via diverse takken uitmondt in de zee. Zoiets gebeurt hier in Botswana dus ook, maar Botswana ligt helemaal niet aan zee. Sterker nog, het bestaat voornamelijk uit woestijn. Welnu, dat maakt de deze delta zo uniek: het water, dat door rivieren uit Angola wordt aangevoerd, vertakt zich hier, maar verdwijnt uiteindelijk in het zand; het houdt dus gewoon op! Het verschil in jaargetijde is ook enorm: nu loopt de droge tijd op z’n einde en valt heel veel land droog. Over een paar maanden verdwijnt dat land onder water en worden wegen onbegaanbaar. Alweer lang geleden hebben we hier al eens een vakantie doorgebracht en zijn we vooral met bootjes door dit gebied getrokken. Dat was al een geweldige ervaring. Een rondvlucht zou dit vervolmaken, zo dachten we. Een vliegtuigje was gauw geboekt en niet eens zo duur: 105 Amerikaanse dollars per persoon voor een uur. In dat uur zie je de delta van een hoogte van ongeveer 150 meter, maar vooral ook de enorme kuddes olifanten en buffels. Een magnifiek gezicht. Helaas duurde de vlucht voor Wil een half uur te lang. Volgens de piloot was het weer inderdaad een beetje bumpy en dat zorgde voor de verkeerde associaties. Dat boottochtje naar Robbeneiland was ook zo hobbelig en leverde zweetpareltjes en wit weggetrokken gezichten op. Hetzelfde gebeurde nu; nog net was het gebruik van die ene papieren zak niet nodig, maar het scheelde niet veel. Dat het zo eindigde was best wel jammer, vooral voor het slachtoffer zelf natuurlijk.

In een aantal etappes, waarbij we onderweg gezellige en minder gezellige campings hebben aangedaan, zijn we door gereden naar Livingstone in Zambia. Op de gezelligetse camping, het Ngepi Camp, hebben we en tochtje gemaakt met een kano. OrigineelIMG_5949 hoort dat een uitgeholde bppmstam te zijn, maar wij kregen de moderne versie van fiberglas. Modern of niet, Wil had maar weinig vertrouwen in dit wankele evenwicht. Ze was dan ook maar wat blij, dat het tochtje vanwegend DSCN6414een dreigend onweer, dat overigens nooit kwam, voortijdig werd afgebroken. Bij het verlaten van datzelfde kamp, kwam een jong blank vrouwtje aanlopen. Door de blossen op haar wangen, was mijn eerste indruk, dat ze al vroeg op pad was gegaan om te trimmen, maar dat bleek niet het geval. Ze kwam teruglopen om hulp te halen, want niet ver buiten het kamp, had haar vriend zich vastgereden in het mulle zand. Hoewel de camping op allerlei wijzen onderweg heel ludiek meldt, wat je wel of niet met je 2WD of 4WD kunt doen, de bottom line was, dat je het kamp met een gewone auto kon bereiken. Dat bleek toch niet helemaal waar, want ze zaten behoorlijk vast met hun 2WD huurauto. De lier van ons MANnetje bracht uitkomst en niet veel later reden ze weer. Om te vermelden, dat het Belgen waren, zou flauw zijn, dus dat doen we niet.

Op de laatste camping in Namibië, vlak voor de grens met Zambia, hadden we een ontmoeting met Leon en Barbara uit het Zeeuwse land maar nu woonachtig in Rotterdam. Ze waren bezig met een rondreis van bijna drie maanden door zuidelijk Afrika, nadat ze eerst op Mauritius waren getrouwd. Aan ons kenteken hadden ze gezien, dat wij uit Nederland kwamen en zo kwamen we aan de praat. Van hen leerden we weer, dat je niet voorzichtig genoeg kunt zijn. Terwijl ze op de ook bij ons zeer bekende camping Oppi-Koppi in Kamanjab, Namibië verbleven, zijn ze op een zeer brutale wijze beroofd. Terwijl zij in hun daktent lagen te slapen, is een ruit van hun auto ingeslagen, het portier geopend en in een mum van tijd heeft men een hoop waardevolle spullen weggegrist waaronder een laptop, iPad en fotocamera. Ondanks een direct door de Belgische eigenaar ingezette klopjacht, heeft men de dader niet kunnen pakken. Gelukkig voor Leon en Barbara hadden ze alle foto’s, ook die van hun bruiloft, op een externe schijf staan, die ze apart bewaarden. Zo kunnen die toch in het fotoalbum komen, samen met de foto’s die nog gemaakt gaan worden als ze straks thuis het huwelijksfeest gaan vieren.

