You are here: Home > Angola > Yes! We did it, Africa overland!

Yes! We did it, Africa overland!

Het begon allemaal in 2009 met de uitnodiging om deel te nemen aan een rally van Londen naar Kaapstad in 28 dagen. Het zaadje, dat een levenlang reeds aanwezig was, om over land naar Zuid-Afrika te reizen, begon toen alsnog te ontkiemen. Hoewel het een heftige rit zou worden, besloten we ons toch in te schrijven. In de voorbereiding werden de eisen die aan auto en bemanning werden gesteld, steeds zwaarder, zodanig zelfs, dat we besloten om er van af te zien en het op eigen houtje te gaan doen. Uiteindelijk ging de hele rally niet door, omdat de organisatie de formaliteiten niet rond kon krijgen en de risico’s te groot werden geacht.

Aanvankelijk dachten we de tocht met een Toyota Landcruiser te gaan maken, zo eentje met een tent op het dak. We hadden ons al goed laten voorlichten door het 4WD centrum in Nunspeet, maar omdat we toch wel erg veel prijsstellen op een beetje comfort kwamen we via onze Fiat Ducato uiteindelijk bij ons Mannetje uit, voorzien van alle echt belangrijke zaken, zoals een eigen toilet/douche en een fatsoenlijk bed. Hoewel we vanwege de politieke situatie in met name Syrië nog overwogen hebben om de auto te verschepen naar Zuid-Afrika hebben we uiteindelijk de stoute schoenen aangetrokken en besloten om de reis via West Afrika te maken. En nu, ongeveer negen reismaanden later, zijn we in Windhoek, het (voorlopige) eindpunt van deze reis. Zoals de plannen er uitzien, gaan we in ieder geval de komende twee winters Windhoek als uitvalsbasis gebruiken voor onze verdere verkenning van Zuid en Oost Afrika.

Bij een bedrijf als Expeditievoertuigen.nl in Eibergen is de kans natuurlijk groot, dat je gelijkgestemde geesten tegenkomt. Zo maakten wij in augustus 2011, toen door Hugo de laatste hand aan ons Mannetje werd gelegd, voor het eerst kennis met William van Gool. Hij had ook het plan om samen met zijn vrouw Agnes en zoon Pim per auto naar Afrika te vertrekken. We spraken af om elkaar “ergens in Afrika” te treffen en samen een glas wijn te drinken. Omdat zowel hun plannen als de onze onderweg nogal eens veranderden, zag het er lange tijd naar uit, dat zo’n ontmoeting niet zou plaatsvinden. Maar zie, een laatste wijziging in hun schema, zorgde op de valreep toch nog voor een rendez-vous.

William, Agnes en Pim voor hun Mannetje

Vlak voor hun vertrek naar Afrika, tijdens ons eerste zomerreces in 2012, hadden we in Cuijk al nader kennisgemaakt. In plaats van naar Zuid-Afrika te rijden, hadden ze inmiddels besloten om de auto te verschepen naar Durban om van daaruit te beginnen aan een rondreis door het oosten en zuiden van Afrika. Die reis zit er nu na cica 10 maanden bijna op. Agnes en Pim vliegen een dezer dagen terug en William heeft het stoute plan opgevat om alleen met  zijn 16 tonner naar Nederland terug te rijden. Omdat Agnes en Pim vanaf Luanda, de hoofdstad van Angola terugvliegen en wij bezig waren langs de kust af te zakken naar het zuiden, was een afspraak snel gemaakt en zo vond in het Paasweekend het rendez-vous plaats aan het strand in Lobito, zo’n 300 kilometer ten zuiden van Luanda. Nu is Lobito geen Scheveningen of Zandvoort, maar er zijn veel restaurants en bars en het is er, vooral in het weekend, gezellig druk. Iets minder was, dat ze allemaal vinden, dat hun muziek door iedereen gehoord moet worden. En bruiloftfeestjes kunnen hier zomaar tot vier uur ’s nachts voortduren, zo hebben wij aan den lijve ondervonden. Wij stonden vlak naast een restaurant, waar we gebruik mochten maken van hun water- en electriciteitsvoorziening. Dat laatste hadden we nog niet echt nodig, maar het is altijd goed om je accu’s weer eens flink op te laden. Als tegenprestatie hebben wij in het restaurant een paar keer wat gegeten en gedronken. Behalve veel gezelligheid en uitwisseling van informatie, bracht deze ontmoeting vooral ons ook op een ander terrein veel goeds. William komt uit de autowereld en heeft niet alleen veel know how van auto’s maar weet ook heel goed hoe hij mankementen kan verhelpen. Niet voor niets heeft hij zijn auto voor een belangrijk deel zelf opgebouwd. Zo doet sinds onze ontmoeting de verlichting het weer. Het bleek dat het contactslot, dat ook al voor startproblemen had gezorgd, hier eveneens de boosdoener was. Verder hebben we veel waardevolle adviezen gekregen voor de toekomstige grote onderhoudsbeurt, waar ons Mannetje hard aan toe is. De luxe van een wasmachine aan boord kennen wij niet, dus toen deze “service” Wil aangeboden werd, maakte ze daar dan ook zeer gretig en dankbaar gebruik van.

