You are here: Home > Onderweg > The Road To Mali

The Road To Mali

Het kostte ons enige moeite om op gang te komen, maar inmiddels hebben we ons kamp opgeslagen in The Sleeping Camel te Bamako, de bruisende hoofdstad van Mali.

De weg die dwars door The Gambia loopt en de gelijknamige rivier min of meer volgt, is behoudens een heel erg slecht stuk van circa 80 kilometer, goed te rijden. Het grootste probleem van deze route is echter het belachelijke hoge aantal controleposten; soms nog geen twee kilometer van elkaar verwijderd. Het valt dan niet mee om vriendelijk te blijven. De een vraagt om je paspoort, de andere weer om een rijbewijs, dan weer willen ze in de auto kijken. De grootste sport wordt dan om de vrager door tegenvragen te stellen, van zijn voornemen af te brengen. Meestal lukt dat wel en doorgaans zijn ze ook wel vriendelijk. Hoewel het wel enigszins begrijpelijk is, is nieuwsgierigheid ook vervelend. Ze gebruiken dan hun positie om een blik in ons interieur te werpen. Daarvoor moet ik echter wel de motor uitzetten en uit de cabine klimmen. Zo’n figuur van de drugscontrole in campingsmoking was weer de vervelendste; wilde werkelijk alles zien.

Solwin Lodge

Solwin Lodge

Na een nacht wildkamperen hebben we ons bivak opgeslagen in de Solwin Lodge in Georgetown. Bij “lodge” moet je je niet al te veel voorstellen, want meestal bestaat het uit niet meer dan een paar hutjes. Het is ook geen camping en om een auto van het formaat Mannetje te kunnen stallen, moet er geïmproviseerd worden. Maar Solomon, samen met zijn (niet aanwezige) Duitse vrouw, eigenaar van het geheel, is heel behulpzaam. Voor “weinig” kunnen we gebruikmaken van het toilet en de douche in een van de huisjes. Het is hier dat we tijdens een boottochtje onze eerste hippo’s hebben gezien; weliswaar gaven ze zich weinig bloot, maar toch. Veel minder was, dat we ook voor het eerst in ons leven kennis gemaakt hebben met de Tse-Tse-vlieg. En dat was beslist geen genoegen. Die krengen steken zodanig, dat er meteen een luid “au” uit je mond komt op het moment suprême van de vlieg. Qua verschijning doet hij het meest denken aan onze paardenvlieg, alleen dan nog een slag groter en veel agressiever; ze steken dwars door je T-shirt heen. Bovendien komen ze in zwermen. Terwijl wij de hippo’s bekeken, waren de bootsman en Solomon, die ons als gids vergezelde, druk bezig om die aanvallers van ons lijf te houden.

Op de Solwin Lodge ontmoetten we ook een jong Spaans stel. Correctie: een zij uit Catalonië en een hij uit Baskenland. Dat was het eerste wat ze namelijk zei op mijn open deur vraag of ze uit Spanje kwamen. “Nee, ik kom uit Catalonië!” was het snibbige antwoord. Later, toen we vroegen wanneer ze weer naar Spanje, pardon, Catalonië, terug zouden gaan, was het antwoord: “Als Catalonië onafhankelijk is!”. En ze was bloedserieus. Binnenkort schijnt er een referendum te zijn, waar ze al haar hoop op gevestigd heeft. Even bekroop mij de gedachte, dat we hier misschien wel te maken hadden met door de Spaanse politie gezochte uitgeweken fanatieke separatisten. Van die gedachte zijn we weliswaar teruggekomen, nadat we nader kennis hadden gemaakt, maar het bleef een in onze ogen heel bijzonder stel. In het voorjaar waren ze met twee katten op weg gegaan. Het ultieme doel van hun Afrika-reis moest Madagaskar worden, maar ze zijn in Gambia blijven hangen. Onderweg hebben ze echter niet stilgezeten en hebben het nodige verzameld. In Marokko hebben ze drie straathonden gelukkig gemaakt door ze te verzorgen en mee te nemen. Ze zagen er nu prima uit. Liep er in Nederland nog niet zo lang geleden een inzameling voor Spaanse straathonden? Verder hebben ze in Gambia een kind aan het gezin toegevoegd. Jazeker, je leest het goed, een jongen van acht jaar nog wel. Was ook een zielig geval en die wilden ze net als die honden, wel een beter leven bezorgen. Dus zijn ze samen met Solomon naar de ouders van het jongetje getogen en die vonden het kennelijk prima; ze waren arm en zo hadden ze een mond minder te vullen. Op dit moment worden de formaliteiten geregeld en als alles goed gaat, adopteren ze er nog een! Madagaskar is inmiddels wel heel ver weg ……

