You are here: Home > Congo > Congo perikelen

Congo perikelen

In ons vorige verslag zijn we geëindigd met de constatering, dat de belangrijkste hobbel, die we nog te nemen hadden, de passage van de beide Congo’s vormde. We kunnen nu best toegeven, dat we er vooraf behoorlijk tegenop zagen. Achteraf hoop je dan te kunnen constateren, dat het allemaal wel meeviel. Maar helaas, zo hebben we het niet ervaren: we vonden het heel zwaar, we hebben soms zelfs in de rats gezeten en hopen dat nooit meer mee te maken. 

Nu we die route achter ons hebben en uit eigen ervaring kunnen oordelen, zullen wij niet gauw adviseren, deze route te nemen om mogelijke problemen met het visum van de DRC te voorkomen of wachttijden en het uitgeven van veel dollars bij de ferry tussen Brazzaville en Kinshasha te vermijden. Hoewel we die route niet kennen, zullen wij adviseren dezelfde route te nemen als Oasis, die organisatie met die grote vrachtauto/bus. Zij reizen via Pointe Noire in Congo en de Angolese enclave Cabinda naar de DRC en nemen in Matadi gewoon de brug over de rivier de Congo. Uiteraard heb je dan wel een double entry visum voor Angola nodig, maar of dat veel moeilijker is dan het verkrijgen van een single entry visum, wagen we te betwijfelen. Oasis heeft er in ieder geval geen moeite mee. Wij waren zo gefocust op het überhaupt verkrijgen van het visum, dat we gewoon niet meer aan deze mogelijkheid gedacht hebben, hoewel die ons ook al eens in een vroeg stadium van onze reis geadviseerd was.

Maar laten we bij het begin beginnen, want zoals ieder goed(?!) verhaal, gaat ook dit reisverslag naar een climax, niet omdat we het zo verzonnen hebben, maar gewoon omdat de moeilijkheden zich in deze volgorde aandienden. 

Gabon uit leverde weinig problemen op. Een mooie asfaltweg leidde naar de grens. De enige dissonant was het verlies van een tankdop. Terwijl ik na het tanken nog af stond te rekenen, had een overijverige toekijker de dop er op gedraaid; niet goed zo bleek later. Eerst aan het eind van de middag, kwamen we er pas achter, dat de dop ontbrak. De volgende tankbeurt leerde ons, dat we minstens 40 liter diesel waren kwijtgeraakt. Tel uit je winst. Een passende dop vind je hier niet één, twee, drie. Gelukkig hebben we nog een extra tank en de dop daarvan zit nu op de hoofdtank. De reservetank hebben we provisorisch afgesloten, maar we kunnen niet voorkomen, dat die ook nog steeds lekt.

Diepe kuilen: wat zit er onder water?

 

Tijdens hun bezoek aan Winterswijk in december 2011 (waar blijft de tijd?), hadden Gerard en Marloes van Rondje Afrika al gezegd, dat het eerste stuk in Congo heel slecht was. Ook van Iris en Wolfram, hadden we nog niet zo lang geleden gehoord, dat ze, komende van de andere kant, vlak voor de grens zelfs vast hadden gezeten. Een toevallig aanwezige vrachtauto had ze er uit getrokken. Inderdaad vertoonde de weg diepe gaten, die vol water stonden, maar daar heeft ons Mannetje weinig problemen mee. Dan helpt de grote bodemvrijheid en de kracht van zo’n auto. Het vervelendste van zo’n weg is eigenlijk, dat je staande voor zo’n grote kuil vol water nooit weet, wat er onder water is. Hoe diep is het eigenlijk? Liggen er geen scherpe dingen in? Hoe loopt het spoor? Maar per saldo viel het ons niet tegen, omdat de ondergrond stevig bleek te zijn. Wel moesten we toen dikwijls aan Gerard en Marloes denken, hoe zij zo’n weg ook gereden hebben met hun VW bus. Petje af. Veel verkeer was er niet op deze weg, alleen trucks met gedeelde opleggers, die dienen voor het vervoer van enorme boomstammen. Die ons tegemoet kwamen waren leeg en heel vaak blijkt de chauffeur een Japanner te zijn. Ze rijden keurig, gaan meteen uiterst rechts rijden als ze ons ontwaren en groeten vriendelijk. Het landschap wordt steeds opener en met ronde, bijna gelijkvormige  heuvels. Het deed ons even denken aan dat Filipijnse eiland Bohol waar dit een toeristische bezienswaardigheid is. Zo rijden we in twee dagen naar Dolisie, waar we de missiepost opzoeken voor de nacht. Als we daar aankomen, zijn we getuige van een begrafenis. Aanvankelijk denken we dat het een blijde gebeurtenis is, een huwelijk of zo, zo wordt er gezongen en geheupwiegd door de dames, die ook nog allemaal op dezelfde wijze gekleed zijn. Maar als we midden in de meute een lijkkist ontwaren, moeten we toch aannemen, dat het hier om een begrafenis gaat. Hoe dan ook, we krijgen een mooi plaatsje toegewezen, vlak naast een soort prieeltje, waar we kunnen schuilen als het ’s avonds weer begint te regenen. Ook konden we hier de watertank weer vullen.