De grensovergang naar Zambia was weer een echte ervaring met de bureaucratie in Afrika, hoewel een en ander wel heel netjes verliep. Eerst moesten we ons melden bij de gezondheidsdienst. Naast onze inenting tegen Yellow Fever, wilden ze ook weten of we onlangs in ….. (puntje, puntje, puntje) waren geweest en vervolgens zagen we zo ongeveer alle landen van West Afrika voorbij komen. Onze lichaamstemperatuur werd gemeten en nadat alles in orde was bevonden konden we door naar het volgende loket: Immigration. Voor 50 Amerikaanse dollars kregen we een visum, voor 30 dollar meer hadden we een double entry. Met het oog op ons voorgenomen bezoek aan de Victoria Falls van de Zimbabwe kant, hebben we dat maar gedaan. Je geeft ze 200 dollar en dan hebben ze geen wisselgeld! In afwachting van het wisselgeld maar door naar het volgende loket: wegenbelasting. Geen idee hoe die berekend werd, maar die meneer had wel wisselgeld. Had hij zijn collega niet even kunnen helpen? Op naar het vierde loket: het tijdelijk invoeren van de auto en het betalen van emissiebelasting. Dat mocht wel in de lokale valuta, dus dat scheelt. Tenslotte naar loket 5: WA-verzekering. Ondanks dat ik een polis kan tonen, die een keurige 500.000 euro uitbetaalt indien nodig en geldig is in alle landen van Afrika, moet er toch een lokale polis afgesloten worden; it’s the law, sir! Ook hier weer geen wisselgeld. Dus onze laatste activiteit was wachten totdat al het wisselgeld geregeld was en dan mogen we door. Had je gedacht. Bij het verlaten van het terrein moeten we bij de slagboom opnieuw de portemonnee trekken. Geen idee waar dat voor was. Gebruik van het terrein? Het zou zomaar kunnen, niets is te gek. Dorstig geworden van deze bureaucratische machine, besluiten we meteen een colaatje en een sinas te kopen bij zo’n juffrouw met een koelbox aan de kant van de weg. Wat denk je? Juist, geen wisselgeld! Uiteindelijk opgelost met wat Namibische dollars!

DSCN6431Zambia is duidelijk meer Afrikaans dan Namibië en Botswana. Of moet ik zeggen: armer? Op weg naar Livingstone passeren we weer typische rondavels (ronde hutjes) gemaakt van een soort gras. Vooral de manier waarop ze zijn afgewerkt met een soort pluim op het dak, hebben we nog niet eerder gezien. Ook valt op, dat er druk gewerkt wordt aan het vernieuwen van het dak. Waarschijnlijk worden nu, aan het eind van de droge tijd, de noodzakelijke reparaties uitgevoerd om beter beschermd te zijn tegen de regen, die binnenkort gaat komen.

Twee dagen hebben we besteed om opnieuw de Victoria Falls te bezoeken. Eerst aan de Zambiaanse kant, later aan de kant van Zimbabwe. Wij zijn het er niet over eens of de Vic Falls op de eerste plaats komt van de mooiste watervallen in de wereld of de Iguazu waterval in Brazilië. Ook zijn we er nog niet uit wanneer de Vic Falls eigenlijk op z’n mooist zijn: nu, in het droge seizoen of straks in het regenseizoen. De Victoria Falls zijn vooral bijzonder omdat de Zambesi rivier over een breedte van 1.700 meter ineens in een kloof van meer dan 100 meter diep valt. En omdat het een smalle kloof is, sta je er met je neus bovenop, zo dichtbij, dat je behoorlijk nat kunt worden. In deze tijd van het jaar, is de rivier echter slechts op de helft van zijn maximum. Zie je de waterval nu, met al zijn droge stukken, dan denk je, zoals ik de eerste keer ook deed: “O wat zal het nog veel imposanter zijn tijdens het regenseizoen”. Maar dan kom je een keer in februari of maart en dan weet je niet wat je meemaakt. Het is dan werkelijk een inferno van water. Je camera kun je niet gebruiken, want die kun je net zo goed meteen in de rivier gooien. Zelf ben je binnen de kortste keren drijfnat. In de kloof stormt het gewoon, door al het water dat naar beneden stort. Dan is er eigenlijk maar een manier om de omvang van dit natuurgeweld te aanschouwen en dat is vanuit de lucht. Een korte rondvlucht met een helikopter of een ultra light is dan een absolute must, zoals wij in 1999 ook hebben gedaan. Overigens hebben we gehoord, dat je tegenwoordig niet zelf meer mag fotograferen, dat doet de piloot voor je. Aan het eind van de rit mag je zijn oogst kopen. Ja, ja, het is allemaal big business!

Nog even iets over het weer. De eerste week was het heel warm en kurkdroog. Ook ’s nachts koelde het nauwelijks af. Daar moesten we duidelijk aan wennen. De laatste week is het echter een stuk beter; niet zo warm meer en ’s avonds wordt het lekker fris, zodat we heerlijk kunnen genieten van de mooie avonden. Overdag staat rond het middaguur de zon nagenoeg loodrecht boven ons. Binnenkort moet wij de zon dan op dat tijdstip ook weer in het zuiden zoeken. Alsof we thuis zijn.