Grensovergangen in Afrika blijven ook een bron van vermaak. Nou ja vermaak, maar in ieder geval levert het vaak wel stof tot vertellen op. Meestal zorgen de ambtenaren voor voldoende gespreksstof, dit keer riepen we zelf het onheil over ons af. Worden onze paspoorten gecontroleerd, wijst die man op het stempel dat we op het vliegveld van Banjul hebben gekregen. Staat daar heel verrassend: “21 days visit”. Had niet verrassend moeten zijn natuurlijk, maar we hebben daar totaal geen erg in gehad. Door ons getalm was die periode inmiddels met een week overschreden. Goede raad is duur, zo luidt het gezegde al en dat wordt meteen in de praktijk gebracht. Natuurlijk wil hij ons wel een exit-stempel geven, maar alles heeft zijn prijs, nietwaar? Gelukkig werd, terwijl wij aan het marchanderen waren, het Carnet, dat de tijdelijke invoer van een auto regelt, zonder problemen afgestempeld. En in die hoek had ik wel problemen verwacht, want die bevatte wat tegenstrijdigheden. De geldigheidsduur van het Carnet liep tot 31/8/2012 terwijl als datum van binnenkomst in Gambia 22 september was ingevuld! Aan de Senegalese kant duurde de hele procedure slechts enkele minuten, zonder dat er kosten aan verbonden waren.

Of het kwam door de geweldige veeruitslagen op de slechte wegen, die we al gehad hadden of door dat ene gat in het asfalt, dat ik de laat opmerkte en er met het linker voorwiel inklapte, feit was dat we even later wat op de weg hoorden vallen. Toen ik stopte en terugliep om te kijken, wat er gevallen was, zag ik twee stukken ijzer liggen, duidelijk afkomstig van de veerbladen. Dacht ik eerst nog dat het twee stukken van dezelfde bladveer waren, een nadere inspectie leerde mij, dat van twee veerbladen een stuk verdwenen was. Op het campement de Wassadou, waar we die nacht verbleven, bood iemand spontaan aan om de volgende dag mee terug te rijden naar Tambacounda om de noodzakelijke reparatie uit te laten voeren. Dat zou bij de monteur gebeuren, die ook de auto’s van het campement onderhoudt. Dus wij de volgende dag weer terug naar de stad, waar we de dag daarvoor ook al geweest waren. Nu verwachtte ik een garage, maar in een buitenwijk van deze middelgrote stad, kwamen we in een buitenwijk terecht bij een afdakje ter beschutting tegen de zon, waaronder een paar knullen zaten met een kist met wat gereedschap. Nu is het demonteren van zo’n veerpakket niet zo’n ingewikkelde klus, maar je hebt wel minimaal een krik nodig. Gelukkig hebben wij een hele goede bij ons, dus dat probleem was snel opgelost. Mijn busje WD40 deed ook nog goede diensten om de hardnekkige bouten en moeren, die muurvast zaten, los te krijgen. Na de demontage zijn we met de brokstukken in een taxi gestapt, om elders een paar passende bladveren te kopen. Dat is allemaal gelukt en aan het begin van de middag reden we weer.

