You are here: Home > Kenia > Meanderend rond de Evenaar

Meanderend rond de Evenaar

 

Als je vroeger als schepeling de evenaar voor het eerst overstak, dan kreeg je een doop van Neptunes om dat bijzondere moment te vieren. Misschien gebeurt dat nu ook nog wel, maar sinds we vliegen en naar alle hoeken van onze aardbol reizen is het passeren van de evenaar helemaal niet meer bijzonder.

Passage van de Evenaar

Passage van de Evenaar

Toch vonden wij het best wel speciaal, toen we op 7 maart 2013 met onze eigen auto de imaginaire grens tussen het noordelijk en het zuidelijk halfrond overstaken. Dat was in Gabon, vlak voor we op bezoek gingen bij Albert Schweitzer. Nu zijn we weer zover noordwaarts gereden, dat we de evenaar van zuid naar noord zijn gepasseerd. En dat inmiddels meerdere malen, want de landen waar we nu door reizen, Kenia en Oeganda, liggen “onder” de nul graden lijn. Hoewel er in dit soort landen uiteraard legio wegen zijn, die de evenaar kruisen en het derhalve de normaalste zaak van de wereld is, staan op de doorgaande wegen meestal toch wel borden, die je opmerkzaam maken op dit feit. Soms staan er ook stalletjes waar souvenirs verkocht worden, zoals op de weg van Lake Nakura naar Lake Bogoria. Maar dan krijg je bijna medelijden met die vrouwtjes, die allemaal hetzelfde proberen te verkopen, terwijl er nauwelijks toeristen zijn te bekennen, laat staan die de moeite nemen om te stoppen. En als ze dan al stoppen, zoals wij, dan kopen ze die prullaria (meestal) niet.

 

Ons eerste doel in Kenia was een rondje om Mount Kenia. Na de Kilimanjaro is dit met zijn 5.200 meter de hoogste berg van Afrika. Als plek voor de nacht hadden we de Castle Forest Lodge

Castle Forest Lodge

Castle Forest Lodge

uitgezocht, een plaats met een rijke historie, vooral vanwege eerdere bezoeken van koningin Elisabeth van Engeland, die hier vroeger naar het schijnt kind aan huis was. Dat het geheel onder Nederlandse leiding staat, was een extra aanbeveling. Het moet gezegd worden: die Engelsen hebben wel smaak, want het huis ligt geweldig en vanaf de overdekte veranda heb je een fantastisch uitzicht over de dichtbeboste omgeving. Het zonnetje scheen nog lekker toen we aankwamen en het was goed toeven op die plek, zo goed dat we er helemaal niet meer weggegaan zijn en ook ons avondeten daar genuttigd hebben. Het feest werd helemaal compleet toen Wil ineens olifanten ontdekte, die aan de voet van de helling voorbij wandelden. Dat het geen alledaags gebeuren was bleek ons uit het feit, dat het voltallige personeel naar de veranda kwam om ook te kijken. Voor vogelaars moet het op die plek ook een eldorado zijn, want gelijk met ons, was er een gezelschap uit Zweden, speciaal voor de rijke volgelwereld naar Mt Kenia gekomen. ’s Avonds waren we in het restaurant getuige van een voor ons wat vreemde vertoning. Het leek erop, dat onder leiding van hun voorman, informatie uitgewisseld werd over wat ze die dag gezien hadden. Ze hadden grote lijsten voor zich, waarop aantekeningen gemaakt werden, maar het was eenrichting verkeer met weinig tot geen interactie. Het leek wel bingo zonder dat er een bingo viel. Dat het niet alleen voor ons slaapverwekkend was, bleek ook uit de verveelde gezichten van vooral de partners, die waarschijnlijk uitsluitend om de echtelijke vrede te bewaren, meegereisd waren.

Mount Kenia

Mount Kenia

De volgende ochtend stond Mt Kenia haarscherp afgetekend tegen de stralend blauwe hemel. Zelfs een beetje eeuwige sneeuw konden we ontwaren. Precies op de dag, dat in Nederland voor het eerst deze winter behoorlijk wat sneeuw viel, die echter na een dag weer verdwenen was, zo hebben we begrepen. Grappig is, dat als je kort daarna online bent, je ineens op Facebook allemaal foto’s van besneeuwde tuinen voorbij ziet komen. We hebben de ochtend van ons vertrek ook kennisgemaakt met de Nederlandse vrouw, die hier de scepter zwaait en dat kennelijk zo goed doet, dat ze jaarlijks bijna een halfjaar in Nederland kan vertoeven. Bij het afscheid nemen hadden we niet gedacht, dat we elkaar nog gauw terug zouden zien, maar soms lopen zaken anders dan gepland, zo zal ook in het verdere verloop van dit verhaal blijken.