 

Alsof ze op de snelweg rijden!

Dolisie ligt aan de belangrijke weg van Brazzaville, de hoofdstad van Congo en Pointe Noire, de belangrijkste havenstad. Nu zul je je vast, terwijl je dit leest, een voorstelling maken van zo’n weg, maar ik garandeer je, dat je heel ver naast de werkelijkheid zult zitten. Het is namelijk niet meer dan een stoffig pad. OK, onder leiding van Chinezen wordt hard gewerkt aan een fatsoenlijke weg, maar het is toch veelzeggend voor dit land, dat de voor de economie zo belangrijke verbinding anno 2012 nog steeds een pad is. Over deze weg, die je dus eigenlijk niet zo mag noemen, komen je grote vrachtauto’s tegemoet, meestal met een lege container, die rijden alsof ze op een snelweg zitten. Op het moment, dat ze je passeren, zie je nagenoeg niets meer, zoveel stof komt er achteraan. Je kunt op zo’n moment maar het beste even stapvoets gaan rijden, want vaak rijden ze in groepjes van drie of vier auto’s. Om gezien te worden, zet ik voor de zekerheid de schijnwerpers aan, die bovenop de imperiaal zijn gemonteerd. Als we ’s avonds onder de douche staan (wat een genot!) en we kijken omlaag, dan zien we aan de kleur van het water goed, wat we zo’n dag over ons heen hebben gekregen.

Soms gaat het dan ook mis!

 

Onderweg stuiten we op wat vrachtauto’s aan de kant van de weg. Even denk ik, dat ze daar gewoon geparkeerd zijn. Pas als ik er al naast rijd, zie ik, dat het een hele rij is. Het is duidelijk dat ze ergens op staan te wachten. Als we zo de rij enigszins asociaal gepasseerd zijn, zien we dat de weg geblokkeerd wordt door een geschaarde vrachtauto. In de ruimte, die nog overbleef, zit een andere vrachtauto vast. Het is ons niet duidelijk of hij betrokken was bij de aanrijding of dat hij tijdens een poging om er langs te komen, vast is komen te zitten. Ik kan nog net voor de voorste vrachtauto in de rij ons Mannetje parkeren en wachten op de dingen, die komen gaan. We blijken geluk te hebben. Nog geen vijf minuten later wordt de weg-blokkerende vrachtauto door een bulldozer aan de kant geschoven. Nog maar nauwelijks is de opening vrij, of een  vrachtauto uit de rij achter ons, begint luid toeterend te rijden. Ik denk als hij er door kan, kan ik het ook, dus meteen er achter aan. Je zou afkeurende geluiden verwachten, maar in plaats daarvan worden duimen opgestoken en “bonne voyage” geroepen. Dat was dus echt mazzel, want aan de rij wachtenden te oordelen, stonden die er al wel een aantal uren.

Zo bereiken we het plaatsje Mindouli, waar we de “hoofdweg” gaan verlaten en voor ons het “echte” werk gaat beginnen. Van Jan en Mariska (daar zijn ze weer) hadden we al begrepen, dat we de grensfromaliteiten in dit dorp moesten regelen, hoewel de grens nog minstens een uur rijden is. Dit was belangrijke informatie, want nu konden we al vragend van het ene kantoortje naar het andere rijden om onze noodzakelijke stempels te halen.

 

De kluiten modder vliegen je om de oren!