Mensen die mij beter kennen, weten dat ik een zekere fascinatie voor watervallen heb. Als we dus ergens zijn, waar in de buurt volgens de reisgidsen ook een mooie waterval moet zijn, dan wil ik die zien. Dat je daar soms wat voor over moet hebben, zoals een behoorlijke wandeling, dat neem ik dan op de koop toe. Niet altijd staat de beloning, die het uitzicht op de waterval biedt, in verhouding tot de inspanning, die je moet leveren om er te komen. Nou, tot die categorie behoort de waterval van Dindefelo wat ons betreft ook. De weg van Kedougou er naar toe is een hele slechte piste vol kuilen en gaten, die bovendien nog helemaal vol water staan. Nu kan ons Mannetje best wel wat aan, maar het is iedere keer opnieuw griezelig als je voor zo’n plas staat. Want hoe diep is hij nou eigenlijk? Van Jan en Mariska hadden we de coördinaten gekregen. Op een gegeven moment, terwijl het pad al heel smal begon te worden, zag ik tot mijn verbijstering de waypoint uit beeld verdwijnen; we waren er al aan voorbij! Hoe kon dat gebeuren, we hadden alleen maar een voetpad gezien. Inmiddels waren er ons ook wat jongens achterna gekomen en die bevestigden, dat we te ver waren. Nog even en we waren in Guinee geweest. Dus zat er niets anders op dan achteruit terug. Nu behoort dat kunstje wel tot de vaardigheid van iemand met een vrachtwagenrijbewijs, maar als het pad zo smal is, dat aan weerskanten het gras er langs schuift, is het heel moeilijk om het pad te volgen. Wil vond het doodeng, bijna vergelijkbaar met onze eerste piste in Marokko. Maar die vergelijking ging mank, want hier waren geen afgronden of haarspeldbochten, waar de wagen sterk overhelt. Hoe dan ook, zonder grote problemen kwamen we bij het voetpad, dat we gezien hadden. In de droge tijd, zal er wel meer pad te zien zijn, maar nu was het zichtbare pad echt niet breder dan een meter. Volgens mij heb ik zo hier en daar ook een verscholen afrastering meegepakt, maar uiteindelijk stonden we dus precies op de juiste coördinaten.

De ene reisgids meldt een wandeling van 15 min, een andere vermeldt 2 kilometer. De jongen, die zijn diensten als gids aanbood, had het over 1,5 uur. Eerst geloofden wij hem niet en dachten, dat hij zichzelf belangrijk wilde maken. Omdat het 15.00 uur was, meenden we nog alle tijd te hebben en namen zelfs niet de moeite om onze teenslippers te verruilen voor steviger schoeisel. Kon op slippers, zei de gids. Hij wel, hij heeft niets anders. Nog geen 500 meter op weg besloten we terug te keren. Te heet! Bovendien zou het bijna donker zijn als de gids gelijk zou krijgen. Als we toch een nacht hier moesten blijven, konden we beter de volgende ochtend gaan, als het nog niet zo warm zou zijn. Zo gezegd, zo gedaan. Goed geschoeid en voorzien van voldoende water, gingen we samen met  een zeer spraakzame Amerikaanse jongen op weg; het enige wat hij desgevraagd gezegd heeft is dat hij uit de States kwam. Het eerste deel liep tussen katoenvelden en akkers met aardnoten door. De zon was nog achter de bergen en het was heerlijk koel. Al snel lieten we die akkers achter ons en moesten we door het gras.  Nu weet iedereen hoe heerlijk nat gras van de dauw kan zijn en hoe nat je schoenen kunnen worden, als je ’s morgens over een bedauwd grasveld loopt. Welnu, hier is het gras ook bedauwd maar ook manshoog en het pad was minder dan mansbreed. En met manshoog bedoel ik ook echt manshoog: je moet minimaal twee meter meten om enige kans te maken er overheen te kunnen kijken. Kortom, binnen de kortste keren waren we kletsnat! Ach, het is hier warm en het droogt wel weer, maar iedere keer die lange slierten in je gezicht is toch niet fijn. Viel dit allemaal nog in de categorie kleine ongemakken, echt lastig werd het pas toen we de rivierbedding gingen volgen.  Van een pad was al lang geen sprake meer; alleen stonden hier en daar wat tekens, die meestal betekenden, dat we van steen tot steen stappend naar de overkant moesten. Dan weer moesten we ons over richels langs de kant verplaatsen, waarbij we handen en voeten nodig hadden. Af en toe leken we wel klimgeiten. Hoewel, die zouden er geen moeite mee hebben gehad, voor ons was het echter verschrikkelijk afzien. Na ruim twee uur kwam dan eindelijk de beloning: een armetierig straaltje water. Juist ook omdat de regentijd er nog maar nauwelijks opzit, had ik veel meer water verwacht. Verder zou volgens de ene reisgids de waterval 80 meter hoog moeten zijn, volgens de andere zelfs 100 meter, maar volgens mijn eigen inschatting nog geen 50 meter. Ieder zichzelf respecterend dal in de Alpen of in Noorwegen heeft een mooier exemplaar te bieden dan deze. Het enige wat wel lekker was, was het bad in het verfrissende water. Maar die verfrissing was maar van korte duur, want toen we na nog eens twee uur klauteren en lopen op ons tandvlees terugkeerden op ons vertrekpunt, waren we helemaal kapot en hadden we een paar uur en heel veel water nodig om weer bij de mensen te geraken. Omdat we de mooiste watervallen van de wereld inmiddels wel gezien hebben, moet ik toch maar eens afstand gaan nemen van deze fascinatie.