Angola heeft ons in meerdere opzichten aangenaam verrast. Meteen al als we de grens overgaan met de DRC en Angola binnenrijden zie je het verschil. Keurige gebouwen waar de instanties in gehuisvest zijn. Allemaal heel ruim aangelegd met mooie, geasfalteerde parkeerplaatsen. De mensen zijn ook anders, zelfbewuster, trotser. Er wordt alleen maar teruggezwaaid als wij groeten, maar daarentegen wordt er ook niet gebedeld.

Het wegennet is een verhaal apart. Het eerste wat opvalt, als je door dit land reist: prachtige geasfalteerde wegen. En als ze nog onverhard zijn, dan wordt er hard gewerkt door duizenden Chinezen om ze niet al te lang meer onverhard te laten zijn. Hier spelen de Chinezen zeker niet alleen de rol van opzichter: vrijwel al het werk wordt door ze gedaan. Misschien een bron van toekomstige onvrede of arbeidsonrust. Ook het wagenpark dat je hier ziet rijden is anders. In de meeste landen waar we doorheen zijn gereden, zie je slechts een enkele mooie auto te midden van allemaal oude barrels, die al een lang leven achter de rug hebben in Europa. Niet echter in Angola. De 4WD’s zijn hier ongekend populair en veelal van een recent bouwjaar. Toyota doet hier goede zaken, zoveel is wel duidelijk. Er schijnt ook een wet van kracht te zijn, dat auto’s ouder dan drie jaar, niet geïmporteerd mogen worden. Het betekent natuurlijk niet, dat iedereen het hier goed heeft. Integendeel, het verschil tussen arm en rijk is schrijnend. Dat zie je bijvoorbeeld goed als je de hoofdstad Luanda binnenrijdt. Zoals overal in de wereld heeft een grote stad veel aantrekkingskracht op kansarme mensen. Bovendien zijn tijdens de 30-jarige burgeroorlog, waar eerst in 2002 een einde aan kwam, veel mensen ontheemd geraakt. Ook die hebben hun heil in de grote steden gezocht. Hoeveel mensen in Luanda wonen is onduidelijk, maar er zijn schattingen die op acht miljoen uitkomen. Veel van die mensen wonen in krotten, in huisjes van golfplaten of karton te midden van hun eigen viezigheid.  Dat is ook de eerste indruk als je de

Leven op een vuilnisbelt

buitenwijken van Luanda binnenrijdt: één grote vuilnisbelt waarop mensen leven. Als we al vrij dicht

Prachtige boulevard

bij ons doel zijn, de ultramoderne jachthaven van Luanda waar overlanders gratis mogen verblijven, moet ik nog steeds grote gaten in het wegdek zien te vermijden. En dan ineens draaien we de boulevard op en kom je zo van de ene in de andere wereld; treffender kan het verschil tussen arm en rijk niet gevisualiseerd worden. Een onwaarschijnlijk brede boulevard met aan de landkant indrukwekkende, gerestaureerde gebouwen en aan de zeekant een fraai aangelegde wandelpromenade, omzoomd met palmen en gelardeerd met het mooiste straatmeubilair wat je maar kunt bedenken. Verder zie je hoge wolkenkrabbers oprijzen, terwijl