Vervolgens begonnen we aan het traject, dat ons bij wijze van spreken een paar extra grijze haren heeft opgeleverd en ons Mannetje ook niet in z’n metalen kleren is gaan zitten, zoals later zal blijken. De eerste hobbels, het doorwaden van een klein riviertje en het nemen van een smal bruggetje, bestaande uit wat iele boomstammetjes, vielen nog goed te doen, maar even verder moesten we een helling nemen, die ook nog behoorlijk modderig was. Daar moesten we voor het eerst deze reis alles uit de kast van ons Mannetje halen om boven te komen. Dat wil zeggen: lage gearing ingeschakeld en de sperren, die het doorslippen van de wielen voorkomen, er op. De meeste tijd ging het bergop en toch nog onverwachts stonden we opeens voor een slagboom. Onder een afdakje van bamboo zaten op bankjes van hetzelfde materiaal een paar mannen. Hoewel de begroeting nou niet bepaald hartelijk was, werd ons verzocht plaats te nemen op het andere bankje. Een van de mannen vroeg onze paspoorten en begon die uitgebreid te bestuderen. Ook begon hij met iemand te bellen. Ik was al helemaal verbaasd, dat hij hier nog dekking voor zijn telefoon had, maar ook bezorgd. Omdat wij na het verlaten van Mindouli niet meer gecontroleerd waren, dachten we, dat we met de laatste controle van Congo te maken hadden. Stel je voor, dat hij ontdekte, dat we iets vergeten waren en weer terug moesten. Maar eerst toen bleek ons, dat hij de andere Congo vertegenwoordigde en onze visa en dat van de DRC in het bijzonder, bestudeerd had. Hij pakte vervolgens een schoolschriftje en begon onze paspoorten over te schrijven. Nu hebben we al heel wat grenspassages meegemaakt, maar we blijven er ons over verbazen, hoeveel men iedere keer weer weet op te schrijven; hele opstellen lijken het wel. Een tip voor ouders: geef je kind zo weinig mogelijk voornamen, daar hebben ze als ze later veel gaan reizen heel veel gemak van. Wilhelmina Hiacyntha Gemma Maria, mag dan af en toe ook tot hilariteit leiden, het levert zeker ook vertraging op. Het past nooit in de daarvoor voorziene ruimte op een formulier. Na wat een eindeloze tijd leek, kwam uit het heuptasje van de man ook een stempel met stempelkussen en werden we officieel “ingeboekt”. Zo waren wij geruisloos de DRC binnengekomen, hetgeen een van de redenen was om voor deze route te kiezen. Men moest ook nog even kijken of we geen verstekelingen aan boord hadden. En passant vroegen ze of we wat te drinken hadden. Bij wijze van uitzondering hebben we ze een biertje gegeven. Omdat het inmiddels al ver na onze gebruikelijke lunchtijd was, hebben we daar ter plekke eerst geluncht. Toen bleek ook, waar het telefoontje voor gediend had: er kwam nog iemand opdagen, die onze vaccinatiebewijzen moest overschrijven. De weg die we te gaan hadden werd door hen beschreven als goed. Waarschijnlijk had geen van allen ooit een auto bestuurd, laat staan een auto van het formaat Mannetje. Wij vonden het in ieder geval verschrikkelijk. De weg is niet meer dan een geitenpad, dat nooit voor auto’s gedacht is.

“Daar gaat ie!” zo flitste het door ons heen!

Omdat de weg bovendien voortdurend op en af gaat, dient het bij regen ook als afwateringskanaal,

Dat scheelde maar weinig …..

waardoor hele diepe geulen ontstaan. Daar tussendoor moet je je weg zoeken, voortdurend bang, dat je in een gat schiet. En precies datgene gebeurde. Het linker achterwiel schoot plotsklaps in een gat. Op dat moment hadden wij, zo bleek later, allebei dezelfde gedachte: “Daar gaat ie, nu vallen we om”. Maar zie, hij bleef toch nog op vier wielen staan, heel scheef, dat wel, maar toch. Dat de torsiekrachten op zo’n moment gigantisch zijn, bleek ook wel uit de bevestiging van de soort harmonicaverbinding tussen cabine en opbouw. Die scheurde spontaan af. Op een dergelijke uitzwaai, was die duidelijk niet berekend. Geholpen door de zwaartekracht konden we eerst weer een stukje achteruit om vervolgens een nieuwe poging te wagen. Met samengeknepen billen, rijd je dan echt op het randje om die moeilijke plek voorbij te komen. Gelukkig ging het deze keer wel goed. De rest van die eerste dag gingen we zo met een gemiddelde snelheid van 5 km per uur verder. Doodmoe lagen we al om 20.00 uur in bed.