Soms zit het mee, soms zit het tegen. Wat echt mee zat, was de route van Kedougou naar Bamako. Pas in een heel laat stadium werden we bewust gemaakt van het feit, dat er een prima directe route lag. Eigenlijk zoiets als Columbus, die Amerika ontdekt heeft. Dat land lag er al lang en wachtte gewoon op iemand als Columbus. Zo ook in dit geval: die weg ligt er al een tijdje prachtig bij, alleen moesten wij het nog ontdekken. Maar we zijn in goed gezelschap, want op geen enkele beschikbare kaart noch in Google Maps komt die weg voor! En dat is best wel vreemd. Nu zal het op die weg nooit echt druk zijn, maar door het islamitische Oogstfeest was de weg helemaal voor ons alleen. Of datzelfde feest ook bijgedragen heeft aan de soepele grensovergang van Senegal naar Mali, zullen we nooit weten, maar soepeler kan gewoonweg niet. Heel even maar dreigde er een probleem, omdat de man van de douane er in verband met de feestdag niet was en het Carnet niet afgestempeld kon worden. Gelukkig liet de politieagent zich gemakkelijk overhalen om hetzelfde stempel, dat hij in onze paspoorten had gezet, ook op ons Carnet te zetten. Mali in ging ook uitermate soepel. En wat ons nog het meest bevreemdde was, dat we nergens iets hoefden te betalen, zelfs geen visumkosten. De douanepost van Mali ligt 20 kilometer voorbij de grens. Om die te vinden hadden we de hulp van een lifter ingeroepen. Quasi ontstemd, dat hij op deze feestdag moest werken, werd ons door de douanebeambte toch een stoel in de schaduw aangeboden en kregen we onze carnets (MAN en Honda) keurig afgestempeld terug. Waar we rekening hielden met vier tot vijf dagen, hebben we in twee dagen tijd onze Road to Mali afgelegd.  De komende dagen zullen in het teken staan van het verkrijgen van visa voor Burkina Fasso en Ghana. Zodra we die hebben vervolgen we onze reis. De tickets voor ons Kerstreces zijn inmiddels geboekt: op 15 december a.s. zullen we weer voet op Nederlandse bodem zetten. Maar eerst volgen nog verslagen uit voornoemde landen.