Ultra moderne jachthaven met skyline van Luanda

er nog meerdere in aanbouw zijn. Hoe ze het doen, doen ze het, maar de internationale investeerders hebben kennelijk veel vertrouwen in de toekomst van Angola. Wat een verschil met bijvoorbeeld Matadi in de DRC. Hoewel een belangrijke havenstad, was het niet meer dan een uit zijn krachten gegroeid Afrikaans dorp, waar iedere stadse allure ontbrak. Toch vreemd, dat als beleggingsadviseurs het hebben over opkomende economieën bij mijn weten nooit Angola wordt genoemd, terwijl dat land jaarlijks ook dubbele groeicijfers laat noteren.

Als je door het zeer afwisselende en boeiende landschap rijdt, zie je eveneens grote verschillen met het deel van het Afrika, dat we deze reis gezien hebben. Voor het eerst zien we landbouw op grote schaal, waarbij landbouwmachines ingezet worden. Niet die kleine postzegeltjes die elders bebouwd worden hoofdzakelijk voor eigen gebruik, maar produceren met het doel te kunnen verkopen. Of om al die monden te voeden in de grote steden.

De snelle groei van de economie maakt ook dat sommige mensen heel snel rijk worden en die willen dat dan ook laten weten. Dat vertaalt zich ondermeer in absurde prijzen voor sommige diensten, zoals bijvoorbeeld een hotel in Luanda. Een standaard tweepersoonskamer in een vijfsterren hotel komt al snel op 500 euro voor een nacht. Zo’n hotel hebben we bezocht vanwege zijn wireless internet in een airconditioned omgeving. Nu mijn PC kapot is, moet ik het met de kleine netbook doen, die ik gelukkig ook bij me had. Voor 8 euro mag ik een week onbeperkt gebruikmaken van hun netwerk. Niet duur, zeker niet als je het met de prijs van een Colaatje vergelijkt (€ 4), maar als je er maar twee uur bent en een week is de minimum afname, dan wordt het toch weer een ander verhaal.

In de bar van de jachthaven dronken we een flesje bier voor hele normale prijzen, terwijl in het aanpalende restaurant, dat zo te zien tot dezelfde organisatie behoorde, het drievoudige berekend werd. De simpelste plate service maaltijd kostte daar al meer dan 20 euro, terwijl de prijs voor een fles wijn astronomische hoogtes begon aan te nemen. Van andere reizigers hadden we gehoord, dat je supermarkten beter links kon laten liggen vanwege diezelfde belachelijk hoge prijzen. Die ervaring kunnen we slechts ten dele onderschrijven. Wij hebben in Lobito uitgebreid inkopen gedaan bij een grote supermarktketen, ShopRite genaamd, die we ook in Accra al bezocht hadden. In geen tijden waren we zo weinig kwijt voor frisdrank, bier en vlees. Vreemd genoeg was fruit wel erg duur, bijvoorbeeld vier appels voor 10 euro. Ook onderweg, als we wat bananen proberen te scoren, haken we af vanwege de in onze ogen absurde prijs.

Wat je hier bijna voor je plezier doet? Tanken! Voor 32 eurocent koop je een liter diesel. Dat doe je dan tevens bij gloednieuwe benzinestations, die zeker niet zouden misstaan langs onze autosnelwegen. Zes pompen is nagenoeg standaard en natuurlijk allemaal bemand. Vooral buiten de grote steden lijkt het soms overdone, maar ze zijn in ieder geval klaar voor de toekomst.

De enige andere bezoekers: koeien!

Van Agnes en William hadden we coördinaten gekregen voor een rustig plekje op het strand. Daar zijn we vanuit Lobito naar toe gereden. Het was er inderdaad zeer rustig; de enige andere bezoekers op het strand waren wat koeien. Voor het eerst deze reis moesten we al vroeg aan het eind van de middag ons heil binnen zoeken. Als de zon ondergaat, daalt de temperatuur namelijk behoorlijk. Dat wordt veroorzaakt door de koude golfstroom die hier langs de kust stroomt. Het water nodigt om die reden niet echt uit om een duik te nemen.