Hadden we het met jullie al wel eens over verkeersdrempels gehad en vooral welk een plaag, die dingen kunnen vormen? Waarschijnlijk wel, maar toch raken we daar niet over uitgepraat. Ergens op de wereld moet een man of vrouw rondlopen, waarschijnlijk een ambtenaar, die er prat op gaat, dat hij of zij de verkeersdrempel geïntroduceerd heeft. Mocht deze persoon nog in leven zijn, dan mag hij of zij wat ons betreft ter plekke doodvallen, want wat die dingen inmiddels aan ellende hebben opgeleverd, is niet te overzien. Ter verontschuldiging mag wel gezegd worden, dat hij of zij ook niet heeft kunnen voorzien welke epidemische vormen die krengen hebben aangenomen, met variaties, die alleen maar in wreedheid van elkaar verschillen. Zo kent men hier een variant met drie of vier stevige ribbels vlak achter elkaar. Langzamer dan langzaam kun je niet rijden, je moet er tenslotte overheen, maar dan nog wordt je compleet door elkaar gerammeld. Natuurlijk, in Nederland hebben we ze ook in verschillende gradaties, waar we doorgaans niet blij van

Na een paar pogingen om op  te lappen breekt hij helemaal af.

Na een paar pogingen om op te lappen breekt hij helemaal af.

worden, maar die obstakels hebben wel één ding gemeen: ze zijn duidelijk gemarkeerd. Als zo’n markering echter niet aanwezig is en ze zelfs gewoon in het asfalt zijn opgenomen, buiten de bebouwde kom op wegen zonder snelheidslimiet (!), dan worden het levensgevaarlijke dingen. Hadden we in Egypte tijdens de Trial to the Nile al ervaren wat het is om zonder de kans te hebben gehad vaart te minderen gelanceerd te worden door zo’n onzichtbare hobbel, sinds kort weten we ook wat het is om met 8,5 ton airborn te worden. De klap waarmee we weer op het asfalt belandden ging ons door merg en been. De eerste gedachte die door je heen schiet was: “Daar gaan de veerbladen”. Die bleken het wonder boven wonder te hebben overleefd. Maar wat minder was, dat was de olie, die al snel een plasje onder de auto begon te vormen. Het bleek dat de leiding van het hydraulische systeem, dat de stuurbekrachtiging verzorgd, was gaan lekken. Ter plekke, met hulp van een jongeman, die daar toevallig liep, zo goed en zo kwaad als dat ging, een noodverbandje aangelegd. Voor Keniase begrippen heb ik hem voor zijn hulp met een behoorlijke bedrag beloond, maar wat hem het meest zal zijn bijgebleven is, dat ik hem aanbood om binnen zijn handen te komen wassen. Daarover raakt hij nu nog niet uitgepraat!

Het noodverbandje bleek echter van onvoldoende kwaliteit en daarom besloten we weer terug te keren naar de Castle Forest Lodge, zodat ik daar op mijn gemak een nieuwe poging kon doen. We zullen jullie niet vermoeien met alle pogingen, die nadien nog gevolgd zijn, om het probleem te tackelen, maar zoveel is wel duidelijk geworden: noodverbandjes werken niet als het om systemen gaat waar een hoge druk bij komt kijken. Het moet gewoon goed opgelost worden. Sinds een paar dagen denken we het lek boven water hebben, maar helemaal gerust ben ik er nog steeds niet op. Inmiddels zijn we wel een 150 euro en zo’n 8 liter hydraulische olie verder.

Van Mt Kenia zijn we verder westwaarts gereisd naar de bekende Rift Vallei. Om daar te komen hadden we voor een route door het Aberdare National Park gekozen. Uit eerdere verhalen hebben jullie al wel begrepen, dat Nationale Parken in landen als Tanzania en Kenia bij ons niet favoriet zijn vanwege de belachelijke prijzen die men vooral aan buitenlanders (hoe zo discriminatie?) in rekening brengt. Maar mede omdat voornoemd park niet in de hoogste (lees duurste) categorie valt en we daarmee een omweg uitspaarden, leek het ons dit keer het geld wel waard. Maar zelfs dan valt het weer tegen. De toegangsprijs was in het afgelopen jaar met 30% (!) verhoogd naar 65 US dollars per persoon. Om te overnachten op een van de campings (op dat moment hadden we nog geen voorstelling van wat dat inhield) wilde men 25 dollar pp in rekening brengen. Tenslotte moest ons Mannetje als zwaargewicht 35 USD ophoesten. Absurd! Als men merkt, dat we dat