Vanuit Livingstone zijn we vertrokken naar het South Luangwa National Park, een stuk noordelijker gelegen. Volgens mensen, die het kunnen weten, zullen we daar zeker luipaarden gaan zien. Zelfs een olifant aan de bar behoort tot de mogelijkheden. We laten ons verrassen en daarvan doen we de volgende keer wel weer verslag. Tot dan.IMG_6235

 

8 Responses to “To jump or not to jump”

  1. Saskia Toebes schreef:

    Poeh, verstand komt dus toch met de jaren;) Ik heb alleen al het verhaal van de “niet-jump” met zweet in de handjes gelezen:P gelukkig voor jou Gerard heeft hoogtevrees niets met leeftijd te maken!!
    Misschien een tip om wat meer kleingeld bij je te hebben? Geniet lekker verder en die olifant aan de bar zal wel een wijntje kunnen verdragen…

    groeten uit stormachtig Winterswijk

  2. Han Hagen schreef:

    Beste Gerard en Wil,

    Als je zo’n verhaal leest, besef je weer hoe gereguleerd hier alles is. Hier is geen brug hoger dan 20 meter en natuurgeweld kennen we al helemaal niet (althans niet op die schaal). Mooi dat het ’s avond weer wat afkoelt. Daar denken we hier heel ander over. De herfst is nu echt begonnen met flinke stormen, maar we hadden een prachtige nazomer.

    Mooie reis verder.

    Vr. gr.

    Han

  3. Daniel Hoitink schreef:

    Gerard, wat lees ik nu….;-) Niet gesprongen?! Dan heb je wat gemist…. Het is alweer bijna 10 jaar geleden dat ik op die brug heb gestaan. Een ouderwetse industrie weegschaal las mijn gewicht uit, en met een dikke vilsift werd het gewicht op je pols geschreven, te samen met een nummer dat de zoveelste sprong van die dag voor stond. Ik had op mijn pols staan: 84/13. En nee, ik was niet de 84ste die sprong die dag…. de 16 anderen uit de groep verklaarde me voor gek en de helft daarvan koos om op die Sambezi te gaan ‘wild water rafting’. Ik heb naderhand de video daarvan gezien hoe ze met 5 man tegelijkertijd gelanceerd werden en meters ver in het water vielen tussen al die enorme keien…. wie is er nu gek! ;-)….

  4. Dick schreef:

    Allo beiden, geweldig verhaal, was er in 1989 bij de Vic Falls om 24.00 met volle maan, over het hek geklommen en met een 1000 asa fotorolletjes plaatjes geschoten..
    We moesten 3 km terug lopen naar de campsite en er werd ons verteld dat er leeuwen in de omgeving waren……. We hebben heel de wandeling Poessie Mauw en when the Lion sleets tonight gebruld om ze op afstand te houden.
    Ook ik had kunnen jumpen (was toen 29) maar durfde niet vanwege hoogte vrees en rugklachten , toch spijt van.
    Goede reis
    Dick, Jacq en Fleur

  5. First Lady schreef:

    My President & Wil,
    So……………no jump!!!!!!?????; but you’re still my hero. Mijn bekende wijsheid luidt nog steeds: “in geval van twijfel, niet doen”. Beschouw je eerder als een gezegend mens, die tot twee keer toe van zo’n unieke plek in de wereld mag genieten. Dit keer samen met Wil.

    Neen, verbaasd ben ik niet over je indeling qua intelligentie bij de dieren. The winner is en blijft een ezel. Ben eerder verbaasd over het bekende spreekwoord bedacht door de mens: “een ezel stoot zich niet twee keer aan dezelfde steen”. Immers, een goede ezel blijft zich stoten luidt mijn wijsheid.

    Lijkt me ook spannend zo’n rondvlucht over de Okavango delta.
    Toch weer even slikken alle bureaucratie bij de grensovergang en het geld wat je daarmee kwijt bent. En… the big business wat foto’s wel of niet maken betreft. Volgens mij worden onze westerse gewoontes eenvoudigweg gekopieerd, alleen wij beseffen dit niet.

    My Pres & Wil, een goede maar vooral een avontuurlijke reis verder.
    Greetz FSTLDY

  6. wim schreef:

    Je kent de mop van die man die ging bungee-jumpen? …………….Juist , die!!

    Gr Wim

  7. Mischa schreef:

    Wat betreft de verzekering: wij hadden ook een Afrika-dekking (Alessie?) waarbij vermeld werd dat niet alle landen in Afrika deze accepteren. Botswana, Zamba, Malawi, Tanzania en Kenia accepteren deze dus in ieder geval niet. Wij hebben uiteindelijk voor de Comesa geopteerd. Deze kan je overal aan de grens kopen, als het goed is voor zo’n USD100. Laat je niet neppen door gasten die je per land laten bijbetalen…
    De Comesa is in ieder geval een stuk goedkoper dan de verzekeringen die je opgelegd worden.

    suc6!

Laat een reactie achter