Veel sightseeing hebben we ook in Angola niet gedaan, maar de Leba pas en de Tundavala kloof lagen op de route, dus die hebben we wel meegenomen. Komende van de kust voert de weg door een laagvlakte naar Lubango. Geleidelijk gaat de weg omhoog, maar de laatste 1.000 meter hoogteverschil wordt overbrugd door de Leba pas, via een fraai aangelegde weg. Het laatste stuk doet een (heel klein) beetje denken aan de Stelvio, met hele korte haarspeldbochten. De Tundavala kloof ligt iets ten noorden van Lubango. Eigenlijk sta je op de rand van de hoogvlakte en ziet 1.000 meter onder je de laagvlakte liggen, die je net verlaten hebt. We waren daar op een doordeweekse dag en verwachtten eigenlijk het rijk voor ons alleen te hebben. Wie schetst dan ook onze verbazing, dat het er een drukte van jewelste was, toen we daar om circa drie uur in de middag aankwamen. Hele groepen kinderen, maar ook volwassenen. Eerst later, toen we met een jongeman in gesprek kwamen, die graag Engels wilde spreken, hoorden we dat de 4eApril een nationale feestdag is. Waren we aanvankelijk wat teleurgesteld om in zo’n drukte terecht te komen, het kreeg al snel een positieve wending. Terwijl wij nog van het uitzicht aan het genieten waren, hoorden we gezang, dat steeds dichterbij kwam. Tussen de rotsen vandaan kwam een lange rij vrouwen tevoorschijn. De meesten droegen koelboxen en kennelijk hadden ze met z’n allen gepicknickt. Heel rustig kwamen zij al zingend aangewiegd. Het klonk zeer harmonieus en er ging iets heel positiefs van hen uit. Op de parkeerplaats aangekomen, werd de bagage, die ze droegen, op de grond gelegd en ging de voorstelling nog een hele tijd door.

Ik wil wel op de foto!

Ook een groot verschil met andere landen is, dat in Angola mensen ons zelfs vragen om op de foto gezet te worden, daar waar in de meeste landen nogal spastisch gedaan wordt als je een fototoestel op ze richt. Ook deze vrouwen hadden er geen enkel bezwaar tegen, dat ze uitgebreid gefotografeerd werden. Het plekje waar we wilden overnachten, was aanvankelijk ook niet exclusief voor ons, maar toen de avond viel vertrokken alle dagjesmensen en kregen we het rijk alleen. Na nog even van een mooie zonsondergang te hebben genoten, moesten we snel naar binnen, want de temperatuur zakte vanwege de grote hoogte dramatisch. Ik denk dat we op deze plek de laagste temperatuur van deze reis gemeten hebben: 18 graden Celsius. Brrrr….

Hiermee is het verhaal van Angola wat ons betreft wel zo’n beetje verteld. Vanuit Lubango zijn we in twee dagen naar Namibië gereden. We sluiten niet uit, dat we later nog een keer vanuit Namibië een bezoek aan Angola gaan brengen, omdat deze eerste kenninsmaking naar meer smaakte.

 

Op het moment dat wij Namibië binnenreden bekroop ons voor het eerst het “yes-we-did-it” gevoel. Hoewel Windhoek nog zo’n 750 kilometer te gaan was hadden we toch iets van: “Nu kan ons niets meer gebeuren”. Wij hebben dit land al eens eerder bereisd en weten, dat het totaal niet te vergelijken is met de landen van West en Centraal Afrika. Eigenlijk is het net als Zuid-Afrika veel Europeeser, alleen wonen er toevallig veel zwarte mensen. Het is goed georganiseerd en de infrastructuur is ook prima. De stempel, die Zuid-Afrika er met zijn Apartheidsbeleid jarenlang op gedrukt heeft is nog steeds merkbaar.