echt niet gaan betalen, doen ze water bij de wijn. De camping wordt wat goedkoper en de auto mag bijna voor niets mee. Op de presentielijst, die we bij de ingangspoort moeten tekenen, blijkt dat wij de enige gasten zijn die dag. Zou er ook maar iemand in Kenia zijn, die zich afvraagt hoe dat toch mogelijk is? Wij betwijfelen dat ten zeerste. Het park is landschappelijk gezien “top of the bill” maar wat de kans op dieren zien betreft, scoort het een dikke onvoldoende. Het park is voor een belangrijk deel zeer dicht begroeid. Zelfs als er al dieren zijn, zie je ze niet. Bovendien blijken de dieren heel schuw te zijn. Misschien hoort het van nature altijd wel zo te zijn, maar als je even iets ontwaart, dat zich vervolgens snel terugtrekt tussen het gebladerte, roept het toch teleurstelling op. Maar zelfs op de open vlaktes, zie je nagenoeg geen dieren. Het ritje dat we in dit park gemaakt hebben, zal in de annalen worden bijgeschreven als een van de meest spannende. Omdat iedere informatie ontbrak had ik met behulp van de GPS een route uitgezet. Op enig moment verzeilden we op een zogenaamde 4WD track. Nu hebben wij een permanent 4-wiel aangedreven auto, dat is het probleem dus niet, maar het formaat is toch wel iets anders, dan hier doorgaans mee bedoeld wordt. Het werden smalle graspaden, die behoorlijk steil (1e versnelling, gebruiken we bijna nooit) op en af liepen. Dat klinkt nog niet als al te moeilijk, maar als diezelfde graspaden door wilde varkens voorzien zijn van grote kuilen, dan wordt het een ander verhaal. Afijn, hoewel we het nooit bewust opzoeken, gebeurt het toch ook nu weer: klamme handjes en een uurtje billen knijpen.

Wat eens de douche was ....

Wat eens de douche was ….

De camping mag de naam niet eens hebben: wat een vervallen zooitje. Je vraagt je naast andere dingen af wat ze eigenlijk met al dat geld doen. Zal wel rechtstreeks in de zakken van de machthebbers gaan. In ieder geval wordt het niet aangewend om de boel te onderhouden, dat is wel duidelijk.

Na dit park zijn we neergestreken aan Lake Naivasha met geen andere bedoeling, dan even lekker te relaxen. Op het Fisherman’s Camp is dat uitstekend gelukt: een

Lelijk zijn ze wel

Lelijk zijn ze wel

mooie ruime camping met uitzicht op het meer en tal van vogels, waaronder de grote, maar verschrikkelijk lelijke notarisvogel, vlak voor de deur. Verder was het er ook gezellig druk, wat voor de verandering best wel eens leuk is, want vaak zijn we de enige gasten. En dat ondanks dat het hoogseizoen is. Het bijzondere van dit meer is, dat de waterstand in de loop der jaren behoorlijk heeft gefluctueerd. Zo was de omvang in 1950 nog maar de helft van wat het nu is, terwijl de huidige oppervlakte lang nog niet is wat het ooit geweest moet zijn, toen de eerste blanken hier verschenen. In de omgeving waan je een beetje in het Westland: overal zie je kassen staan; weliswaar van een soort plastic maar toch. Een bord bij een van die percelen vermeldt, dat de eigenaar ene Van den Berg is. Het kan bijna niet Nederlandser. Dat die indruk juist is, wordt bevestigd als we later in de bar een ontmoeting hebben met een Nederlandse rozenkweker, die hier sinds kort ook werkt. Hadden we jaren geleden al een ontmoeting met Nederlandse rozenkwekers in Ethiopië, hier blijken ze dus ook neergestreken te zijn. Het impliceert tevens, dat het klimaat hier ideaal is voor het kweken van die bloemen: overdag zonnig en warm maar nooit te heet, ’s nachts koel, maar nooit onder nul. Ook ideaal dus voor mensen en zo ervaren wij het deze weken ook!