 

O ja, ik zou het ook nog over de warmte hebben. Laten we het maar kort houden: ”Breek me de bek niet open!” Het beste advies dat we van Hugo hebben gekregen en dus ook de beste investering in ons Mannetje is geworden, is de grote ingebouwde ventilator boven ons bed. Die zorgt er in ieder geval voor, dat we ’s nachts fatsoenlijk kunnen slapen.

7 Responses to “The Road To Mali”

  1. wim en hanny berkelder schreef:

    The hot road to Mali. Verwacht was “the long road to Mali”. Zo zie je maar weer. Het komt altijd anders. Dat dacht ik ook toen ik je gemopper zag over de waterval. Come on, mopperen over een waterval in de Sahel. Over de terrasjes aan de noordpool. Etc , je snapt de boodschap. Toch maar eens even de Bosch Atlas erbij gehaald. Ik denk 50 jr oud maar nog zeer nuttig. En daar zag ik dat de Sahel toen er een aardig stukje boven zat. Maar dat is ondertussen naar beneden gekomen. Weet ik uit de verhalen van Jan in Burkina Fasso. En ik had over alle riviertjes uit de tropen waar ik soms kom het beeld van een droge, stenige bedding af en toe met een flashflood erdoor. Interressant,kennelijk is dat hier dus niet zo. Ik ben erg benieuwd naar de foto’s.

    En dat die spanjaarden( blijf ze spanjaarden noemen anders moeten wij gaan uitzoeken of Alva een Catalaan was) een knulletje hebben opgepikt, daar zaten jullie toch ook niet ver van af? Hij sliep toch al tussen jullie in? Misschien is het toch goed dat ik even vraag of de logeerkamer bij de laatste verbouwing ook een beurt heeft gehad.Geeft wat meer privacy.

    Hou jullie haaks en tot December.

    Gr Wim

  2. Han Hagen schreef:

    Beste Gerard en Wil,

    Jullie duiken nu wel het continent in hè. Geen koele winden meer uit zee. Met Google Earth probeer ik het een beetje te volgen. Zelfs The Sleeping Camel is terug te vinden.

    Mooie reisverhalen weer.

    Vr. gr.

    Han

  3. dick en jacq schreef:

    ahum, ik heb ook zo’n watervallen fetish maar Jacq en Fleur hebben me kunnen overtuigen dat het niet altijd de moeite waard is.
    ben nog bezig met je contact voor angola via een klant bij buza die in congo opereerd als antropologe.
    groet dick , jacq en fleur

  4. Henk en Saskia schreef:

    Hallo avonturiers,

    Eindelijk van ons een reactie; wat een belevenissen allemaal. Zelfs om e.e.a. te lezen
    moet je ff de tijd nemen! Gelukkig gaat het goed met jullie ondanks hitte, nare insecten en hachelijke ondernemingen etc. Saai is het in ieder geval niet.
    En hier hebben we inmiddels ook 100% luchtvochtingheid, alleen wat kouder:(
    Dus…geniet er nog even van!

    Grtjs Henk & Sas X

  5. Tim Hovenier schreef:

    Hoi Hoi

    Bedankt weer voor je uitgebreide verslag, bij mij is het een “zondagsklus”geworden om je verhalen door te lezen , zolang zijn ze of door mijn medische beperking telang om ze soor de weeks te lezen LOL
    Ik ga aankomende maandag weer een midweekje naar Ameland dus uitwaaien in de koude wind van Holland
    Suc6 en veel plezier de aankomende 6 weken voordat jullie weer naar Winterwijk komen
    liefs Tim

  6. Mariska en Jan schreef:

    Sorry voor de tegenvallende waterval. Hoe klein hij ook was, wij vonden het enige groene stukje in dat sahellandschap geweldig. Maar misschien het belangrijkste daar: heb je de chimpansees nog gezien? Wij werden er ’s morgens om 7 uur door gewekt.

    Groetjes,

    Mariska en Jan

Laat een reactie achter