Op de route naar Windhoek ligt het Etosha National Park, het grootste en beroemdste park van Namibië. Het is in totaal meer dan 20.000 vierkante kilometer groot en het staat bekend als een van beste parken in de wereld om wilde dieren te bekijken in hun natuurlijke omgeving. Omdat we nog ruim in onze planning zaten hebben we hier nog drie dagen onder een strakblauwe hemel doorgebracht met het spotten van dieren. Van alles hebben we gezien waaronder natuurlijk giraffes, zebra’s, wildebeesten, waterbokken, leeuwen en neushoorns, maar de meeste indruk heeft toch een ontmoeting met een kudde olifanten gemaakt. Als Wil er aan terugdenkt, krijgt ze het opnieuw benauwd. We waren nog maar nauwelijks begonnen aan onze tocht door het park of zo’n 70 tot 80 olifanten kruisten vlak voor ons de weg. Dat is puur mazzel als je de afmetingen van zo’n park in ogenschouw neemt. Ze waren op weg naar een van de waterpoelen, wat ook het eerste doel om te bezoeken van ons was. Namibië is een heel droog land met een zeer geringe jaarlijkse regenval. Het is het droogste land in Afrika ten zuiden van de Sahara. In deze tijd van het jaar is er enige kans op een regenbui, maar verder in het jaar nagenoeg nihil. Sinds het noorden van Angola, toch alweer drie weken geleden, hebben wij geen regen meer gehad. Nu de natuurlijke bronnen steeds verder opdrogen, zijn de dieren aangewezen op de door mensen aangelegde waterpoelen. Je weet uit eerdere ervaringen, dat olifanten auto’s in principe niet als een bedreiging zien. Toch ontkom je er niet aan om af en toe een zekere spanning te voelen, vooral op momenten, dat een groot exemplaar uit de kudde stopt, een paar passen richting de auto doet, om vervolgens vast te stellen dat je inderdaad geen bedreiging vormt. Zo rijden we stapvoets, gelijk opgaand met de kudde naar de poel. Dan is het feest: voor de olifanten om zich te laven aan het water, voor ons omdat we nu mooie plaatjes kunnen schieten. Als de meesten voldoende hebben gedronken, wordt er gestoeid, maar soms ook ruzie gemaakt. De baas van het stel treedt dan even corrigerend op. Dan breekt het moment aan, waarop Wil het zo benauwd kreeg. Een hele groep zonderde zich af van de rest en kwam onze kant opgekuierd. Voordat we het wisten, waren we helemaal omringd door olifanten. Omdat ze vooral met hun slurf op onderzoek uitgaan, wordt het zaak om snel de ramen te sluiten. Heb je het al warm in de brandende zon, nu wordt het echt zweten; dus als het angstzweet is valt het niet op. Op het moment dat zo’n kolos naast je staat, besef je maar al te goed, dat de theorie moet blijven kloppen, want als hij echt kwaad wil, dan blijft er van ons Mannetje (en van ons) niet veel over. Maar gelukkig blijft het bij wat gesnuffel, waarbij voor zover ik na kon gaan, de auto niet eens is aangeraakt. Terwijl de olifanten de hele poel en zijn directe omgeving in beslag nemen, komen ondertussen ook andere dieren zoals antilopen, zebra’s en giraffen aangewandeld, maar zo lang als de olifanten bezig zijn, wagen zij zich niet dichterbij. Voor hen zit er niets anders op, dan op veilige afstand te wachten totdat de kudde zich weer in beweging zet. Dat moment hebben wij maar niet afgewacht, we wilden immers nog meer zien. En olifanten haasten zich zelden. Deze hernieuwde kennismaking met Namibië en het Etosha National Park in het bijzonder, hebben gemaakt, dat wij nu alweer uitzien naar het najaar, om dan op ons gemak, dit deel van Afrika verder te bereizen.

Een week voor ons vertrek naar Nederland, zijn we in Windhoek aangekomen. Achteraf gezien hadden we nog best wat anders kunnen ondernemen, want de belangrijkste zaken die we moesten regelen, zijn al binnen een dag gedaan. Via William zijn we in contact gekomen met Bart van Hal, een monteur uit Nederland, die zich nog maar pas hier gevestigd heeft. De kennismaking heeft inmiddels plaatsgevonden en is van beide kanten goed bevallen. Bart heeft al toegezegd, de klus om ons Mannetje weer op te frissen, op zich te willen nemen. Een plek om onze auto voor vijf maanden te stallen, was ook zo; meerdere zelfs. Het wordt nu alleen nog een kwestie van welke het verst wil gaan om Bart in de gelegenheid te stellen ter plekke aan onze auto te sleutelen. We denken hem al gevonden te hebben, maar we moeten alleen de partijen nog bij elkaar brengen. We zijn er echter van overtuigd, dat dat in de komende dagen gaat lukken.