 

Als het echt erg wordt vergeten we foto’s te maken ….

Met de moed der wanhoop gingen we de volgende dag weer op pad. Het klinkt misschien dramatisch, maar zo hebben we het wel ervaren. Alleen het feit, dat anderen ons voor zijn gegaan en terug ook geen optie was, deed ons voortgaan. En dan blijkt het toch nog weer erger te kunnen, dan we tot dan hadden meegemaakt. Door het gebladerte leek een muur voor ons op te rijzen. Eerst kun je niet geloven, dat dat het pad was, maar het blijkt toch maar al te waar. En alweer, anderen zijn ons voorgegaan, er is geen andere weg, dus het moet kunnen. Bij de eerste poging stranden we al snel en lopen vast in een geul. Hoewel de ondergrond hard is, toch maar de sperren ingeschakeld om er zeker van te zijn, dat alle wielen die contact hebben met de grond meedoen en dan in de 1e versnelling plankgas omhoog. En waarempel, we halen het! Ik kan me niet herinneren ooit eerder zoiets meegemaakt te hebben. Zelfs niet toen we in Syrie tijdens de rally voor old-timers de “Trial to the Nile” een bergklim moesten doen met onze Austin Healey uit 1955; we konden plankgas net van de ene haarspeldbocht naar de andere komen. Maar hadden we het toen niet gehaald, dan waren we gewoon omgekeerd en hadden we een andere route genomen. Maar hier? Keren? Een andere route?  Geen optie! Je staat met de rug tegen de muur, het mag niet mislukken. Dat maakt het meer dan spannend.

Op iedere heuveltop  lijken wel mensen te wonen. Als ze ons aan horen komen, loopt de hele negorij uit om te zien wie die onverwachte gast is. Als ze ons ontwaren, worden er spontaan armen in de lucht gestoken en wordt er breeduit gelachen; zeker toen we nog niet zo ver de DRC in waren. Als we een school passeren, die net uitgaat, staan de leerlingen links en rechts van het pad, op die manier een soort erehaag vormend. Alsof we helden zijn, maar zo voelen wij onszelf allerminst; eerder een stelletje dwazen. Maar het deed ons wel goed. Helaas werd er hoe dichter we bij Luozi kwamen en dus in de bewoonde wereld, gebedeld. Vooral kleine kinderen begonnen dan schreeuwend om geld te vragen. Maar  ook volwassenen. Hoewel ze er zeker niet ondervoed uitzien, wrijven ze allemaal over hun buik en vragen om eten. Of om geld om eten te kopen. Wat die mensen eigenlijk van ons denken, is ons een raadsel. Staat voor hen een blanke in een auto gelijk aan het gratis uitdelen van eten? Het lijkt er verdomd veel op. Misschien omdat we steeds meer vertrouwen in de capaciteiten van ons Mannetje begonnen te krijgen, ging onze gemiddelde snelheid iets omhoog, waardoor we die dag wel 90 echte kilometers aflegden in een werkdag van 9 uur. Onnodig te zeggen, dat we weer redelijk uitgeput vroeg ons bed opzochten.

 

Glibberend en glijdend naar beneden ….

’s Avonds schreef ik nog in mijn dagboek, dat ik me kon voorstellen, dat het nog erger kan; namelijk als er diepe afgronden zouden zijn of als het geregend heeft. Ik wist niet, dat mijn vrees zo snel bewaarheid zou worden. Afgronden komen er niet van het ene op het andere moment, maar regen wel. We kregen ’s avonds een beste onweersbui maar ook daarna bleef het de hele nacht regenen. Niettemin de volgende ochtend op tijd vertrokken voor de laatste 30 kilometer naar Luozi en de ferry, die ons over de rivier de Congo moest brengen. Op de eerste beste afdaling gaat het al mis. Nog maar nauwelijks begint de zwaartekracht op ons Mannetje te werken of de massa gaat zijn eigen leven leiden. Gelukkig voor ons glijden we in een diep spoor, waardoor we in ieder geval op de weg blijven en niet hulpeloos ergens aan de kant vast komen te zitten. Met kloppend hart in de keel, glibberen we zo naar beneden om, als we dat tot een goed einde hebben gebracht, meteen te besluiten geen meter meer te rijden, maar eerst te wachten totdat de zon weer gaat schijnen om van die klei weer iets berijdbaars te bakken.