Daar liep de asfaltweg

Daar liep de asfaltweg

Ondanks onze weerstand tegen de prijzen van de nationale parken, willen we om twee redenen toch graag naar het meer noordelijk gelegen Lake Bogoria Natural

Heetwaterbronnen vielen tegen

Heetwaterbronnen vielen tegen

Reserve. Het meer is enerzijds bekend vanwege zijn grote populatie flamingo’s en anderzijds omdat er heetwaterbronnen zijn en zelfs wat geisers. Bij de ingang aangekomen worden weer de nodige financiële tegenvallers op elkaar gestapeld, maar wijs geworden van de vorige keer, gaan we nu in onderhandeling met als resultaat, dat we alleen de alweer sterk verhoogde entreeprijs van 65 dollar pp hoeven te betalen. Ook hier tekenen we de presentielijst weer als eersten van die dag (het is al middag) terwijl de namen van de vorige gasten alweer van twee dagen daarvoor dateerden. Voordat we het park in rijden, krijgen we nog even een korte toelichting. De mooie geasfalteerde weg, die ooit langs het meer liep is niet meer, omdat het waterniveau in de afgelopen jaren dermate is gestegen, dat die geheel onder water is

Fantastisch

Fantastisch

verdwenen. Men heeft een gravelweg aangelegd, dit maal dus uit nood geboren, maar dat maakt het ritje toch wat minder ontspannend dan gedacht. Een andere bijkomstigheid is, dat de bekendste geiser ook door het meer is opgeslokt. Vreemd dat onze toch vrij recente Rough Guide hier geen melding van maakt. Dit moet toch al enige jaren het geval zijn. Vielen de geothermische verschijnselen dus wat tegen, de duizenden flamingo’s maakten veel, zo niet alles weer goed. Aan het eind van de middag hebben we ons Mannetje aan de rand van het water geparkeerd en in het licht van de ondergaande zon hebben we heerlijk kunnen genieten van dit fraaie schouwspel. In Namibië zijn we ooit heel druk in de weer geweest om die beesten aan het vliegen te krijgen, want vliegend tonen ze de mooie binnenkant van hun vleugels. Het moment om foto’s te maken. Hier kwamen hele groepen spontaan voorbij vliegen; een magnifiek gezicht.

Omdat we voor de komende trip geen zeeën van tijd hebben, we moeten tenslotte eind maart weer in Windhoek zijn, hebben we na Lake Bogoria besloten rechtstreeks

Prachtige route door de bergen

Prachtige route door de bergen

naar Oeganda te rijden. De route naar Eldoret gaat door een prachtig berglandschap, waarbij we regelmatig kruipend omhoog gaan. Maar daar zitten we tegenwoordig helemaal niet mee, want voor een vrachtauto behoren we nog tot de snellere en bovendien geeft het ons alle gelegenheid om van de mooie omgeving te genieten. Eigenlijk is bergaf veel vervelender, want ook dan moet je in een lage versnelling, maar dan ook nog voortdurend bij remmen. De laatste kilometers naar de grens is een ramp, zoals ook de grensovergang zelf weer klassiek Afrikaans chaotisch is. We hadden het misschien kunnen verwachten, want we zitten op de belangrijke verkeersader van de havenstad Mombasa naar Oeganda en Zuid-Soedan. Er staat een onafzienbare rij vrachtauto’s op de linker rijbaan geparkeerd. Ze staan allemaal te wachten, tot de grensformaliteiten zijn afgehandeld. Uiteraard rijden wij er langs, kilometers op de verkeerde rijbaan dus. Heel lang gaat dat goed, maar dan komt van de andere kant ons een vrachtwagen tegemoet. De weg ligt op een soort dijk, dus te ver uitwijken betekent onherroepelijk kantelen. Hoewel ik feitelijk degene ben, die aan de verkeerde kant rij, blijf ik stug zoveel mogelijk links rijden, dicht tegen de geparkeerde auto’s aan, totdat ik niet verder kan. Gelukkig durft de tegenligger de passage wel aan en zo schuift hij centimeter voor centimeter langs ons heen. Als we bijna het einde van de rij bereikt hebben, komen een paar mannen op ons af, die hun diensten aanbieden. Eerst maken ze onderling wat ruzie om wie ons het eerste gezien heeft, dus de eerste rechten heeft, maar als dat opgelost is, geven wij ons over en laten het vervolg over

Chaotische grensovergang

Chaotische grensovergang

ons heenkomen. Ondanks dat deze jongens de weg weten, heeft het nog 2,5 uur geduurd, voordat we Kenia uit waren. Dat kwam omdat we nog wegenbelasting moesten betalen. Dit kon niet ter plekke, waarschijnlijk om fraude te voorkomen, maar moest bij een bank gebeuren ongeveer een kilometer terug! Dan zijn die jongens aan het eind van de procedure best hun 10 dollar waard, want al die tijd konden wij gewoon op een stoel plaatsnemen en pratend met bijvoorbeeld een lokale politieman, de tijd doorbrengen. De dag was inmiddels nagenoeg voorbij, dus besloten we, net in Oeganda aangekomen, de nacht bij de grens door te brengen. Wel redelijk veilig met al die politie en militairen om ons heen, maar ook rumoerig, want de hele nacht denderden die vrachtauto’s vlak langs ons bed. De volgende morgen, we waren nog niet eens aangekleed, staat er een politieman voor de deur. Of we even parkeergeld wilden afrekenen. Welkom in Oeganda!