Deze overwintering zit er weer op. Als we de berichten uit Nederland mogen geloven, en waarom zouden we dat niet doen, dan was dit een winter bij uitstek om in warmere oorden door te brengen. Nu maar hopen, dat de zomer ook zijn naam eer aan doet. Vrijdag de 19e hopen we weer thuis te zijn. Dus wie weet: tot spoedig ziens!

 

 

 

 

 

 

11 Responses to “Yes! We did it, Africa overland!”

  1. Ben de Graaf schreef:

    Ademloos gelezen. Welkom thuis de 19e.

  2. Han Hagen schreef:

    Beste Gerard en Wil,

    Die 18 graden sprong er wel uit, dat moet afzien geweest zijn. Wij maakten ook 18 graden mee, maar dan aan de andere kant van de nul. Maar a.s. zondag als wij ons strandhuisje weer gaan stellen schijnt het 20 graden + te worden. Daar kijken we dus naar uit.
    Zo ook kijken we uit naar onze rit in mei waar we zeker nog mooie verhalen zullen horen.

    Vr. gr.

    Han

  3. Rinus Sinke schreef:

    Beste Gerard en Wil,
    Geweldige prestatie van jullie om zo’n groot deel van Afrika te bedwingen. Ik heb met plezier en verbazing jullie belevenissen gelezen en dat was zeker de moeite waard. Nu maar weer een beetje uitrusten in Nederland.
    Groeten
    Rinus Sinke

  4. Annie Huijskes schreef:

    Hallo wil en Gerard

    iknkan alleen m maar zeggen YES YOU DID. IT
    Heel knap van jullie
    Nu maar weer even lekker in Winterswijk en alle feestelijkheden meemaken met hopelijk veel zon ☀☀☀☀☀☀
    Welkom thuis
    Harry en annie

  5. Saskia schreef:

    Hi Bikkels,

    Prachtige foto´s met dito verhaal!! Geniet er nog even lekker van daar en we wensen jullie ook een goeie terugreis!

    groetjes Henk en Sas

  6. dick schreef:

    Wat die Olifanten betreft; Had je Rollo’s bij je?
    Groet Dick

  7. First Lady schreef:

    Yes you did it en dan ……………….is het heerlijk afkicken.
    Geniet er maar van. En ik heb wederom genoten van jullie pracht verhalen en foto’s. For the time being “bon voyage”en neem a.u.b. wat zon mee.
    Greetz from dark clouded and rainy Diemen.
    FSTLDY

  8. Tim Hovenier schreef:

    even een heel kort berichtje
    alhoewel sommigen kunnen het nog korter doen
    weer een mijlpaal bereikt , SUPER geniet nog de laatste 2 dgn
    en vrijdag WELKOM in NL
    en tot later in Winter(S)wijk ):

    grt Tim

  9. Helga en Wouter schreef:

    PROFICIAT! Wij hebben jullie regelmatig gevolgd en jullie zijn nu onze favoriete Nederlandse helden. Zoals sommige mensen in België zeggen: chapeau!

  10. Chantel en Ton schreef:

    Hoi,
    Vandaag voor de eerste keer op jullie website terecht gekomen. Geweldig en voor ons een stuk herkenning! Jammer dat we elkaar ergens hebben misgelopen. Wij reizen op dezelfde manier als jullie, alleen hebben we de ronde andersom gemaakt. Inmiddels ook voor een half jaartje terug in Nederland en als toetje gaan we vanaf 15 september nog even een rondje maken door Marokko, Mauritanie, Mali. Ivoorkust, Sierra Leone, Liberia, Guine, Senegal, Gambia en weer richting Holland. Zie onze website: http://www.dichtbijenverweg.nl . Nog veel reisplezier en we blijven jullie volgen.

    Gr. Chantel en Ton

Laat een reactie achter