Totaal geen grip meer!

Het effect van die kleffe bovenlaag is ongeveer hetzelfde als wanneer je bij ons met regen door de mergelgroeve loopt: het blijft verschrikkelijk onder je schoenen plakken. Zoiets gebeurt ook met onze wielen. Er is geen profiel meer te bekennen, maar in plaats daarvan zit er een centimeters dikke laag klei omheen. Daar zit je dan in the middle of nowhere met je ziel onder je arm, geplaagd door agressieve muskieten. Het deed me denken aan een kaartspelletje, dat ik in vroeger tijden nog wel eens placht te spelen: “Pas, wacht op beter”. Zwikken, heette het geloof ik. In het begin van de middag brak eindelijk de zon weer door. We besloten om om drie uur weer te gaan rijden, zodat we normaliter voor het vallen van de avond in Luozi konden zijn. Het is lang geleden, dat ik zo nerveus ben geweest, voor iets wat stond te gebeuren. Geen trek in eten en een wee gevoel in de maag. Maar gelukkig bleek alras nadat we van start waren gegaan, dat de zon en de wind inmiddels hun werk hadden gedaan en dat de weg verder goed te berijden was. Ruim voor het vallen van de avond kwamen we opgelucht in Luozi aan. Dat we meteen bij binnenkomst tot tweemaal toe weer ons doopceel moesten lichten, deerde ons nauwelijks. Iets minder blij werden we, dat we daar ook nog eens US $ 10 per persoon voor moesten betalen. Helemaal maf, die jongens. Betaal je een fortuin voor je visum, moet je voor het overschrijven nog een keer betalen. Toen echter een paar jongens met stukken ijzer aan kwamen draven, die verdacht veel leken op delen van onze veerbladen, werd onze stemming meteen een stuk minder. Het bleek dat vier bladen uit hetzelfde pakket als de vorige keer gebroken waren, waaronder het onderste waar de schokdemper aan bevestigd is. Hoe het kan, dat ze uitgerekend hier in het dorp er onderuit vallen is me nog steeds een raadsel. Behulpzaam als ze zijn, werden we meteen naar een werkplaats geleid waar ze de klus wel konden klaren. Het was vrijdagavond maar we konden de volgende ochtend om 7.30 uur terecht. Kom daar in Nederland eens om. “Maandag ben je de eerste” was het dan geweest. Maar goed, op dat moment wisten we natuurlijk nog niet, dat ons nog meer tegenslag stond te wachten.

Roeien met de riemen die je hebt.

De vorige keer in Senegal, duurde het slechts een paar uur en toen zat het veerpakket er weer onder. Nu nam het de hele zaterdag in beslag, met name vanwege die bevestiging van de schokdemper. Eerst waren ze die helemaal vergeten en toen ze er wat laat achter kwamen, moest er veel geimproviseerd worden, om alsnog iets op maat te maken. Maar het ergste kwam nog. Denk je dat ze eindelijk klaar zijn volgt meteen de domper: aan de andere kant waren ook twee veerbladen gebroken! Dat werd eerst nu ontdekt. Het huilen stond ons toen werkelijk nader dan het lachen. Uiteraard is het altijd nog beter om het laat te constateren dan te laat, maar we baalden wel als een stekker, te meer daar we de hele dag als een soort buitenaardse wezens aangegaapt waren, door een hele groep kinderen. Soms werden ze zelfs zo opdringerig, dat het heel irritant werd. Het vooruitzicht om dat nog een dag mee te moeten maken, stond ons helemaal niet aan. In overleg met de baas, werd de auto anders neergezet en werd het personeel geïnstrueerd een oogje in het zeil te houden. Het werd daardoor wel iets beter, maar helemaal over lukte niet. We kunnen niet anders zeggen, dan dat die monteurs hun uiterste best doen, ze moeten echter wel roeien met de riemen, die ze hebben. Dat betekent ondermeer, dat ze gebruikmaken van oude rommel, die ze er toevallig hebben liggen. In het eindresultaat vind je dat terug in een onbalans tussen links en rechts, waardoor wij nu naar links overhellen. Die neiging had ons Mannetje toch al, maar nu nog duidelijker. Hij is daarmee weer een stukje Afrikaanser geworden. Voor ons zal het wel betekenen, dat we in Windhoek, Namibie, aan groot onderhoud toe zijn met minimaal twee nieuwe veerpakketten. Ik vrees namelijk, dat de huidige oplossing niet stand gaat houden als de omstandigheden weer wat zwaarder worden.