 

 

Naschrift

 

En hoe is met de patiënt? De eerlijkheid gebiedt te zeggen, dat het best wel tegenvalt, vooral voor het lijdende voorwerp zelf dan. Er zijn eigenlijk geen praktische problemen, want die lost de mantelzorger wel op. Maar de functies van met name de hand, laten het nog behoorlijk afweten. Daarnaast is het best nog wel pijnlijk, al of niet veroorzaakt door te veel geforceerde oefeningen. Dat is eigenlijk ook het grootste probleem: wat mag je na zo’n operatie wel of niet verwachten? En dat houdt ons, maar vooral Wil dus, best wel bezig.

 

 

 

 

8 Responses to “Meanderend rond de Evenaar”

  1. Desiree schreef:

    Een prachtig verhaal weer. Zoals ik al eerder schreef, een mooi boek /reisgids zou zeker uit deze verhalen kunnen ontstaan.
    ik wens wil heel veel beterschap met haar arm/hand. Je kunt daar niet zoveel actie ondernemen betr. Fysio.
    Gelukkig is de goede mantelzorger erbij.
    Goede reis verder.
    Gr. Vanuit een soort van diepvries winterswijk

  2. Annie Huijskes schreef:

    Hoi Gerard en Wil Het eerste en laatste stuk gelezen Erg lang verhaal Vervelend voor Wil Hadden jullie niet beter wat later kunnen gaan zodat Wil wat meer was opgeknapt Verder nog een goede voortzetting vd reis Groetjes van ons

  3. joost & marlien schreef:

    Hallo Wil,

    Ja, ja. Het zal toch niet zo zijn Wil, dat jij met een van pijn vertrokken gezicht naast je mantelzorger zit die verbeten met nauwelijks enige stuurbekrachtiging probeert om die drempels -die hij natuurlijk allang had gezien- à la DAKAR te nemen. Verzet je tegen dergelijke dwang met woord en daad. Het is nog geen mei, maar dan moet je natuurlijk wel weer topfit zijn :-).

    Groet,
    Joost

  4. Ben de Graaf schreef:

    Weer ademloos jullie verhaal gelezen. Aan de corruptie moet je zo langzamerhand wel gewend zijn. Als mantelzorger voor Will en het Mannetje ben je onmisbaar. Goed bezig! Geniet verder volop van elkaar en de prachtige omgeving.

  5. Han Hagen schreef:

    Beste Gerard en Wil,

    Ik rijd altijd een beetje met jullie mee met behulp van Google Earth. De kwaliteit is in Afrika niet zoals die hier is en streetview kennen ze nog helemaal niet, maar het geeft wel een beeld van waar jullie zijn. Ik zie dan weer meren op de kaart waar half – of misschien wel héél – Nederland in past. Het terras bij Castle Forest Lodge ziet wel heel uitnodigend uit.

    Die onderhandelingen met de lokale afpersers gaan je blijkbaar steeds beter af :-).

    Wil, sterkte met je handicap!

    Vr. gr.

    Han

  6. Rik schreef:

    Hoi Wil en Gerard,

    Met de hoeveelheden mail die ik zo verstouw is er op dit tijdstip geen mail/blog die het wint van goed gezelschap, wijn en goede films… Behalve die juweeltjes van jouw hand Gerard.. Dat is altijd zo, maar niet altijd (oftewel bijna nooit) reageer ik.. Schande natuurlijk, maar hoop dat dit het weer een beetje goedmaakt. Hoop vooral dat je ons nog op veel van deze verslagen trakteert, ze zijn meer dan de moeite waard.
    @Wil : beterschap!!

    Grtn Rik

  7. Dick en Jacq schreef:

    Heerlijk verhaal, wij hebben het een stuk makkelijker in de MX5 in New Zealand !

  8. Tim Hovenier schreef:

    Hoi Gerard en ‘gehandicapte’ Wil

    thanx voor jullie reisverslag
    dit is de 1e x dat deze ‘gehandicapte’ patient jullie reisverslag niet meer hoeft uit te printen en dan rustig lezen, maar deze x vanaf mijn tablet vanuit bed
    voor mij weer een hele overwinning
    nogmaals bedankt voor jullie update
    veel plezier sterkte en Carpe Diem, maar dat doen jullie wel
    liefs Tim

Laat een reactie achter