 

En dan zijn we aan de ander kant van de rivier de Congo

Op 17 maart zijn we ’s ochtends vroeg de rivier de Congo overgestoken. Dat ging inderdaad zonder wachttijden en voor slechts $ 25. Dus ook dat doel hebben we bereikt. Alleen die beschadigingen, daar kun je een boom over opzetten, want dat we tijdens de route schade opgelopen hebben is evident; zichtbaar maar misschien ook nog wel problemen, die zich later aan gaan dienen.

De eerste 90 kilometer na Luozi waren van hetzelfde laken een pak, als daarvoor. Het voelde dan ook als een enorme verademing, toen we na drie uur rijden eindelijk weer eens op asfalt kwamen om de laatste 120 kilometer naar Matadi te rijden. Want mocht dat nog niet duidelijk zijn: wij zijn toch in de eerste plaats echte  asfalttijgers, die bij voorkeur met een leuke cabrio over mooi geasfalteerde wegen rijden.

In Matadi zou het visum voor Angola op ons liggen te wachten. Helaas bleek dat ook weer een te positieve voorstelling van zaken. Wel waren de mensen heel behulpzaam, maar we moesten toch weer door de hele procedure en dat zou toch eigenlijk niet nodig moeten zijn. Alle informatie was inmiddels al in Luanda, de hoofdstad van Angola beschikbaar. Met de dossiernummers, die we via Rotterdam hadden gekregen, werd niets gedaan. Ook is de verwerking niet erg snel: donderdag kunnen we onze paspoorten weer ophalen. Maar goed, het geeft ons wat tijd om te auto te laten wassen, door te smeren en nieuwe voorraden in te slaan voor de laatste etappe van deze reis: door Angola naar Namibië. Want een verzorgingsbeurtje heeft ons Mannetje wel nodig, want hij ziet er niet uit. Ook wij kunnen wel weer een paar relaxte dagen ergens aan het strand gebruiken. Een beetje vakantie vieren zogezegd, na al dat werken!

 

Naschrift

Vonden we al, dat we behoorlijk veel pech hadden, tot overmaat van ramp heeft ook onze PC het begeven. ’s Avonds nog gewerkt aan dit verhaal, de volgende morgen weigert hij op te starten. Het hele verhaal moest ik dus opnieuw “verzinnen”. Geluk bij een ongeluk: we hebben nog een kleintje bij ons. Maar dat verhaal is niet eens het ergste. Alle emails met belangrijke informatie, zoals over onze geboekte vluchten, kan ik alleen nog maar via webmail opnieuw benaderen. En dat terwijl de verbindingen hier zeer traag zijn. Ook een belangrijk programma als Mapsource voor het uitzetten van routes, zullen we enorm missen. Programma’s om foto’s ed. voor te bereiden  voor de website idem. Er stonden al veel emails klaar om verzonden te worden naar aanleiding van de laatste keer online zijn in Lambarene. Het zal allemaal moeten wachten, tot een later tijdstip. Dus als je je afvraagt waarom je nog geen antwoord hebt gekregent: het komt er aan, alleen kan het nog wel even duren.

 

11 Responses to “Congo perikelen”

  1. Magda schreef:

    Lieve Gerard en Wil,

    Sinds vandaag begonnen jullie blog te lezen.
    Het leest als een …. Mag je zelf invullen. Helemaal top.
    Hopelijk doet alles het weer en kunnen jullie weer verder.
    Vanuit een …..koud Nijbroek (Holland) Bon Voayge.
    Knuffels van nichtje en man.

  2. Han Hagen schreef:

    Beste Gerard en Wil,

    Wat een pret weer. Ik kan me de vertwijfeling wel voorstellen. Het is inderdaad vreemd dat de verbindingswegen in Afrika nog steeds niet een beetje op orde zijn. We hebben daar toch internationale organisaties voor, ontwikkelingsgelden etc. Blijkbaar worden er geen eisen gesteld aan de besteding van die gelden, want infrastructuur is natuurlijk heel erg goed voor de economische ontwikkeling van die landen.
    Ik werd getroffen door de breedte van die rivier die jullie overstaken. Dat was geen pontje bij Wijk bij Duurstede.
    Is de planning nog ver voordat er weer een rustperiode in Nederland is ingelast? Kun je nog wel aan onderdelen komen voor het mannetje, anders dan de het elkaar geflanste Afrikaanse spul?

    Nou, sterkte voor het vervolg. Henriëtte en Joost hebben al routes ingetekend en de hotelreservering is ook al rond. Dat wordt extra genieten van het asfalt 🙂

    Vr. gr.

    Han

  3. Dick schreef:

    Wat een machtig verhaal weer! Blij dat jullie heel over zijn! Ga morgen naar Spa om de racer uit te laten! Veel succes met het restant
    Groet dick en jacq

  4. wim en hanny berkelder schreef:

    Dit leuk vinden lijkt sterk op SM. En daar heb ik nooit iets van gemerkt. Nou ja , maar eens opletten dan.

    Good luck Wim

  5. Aeron schreef:

    Nog een beetje naar jullie zin:-)? Hadden jullie maar lekker onder de palmbomen in Ghana moeten blijven…

    Zet hem op en geniet er toch maar van!

    Tot bij een zomers biertje in Nederland

    Groet
    Aeron, Sietske @ madou

  6. Annie Huijskes schreef:

    Hoi Gerard en wil
    Helemaal ingeleefd in jullie barre tocht.Jekunte het leuk vinden of niet maar ik heb diep respect voor jullie dat je dit allemaal aan durft.Als je tzt niet meer met jemannetje weg gaat dan ga je maar lezingen geven in Nederland.Ik denk dat je dan een dikke boterham kunt verdienen afgezien vh boek dat je misschien gaat schrijven.
    Ik hoop voor jullie niet meer voor deze ontberingen komen te staan en dat nu het laatste traject voorspoedig zal verlopen en jullie weer veilig in Winterswijk te ontmoete.
    Nog veel reisplezier.
    Liefs annie

  7. Annie Huijskes schreef:

    Heb het berichtje niet goed na gelezen want er staan foutjes in SORRY

  8. Tim Hovenier schreef:

    Ben je met pensioen en dan moet je (hart) ook nog werken
    Letten jullie wel op dat je medisch niet tveel jaren sneller ouder worden
    want dat lijk mij het toch allemaal niet waard
    Complimenten voor je “”herschreven”” reisverslag ik had allang G.. gezegd

    Hier in NL is het weer gevoelstemperateur -15 en het is bijna Pasen
    zie uit naar jullie volgend hopelijk opgewekter reisverslag

    grt Tim

  9. Saskia schreef:

    Hallo avonturiers,

    Je maakt in ieder geval wat mee zo!! Als je er nog maar plezier in hebt en het Mannetje het nog volhoudt! Van het “voorjaar” hier mis je inderdaad niets.
    Daardoor verheugen wij ons er al des te meer op om ons Fendtje:) weer voor de tigste keer (zalig) aan de Côte d’ Azur te parkeren. Gelukkig is niet iedereen hetzelfde…
    Pas goed op elkaar en hopelijk komt er een relaxter vervolg van jullie reis!.

    grtjs Henk en Sas

  10. Rik schreef:

    Hoi Wil en Gerard,

    Wat een verhaal weer.. Fijn dat alles uiteindelijk weer goed gegaan is.. op de PC na dan.. Vandaag een hockeywedstrijd gespeeld bij een temperatuur die niet bij de lente hoort.. Chillfactor van -10 of zo door de harde wind.. Jullie verhaal is echt verwarmend dus en leest weer als een jongensboek..

    Grtn Jolanda en Rik

  11. First Lady schreef:

    My President & Wil,

    Even radiostilte, maar ik ben er weer. Tjongejonge wat heftig allemaal. Hoe belangrijk is toch een goede infra-structuur voor een land. Ik kan me jullie angsten levendig voorstellen met die slechte wegen. Hopelijk is dit nu passéé en genieten jullie volop van jullie avontuur.
    En alsof dit niet genoeg is heeft jullie PC het ook begeven. Balen zeg.Houdt de moed er in my Pres & Wil as the best is yet to come.

    Lieve groetjes en email volgt.
    greetz from Diemen

Laat een reactie achter